week 2 les 1

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Les devoirs
HW + miniposter controle!

Faire (maken): Ch1 alles af 
Miniposter: afmaken en inplakken in je schrift.
Apprendre (leren): alle stof CH1 herhalen
In de les: Heb je nog nakijkwerk? Zorg ervoor dat alles is nagekeken deze les!



Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Herhaling: Ch1
Alle vocabulaire Ch1
Je kunt de woorden en zinnen vertalen F/N N/F
Herhaling Grammaire Ch1: 
Je kunt het de Franse persoonlijk vnw  benoemen
Je kunt het werkwoord 'avoir = hebben' in het FA toepassen
Tâche: HW 
Maak op een A4 een miniposter over jezelf (meer info WBp56)

Slide 3 - Tekstslide

Le test
Herhaling grammatica Ch1
Lidwoorden en het werkwoord Avoir (hebben)

Slide 4 - Tekstslide

Herhaling Bloc D
Het lidwoord

Slide 5 - Tekstslide

Vertaal 'de/het' in het Frans

Slide 6 - Woordweb

Vertaal 'een' in het Frans

Slide 7 - Woordweb

Verander het lidwoord in
le -la - les - l':

un hôtel wordt ...
A
le hôtel
B
la hôtel
C
l'hôtel
D
les hôtel

Slide 8 - Quizvraag

Vul het lidwoord in.
Kies uit: le - la - les - l' ___ poisson
A
le poisson
B
la poisson
C
les poisson
D
l'poisson

Slide 9 - Quizvraag

Verander het lidwoord in
le -la - les - l':

une soeur wordt ...
A
le soeur
B
la soeur
C
les soeurs
D
l'soeur

Slide 10 - Quizvraag

Verander het lidwoord in
le -la - les - l':

Un pays wordt ...
A
le
B
la
C
les
D
l'

Slide 11 - Quizvraag

Verander het lidwoord in
un -une:

Le garçon wordt ...
A
un
B
une

Slide 12 - Quizvraag

Verander het lidwoord in
le -la - les - l':

Une amie wordt ...
A
le
B
la
C
les
D
l'

Slide 13 - Quizvraag

Herhaling Bloc H
De Franse persoonlijk vnw +
werkwoord 'avoir = hebben' 

Slide 14 - Tekstslide

De persoonlijke voornaamwoorden
Je/j'  - Ik                                        Nous  - Wij
Tu  - Jij                                          Vous  - Jullie/u
Il  - Hij                                             Ils - Zij (mannelijk meervoud)
Elle - Zij                                         Elles - Zij (vrouwelijk meervoud)
On - Wij/Men

* On wordt meestal gebruikt in de spreektaal

Slide 15 - Tekstslide

Sleep de juiste vertalingen naar het juiste persoonlijk voornaamwoord
il/ elle
nous
vous
ils/ elles
tu
je/ j'
wij
zij
ik
u/ jullie
jij
hij/ zij

Slide 16 - Sleepvraag

Vertaal: jij
A
Vous
B
Nous
C
Tu
D
Elle

Slide 17 - Quizvraag

Vertaal: zij meervoud
A
On
B
Tu
C
Elles
D
Je/j'

Slide 18 - Quizvraag

Vertaal: wij
A
Elle
B
Nous
C
il
D
Elles

Slide 19 - Quizvraag

AVOIR - HEBBEN

Slide 20 - Tekstslide

Avoir 

j'ai
tu as
il a/ elle a
on a
nous avons
vous avez
ils/elles ont
 Hebben                                                  
ik heb
jij hebt                                                  hij heeft/ zij heeft   
wij hebben
wij hebben
u heeft/ jullie hebben 
zij hebben                 

Slide 21 - Tekstslide

avoir
=
  hebben



Sleep de juiste vorm van avoir naar het bijbehorende persoonlijk voornaamwoord
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
tu
je/j'
                     avons
                          ont
                             ai
                        avez
                            as
                              a

Slide 22 - Sleepvraag

Ils (avoir)
A
ai
B
as
C
ont
D
avons

Slide 23 - Quizvraag

Tu (avoir)
A
a
B
as
C
ai
D
ont

Slide 24 - Quizvraag

Zij heeft =
Elle ...

Slide 25 - Open vraag

A. optreden

B. ontdekt worden

C. zin hebben om te 

A. zij  heeft
B. zij hebben
C.  men heeft
D.  jullie hebben
E. jij / je hebt
F. wij hebben
1.  nous  avons
2.  tu  as
3.  ils  ont
4.  on  a
5.  vous avez
6.  elle  a

Slide 26 - Sleepvraag

Hoe ging het?
😒🙁😐🙂😃

Slide 27 - Poll

Vocabulaire CH1
Overhoren vocabulaire Ch1

Spel kaartje meppen

Slide 28 - Tekstslide

Miniposter
Controle!

Slide 29 - Tekstslide

Afronden CH1
Heb je alles af van Ch1?
HW nakijken/ controle!

Slide 30 - Tekstslide

Wat heb ik geleerd deze les?
Schrijf het op in het FA of in het NL

Slide 31 - Woordweb

Les devoirs
PWCH1 Leerstof 16 januari

alle woorden en zinnen uit Ch1 (ABCEFG)
Grammatica: Bloc D (Franse lidwoorden) + Bloc H (werkwoord hebben)
Getallen 0-20
Oefen met slim stampen/ quizlet (zie studiewijzer)
Laat je overhoren! 




Slide 32 - Tekstslide