Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Autotrofe en heterotrofe organismen
Module 3
Autotrofe en heterotrofe organismen
Module 03
Van celmetabolisme tot organisme
1. Autotrofe en heterotrofe organismen
1 / 11
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Natuurwetenschappen
Secundair onderwijs
In deze les zitten
11 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Module 3
Autotrofe en heterotrofe organismen
Module 03
Van celmetabolisme tot organisme
1. Autotrofe en heterotrofe organismen
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kan het verschil formuleren tussen autotrofe en heterotrofe organismen
Je kan de belangrijkste vorm van energie in een cel herkennen en benoemen
Je kan het principe van celademhaling uitleggen
Slide 2 - Tekstslide
Wat is het verschil tussen AUTOTROOF en HETEROTROOF?
Wat weet je nog van vorig jaar?
Slide 3 - Open vraag
AUTOTROOF
HETEROTROOF
Slide 4 - Sleepvraag
Wat weet je nog van de les?
Beantwoord volgende vragen.
Slide 5 - Tekstslide
Welke organismen doen aan celademhaling?
A
enkel heterotrofe organismen
B
enkel autotrofe organismen
C
enkel eukaryote cellen
D
zowel autotrofe als heterotrofe organismen
Slide 6 - Quizvraag
Omschrijf het proces celademhaling.
Slide 7 - Open vraag
Waarom wordt een mitochondrie 'the cell's power house' genoemd?
A
Omdat hierin de meeste ATP gevormd wordt.
B
Omdat in het cytoplasma rond een mitochondrie de meeste ATP gevormd wordt
C
Omdat hierin anaerobe en aerobe celademhaling plaatsheeft.
D
Omdat hierin de meeste ADP gevormd wordt.
Slide 8 - Quizvraag
Welke uitspraak is FOUT?
A
"Cellen die veel energie nodig hebben, bevatten veel mitochondriën."
B
"Bij anaerobe celademhaling wordt minder ATP gevormd dan bij aerobe celademhaling"
C
"In onze spiercellen kan zowel aerobe als anaerobe celademhaling optreden"
D
"Anaerobe celademhaling heeft plaats in de mitochondriën
Slide 9 - Quizvraag
Als we alcoholische gisting vergelijken met melkzuurgisting, kunnen we zeggen dat ...
A
melkzuurgisting aeroob is, terwijl alcoholische gisting anaeroob is.
B
melkzuurgisting anaeroob is, terwijl alcoholische gisting aeroob is.
C
er bij melkzuurgisting evenveel ATP gevormd wordt dan bij alcoholische gisting.
D
enkel bij melkzuurgisting de glycolyse plaatsheeft.
Slide 10 - Quizvraag
Hoe kan je het ontstaan van spierkramp verklaren? Leg uit.
Slide 11 - Open vraag
Meer lessen zoals deze
Autotrofe en heterotrofe organismen
Februari 2024
- Les met
24 slides
Natuurwetenschappen
Secundair onderwijs
Autotrofe en heterotrofe organismen
7 dagen geleden
- Les met
24 slides
Natuurwetenschappen
Secundair onderwijs
Fotosynthese
Maart 2021
- Les met
14 slides
Natuurwetenschappen
Secundair onderwijs
Koolstofbronnen en Energie in Levende Organismen
April 2024
- Les met
11 slides
Ecosystemen en Voedselrelaties
Februari 2024
- Les met
15 slides
Celademhaling
Maart 2024
- Les met
20 slides
Biologie
Secundair onderwijs
Thema 1, deel 3: Energiestromen en kringlopen in ecosystemen
Oktober 2023
- Les met
36 slides
Biologie
Secundair onderwijs
Celademhaling
Februari 2024
- Les met
20 slides
Biologie
Secundair onderwijs