Trappen van vergelijking

Laptop op tafel, maar nog wel dicht.
                                                        Welkom!
       Voordat de les is begonnen, heb jij het volgende op tafel   
        liggen: 
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Laptop op tafel, maar nog wel dicht.
                                                        Welkom!
       Voordat de les is begonnen, heb jij het volgende op tafel   
        liggen: 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Stap 1: Ga naar www.lessonup.app

Stap 2: Log in met OFFICE 365 

Stap 3: Je klikt op 'Ja, ik wil deelnemen aan de les'


                                         Welkom!
              Voordat de les is begonnen, heb jij:

Slide 3 - Tekstslide

Trappen van vergelijking
Trappen van vergelijking

Slide 4 - Tekstslide

Trappen van vergelijking
Bijvoeglijke naamwoorden hebben drie trappen van vergelijking:






Let op! Soms verandert het hele woord: goed/beter/best
de stellende trap:
lief
Albert is lief.
de vergrotende trap:
liever
Barry is liever.
de vergrotende trap:
liefst
Chris is het liefst.

Slide 5 - Tekstslide

Trappen van vergelijking
domst =
A
stellende trap
B
vergrotende trap
C
overtreffende trap

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de volgorde van de trappen van vergelijking van veel ?
A
veel, meer, meest(e)
B
meer, minder, meest(e)
C
veel, meest(e), meer
D
veel, meest(e), minst

Slide 7 - Quizvraag

Even oefenen

Slide 8 - Tekstslide

Er zijn drie trappen van vergelijking: de stellende trap, de vergrotende trap en de overtreffende trap.


A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Video

Welke zin is goed?
Hij is groter dan ik.
of
Hij is groter als ik.

Slide 11 - Tekstslide

Als of dan?
Vul de zin aan met de persoonsvorm. Dan kun je horen wat er moet staan.
Voorbeeld: Zij kan mooier tekenen dan ik (kan).
Mijn docent is net zo groot als ik. (ben)

Bij een verschil gebruik je dan.
Bij een overeenkomst (zelfde) gebruik je als.

Slide 12 - Tekstslide

Blooket

Slide 13 - Tekstslide

Einde 
Bedankt voor jullie aandacht!

Slide 14 - Tekstslide

Begrippen uit deze les
-Beeld:
-Opmaak:
Lettertypes, letter­groottes, kleuren, de posities op de pagina, de indeling in kolommen, de plaats van afbeeldingen,
-Activeren
Afbeeldingen, grafieken, illustraties (= ondersteunend plaatje bij een tekst)

Slide 15 - Tekstslide