p15 medium

Medium
In deze les leer je:
- hoe je het medium kan gebruiken en vertalen
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Medium
In deze les leer je:
- hoe je het medium kan gebruiken en vertalen

Slide 1 - Tekstslide

Het medium bij verba contracta
Let bij verba contracta op de volgende contractieregels:
ε + ε(ι) = ει
ε + ο(υ) = ου


α + ε(ι) = α/ᾳ
α +ο(υ) = ω

Slide 2 - Tekstslide

Het medium bij verba contracta
Voorbeelden e-stam:
ἀφικνε-ομαι (aankomen
ὑπισχνεομαι (beloven)
φοβεομαι (vrezen, bang zijn)


Voorbeelden a-stam:
θεα-ομαι (bekijken, beschouwen)
κταομαι (verwerven)
πειραομαι (proberen)

Slide 3 - Tekstslide

Het gebruik van het medium
Het medium kent 4 soorten gebruik:
1. Medium tantum: dit zijn woorden die alleen bestaan in het medium, maar die je altijd actief vertaalt.


 VB: βουλομαι (willen), ἐρχομαι (gaan, komen), αφικνεομαι (aankomen, bereiken).


In het woordenboek of in je woordenlijst vind je deze woorden standaard in het medium.

Slide 4 - Tekstslide

Voorbeelden media tanta
Een aantal woorden die onder de categorie medium tantum vallen, zijn:
ἀγωνιζομαι: strijden, een wedstrijd houden
μαχομαι (+ dat): strijden (met/tegen)
ἁπτομαι + gen: aanraken, vastpakken
βουλομαι: willen
δεχομαι: aannemen, ontvangen
ἑπομαι (+ dat): volgen
ἐρχομαι: gaan, komen
οἰομαι: menen, vermoeden
χρηομαι + dat: gebruiken, omgaan met

Slide 5 - Tekstslide

Het gebruik van het medium
2. Reflexief medium: dit vertaal je met: in eigen belang, zichzelf
  

VB: λυω – λυομαι (ik maak mezelf los, ik maak los in eigen belang)


Dit type woorden staat net zoals het passief gebruik van het medium altijd als actief woord in de woordenlijst.

Slide 6 - Tekstslide

Het gebruik van het medium
3. Medium intransitief: dit zijn woorden die zowel in het actief als in het medium bestaan, maar een eigen actieve betekenis hebben in het medium.

 VB: παυω – παυομαι (doen stoppen – stoppen)
VB: ἐγειρω - ἐγειρομαι (wakker maken - wakker worden (= zichzelf wakker maken)

Deze woorden hebben een eigen betekenis in het medium en kan je dus net als de media tanta onder hun mediale vorm in de woordenlijst vinden.

Slide 7 - Tekstslide

Voorbeelden
Een aantal woorden die onder de categorie medium intransitief (/betekenismedium) vallen, zijn:

πειθομαι (+ dat): gehoorzamen, geloven  (naast  πειθω  : overtuigen)
φαινομαι : schijnen, verschijnen, blijken (naast φαινω: tonen)
ἀρχομαι: beginnen (naast ἀρχω: voorgaan, leiden)
ἐγειρομαι: wakker worden (naast ἐγειρω: wakker maken)
γαμεομαι: trouwen (van vrouwen) (naast γαμεω: trouwen (van mannen))
ἐκπληττομαι: versteld staan, hevig schrikken (naast ἐκπληττω: laten schrikken)
παυομαι (ophouden met/te) (naast παυω: doen stoppen)


Slide 8 - Tekstslide

Het gebruik van het medium
4. Passief gebruik van het medium: dit vertaal je als een normale passieve vorm - met 'worden'.

VB: λυω – λυομαι (ik word losgemaakt)

Dit type woorden staat wel als actief in de woordenlijst.
Het passief gebruik van het medium kan soms in combinatie gaan met ὑπο + genitivus. Hiermee wordt de handelende persoon aangeduid.

Slide 9 - Tekstslide

Passief gebruik van het medium
VB: Οἱ ἱπποι λυονται ὑπο του ἀνδρος.
De paarden worden losgemaakt door de man.

Slide 10 - Tekstslide

Oefening
Determineer de volgende woorden. Noteer als volgt:
ἐφοβου
VB: 2 ev impf ind med.


πειρασθαι
VB: - - pr inf med.

Slide 11 - Tekstslide

ἀφικνουνται

Slide 12 - Open vraag

ἠρχου

Slide 13 - Open vraag

ἡδομην

Slide 14 - Open vraag

παρεκελευοντο

Slide 15 - Open vraag

θεᾳ

Slide 16 - Open vraag

ὑπισχνεισθαι

Slide 17 - Open vraag

Wat is het medium in de volgende zin:
Οἱ μεν ἀλλοι παρα σου ἐπιστολας δεχονται, μονῳ δ' ἐμοι οὐδεν ἐτι ἐπεμψας.
A
ἐπεμψας
B
ἀλλοι
C
δεχονται
D
ἐπιστολας

Slide 18 - Quizvraag

Wat is het medium in de volgende zin:
Ταις ἀδελφαις λεγω· "Ἑπεσθε μοι."
A
ἀδελφαις
B
λεγω
C
μοι
D
ἑπεσθε

Slide 19 - Quizvraag

Wat is het medium in de volgende zin: Συλλεγομαι το ἡμισυ των ἐν τοις ἀγροις καρπων.
A
συλλεγομαι
B
ἡμισυ
C
ἀγροις
D
καρπων

Slide 20 - Quizvraag

Wat is het medium in de volgende zin: Το πλοιον ἐκ του λιμενος ἐκπλειν μελλον κατειχετο τῳ ἀνεμῳ.
A
λιμενος
B
ἐκπλειν
C
κατειχετο
D
μελλον

Slide 21 - Quizvraag

Wat is het medium in de volgende zin: Ἡττονες ὀντες οἱ μικροι παιδες σφοδρα τυπτονται ὑπο των μειζονων ἑταιρων.
A
ὀντες
B
τυπτονται
C
μειζονων
D
σφοδρα

Slide 22 - Quizvraag

Lukt het je ook al om zinnetjes te vertalen met een medium? Laten we dit proberen!

Kijk goed of je te maken hebt met een medium tantum of intransitief medium (medium te vinden in de woordenlijst) of misschien met een passief of reflexief gebruik van het medium (actief te vinden in de woordenlijst).

Slide 23 - Tekstslide

Οἱ του δημου νομοι και ευ ἐταττοντο και εὐ ἐφυλαττοντο ὑπο των ἀρχοντων.
(ὁ ἀρχων, ἀρχοντος = leider, heerser)

Slide 24 - Open vraag

Δει σε ἀνοιγεσθαι το στομα, εἰ βουλει ἐσθιειν τον ἡδυν σιτον ἠ πινειν το ὑδωρ.

Slide 25 - Open vraag

Ἡ θυγατηρ καλας ἐσθητας ἐποιειτο.

Slide 26 - Open vraag

Wat vind je nog moeilijk?
Waar zou je nog meer mee willen oefenen?

Slide 27 - Open vraag