In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Herhaling booking office theorie
Slide 1 - Tekstslide
Toetsweek 8 Maart
Theorie
Hoofdstuk 8: Distributiemix
Hoofdstuk 10: Booking office (151 - 167)
1,5 credit
Tip voor het leren!
Gebruik de PowerPoint lessenreeks RDM periode 2 in Microsoft Teams
Slide 2 - Tekstslide
Wat is een voorbeeld van een indirecte boeking?
A
via de mail
B
via booking.com
C
via de website van het hotel
D
via de telefoon
Slide 3 - Quizvraag
Geef een voorbeeld van een directe boeking van een leisure gast.
Slide 4 - Open vraag
Slide 5 - Tekstslide
Uit welke 3 verschillende groepen bestaan groepsreserveringen?
Slide 6 - Open vraag
Waar staat de C voor in de afkorting MICE
A
conventions
B
congressen
C
comite
D
confidential
Slide 7 - Quizvraag
MICE boekingen zijn
Leisure boekingen
corporate boekingen
Slide 8 - Poll
Als een hotel zijn distributiemix gaat aanpassen moet hij goed weten:
Slide 9 - Open vraag
Een voorbeeld van een boekingskanaal is een telefoon
A
Juist
B
Onjuist
Slide 10 - Quizvraag
Als een bedrijf iedere laatste maandag van de maand 10 kamers reserveert in een hotel noemen we dit een:
A
Blockboeking
B
Allotment boeking
C
Repeat booeking
D
Reverse boeking
Slide 11 - Quizvraag
Leg uit: waarom is een hotelkamer een bederfelijk product?
Slide 12 - Open vraag
De directeur van Shell maakt een hotelreservering omdat hij in de stad een vergadering heeft. Dit is een:
A
Corporate individual
B
Corporate group
C
Leisure individual
D
Leisure group
Slide 13 - Quizvraag
De afkorting OTA staat voor:
Slide 14 - Open vraag
Koppel de juiste letter aan het juiste cijfer
Gratis tarief gasten
Speciale prijs voor een bedrijf
Vertrouwlijke prijs touroperator
Hoogst gepublieceerde prijs
Speciale Prijs
Rack Rate
Complimentary rate
Corporate Rate
Confidential rate
Discount rate
Slide 15 - Sleepvraag
Wat voor kamertype is deze kamer?
Slide 16 - Open vraag
Wat voor kamertype is deze kamer?
Slide 17 - Open vraag
De meest standaard kamer in een hotel noemen we een
A
Deluxe room
B
Basic room
C
Suite room
D
Superior room
Slide 18 - Quizvraag
Als een corporate gast een kamer reserveert, dan adviseren wij hem minimaal een
A
Superior room
B
Executive room
C
Presidental suite
D
Bridal suite
Slide 19 - Quizvraag
Ik wil een kamer boeken met ontbijt dan gebruiken we de afkorting
A
LG
B
LO
C
HP
D
AI
Slide 20 - Quizvraag
Een gast heeft een standaard kamer geboekt. bij de check in vertel je dat voor 50 euro extra een kamer met zeezicht geboekt kan worden. Deze vorm van verkoop noemen we:
A
Upselling
B
Crosselling
Slide 21 - Quizvraag
Geef een voorbeeld van cross selling
Slide 22 - Open vraag
Een continental breakfast bestaat uit
Slide 23 - Open vraag
De gast wil een kaasplankje op zijn kamer. In Opera zetten we dit in een:
A
Note
B
Alert
C
Trace
D
Nergens
Slide 24 - Quizvraag
Je wil de gast bij check in vragen of hij lid wil worden van het loyaliteitsprogramma. In Opera zetten we dit in een:
A
Note
B
Alert
C
Trace
D
Nergens
Slide 25 - Quizvraag
De gast heeft een notenallergie In Opera zetten we dit in een: