Quiz H2
Juist of onjuist
Infrastructuur bestaat uit alle middelen die nodig zijn om goederen op een snelle en eenvoudige manier van plek A naar plek B te vervoeren
Infrastructuur bestaat uit alle middelen die nodig zijn om goederen op een snelle en eenvoudige manier van plek A naar plek B te vervoeren
A
Juist
B
Onjuist
1 / 16
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Juist of onjuist
Infrastructuur bestaat uit alle middelen die nodig zijn om goederen op een snelle en eenvoudige manier van plek A naar plek B te vervoeren
Infrastructuur bestaat uit alle middelen die nodig zijn om goederen op een snelle en eenvoudige manier van plek A naar plek B te vervoeren
A
Juist
B
Onjuist
Slide 1 - Quizvraag
Wereldhandel is handel tussen verschillende landen over de hele wereld. Hoe wordt wereldhandel ook wel genoemd?
A
Import
B
Transit
C
Internationale handel
D
Europa handel
Slide 2 - Quizvraag
Welke soort transport is het meest geschikt?
De tulpen uit Nederland moeten zo snel mogelijk naar Spanje
De tulpen uit Nederland moeten zo snel mogelijk naar Spanje
A
Land
B
Lucht
C
Spoort
D
Water
Slide 3 - Quizvraag
Welke soort transport is het meest geschikt?
Olie uit het midden oosten wordt naar Nederland geëxporteerd.
Olie uit het midden oosten wordt naar Nederland geëxporteerd.
A
Land
B
Lucht
C
Spoor
D
Water
Slide 4 - Quizvraag
In de haven van Rotterdam komen schoenen aan uit China. Deze worden vervolgens getransporteerd naar Duitsland
A
Import
B
Export
C
Transit
Slide 5 - Quizvraag
Een vracht Nederlandse snijbloemen wordt naar Frankrijk getransporteerd
A
Import
B
Export
C
Transit
Slide 6 - Quizvraag
In haven van Antwerpen arriveert een boot uit Sri Lanka met thee bedoelt voor Nederlandse supermarkten
A
Import
B
Export
C
Transit
Slide 7 - Quizvraag
Noem een nadeel van transport via de lucht
Slide 8 - Open vraag
Noem een voorbeeld van een import product van Nederland
Slide 9 - Open vraag
Noem een voorbeeld van een export product van Nederland
Slide 10 - Open vraag
Slide 11 - Tekstslide
Welk intern transportmiddel zie je op de foto?
A
Bandentransporteur
B
Palletwagen
C
Rolcontainer
D
Steekwagen
Slide 12 - Quizvraag
De weg die een product aflegt noem je......
A
Goederenweg
B
Transportstroom
C
Goederenstroom
D
Product kolom
Slide 13 - Quizvraag
Welk intern transportmiddel zie je op de foto?
A
Bandentransporteur
B
Palletwagen
C
Rolcontainer
D
Steekwagen
Slide 14 - Quizvraag
Welk intern transportmiddel zie je op de foto?
A
Bandentransporteur
B
Palletwagen
C
Rolplateau
D
Steekwagen
Slide 15 - Quizvraag
Grondstof
Halffabricaat
Eindproduct
