Paragraaf 6.4 en 6.5

Paragraaf 6.4 en 6.5
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Paragraaf 6.4 en 6.5

Slide 1 - Tekstslide

Zinsopbouw
Je leert voorbeelden gebruiken in een tekst.
Je leert woorden die bij elkaar horen, bij elkaar zetten.
Voorbeelden gebruiken
woorden die bij elkaar horen
Nederlands
blz. 240-241 Paragraaf 6.4: opdr. 1 en 4
blz. 242-243 Paragraaf 6.5: opdr. 2 en 3
Hebben we alle doelen behaald?
Afmaken opdrachten. Meenemen leesboek

Slide 2 - Tekstslide

Boek

Heeft iedereen een nieuw leesboek gekozen?

Nu: 15 minuten lezen
timer
15:00

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen

Je leert voorbeelden gebruiken in een tekst.
Je leert woorden die bij elkaar horen, bij elkaar zetten.

Slide 4 - Tekstslide

Voorbeelden gebruiken
Een tekst of een presentatie wordt leuker en duidelijker als je nu en dan een voorbeeld gebruikt. Met een voorbeeld leg je een moeilijk woord uit of maak je een situatie duidelijk. Een voorbeeld kan kort zijn (een paar woorden of een zin), maar ook lang (een hele alinea). Soms kun je in de eerste alinea van een tekst een voorbeeld geven dat het onderwerp duidelijk maakt.
Je kunt een voorbeeld aankondigen met een signaalwoord: bijvoorbeeld, neem nou, zo, zoals, als, denk maar aan:

Slide 5 - Tekstslide

Woorden die bij elkaar horen
Om zinnen beter te laten lopen, is het handig om woorden die bij elkaar horen, bij elkaar te zetten. Hier zijn een aantal regels voor.

Instructie: NN online

Slide 6 - Tekstslide

Waarom?
Waarom we dit leren? 

Zodat je beter wordt in schrijven
Nee, Word of Docs of ChatGPT helpt je hier niet bij!

Slide 7 - Tekstslide

Vragen?

Slide 8 - Tekstslide

Aan het werk
Cursus 6
blz. 240-241 paragraaf 4: opdr. 1 en 4
blz. 242-243 paragraaf 5: opdr. 2 en 3

Klaar? Nakijken met nakijkboek
Daarna: blz. 290 opdr. 25

Slide 9 - Tekstslide

Terugkoppeling lesdoelen

Je leert voorbeelden gebruiken in een tekst.
Je leert woorden die bij elkaar horen, bij elkaar zetten.

Wat gaat al goed?
Wat is nog moeilijk?

Slide 10 - Tekstslide