Geloof en genade - H2&H3

• Godsdienst
• Middelbare school
• vmbo
• Leerjaar 3

Geloof en genade

Wat gaan we doen? 

• Leerdoelen
• Herhaling: wat vertelde Luther nou precies?
• Gevolg: geloven, hoe doe je dat nu?

Leerdoelen - H2

2.A - Je kunt het begrip Reformatie uitleggen;

2.B - Je kunt twee argumenten noemen die Luther tegen de aflaat had;

2.C - Je kunt beschrijven wat het doel was van de 95 stellingen;

2.D - Je bent in staat het belang van Luther aan te geven voor de kerk;

2.E - Je kunt uitleggen waarom het lijden en sterven van Jezus Christus zwaar was.

2.F - Je kunt de kern van het Evangelie beschrijven;

2.G - Je kunt kort de inhoud weergeven van de begrippen genade,voldoening en verzoening.

Terugblik

Hoe kom je volgens de RKK in de hemel?

Bespreek in tweetallen:

Wanneer ben je goed genoeg voor God? 

Antwoord:

Als je rechtvaardig bent, maar:

Je kunt nooit goed genoeg voor God zijn. We doen altijd zonden. Wij zijn niet perfect.

Vraag:

Wat ontdekte Luther? 

Antwoord:

Je moet niet rechtvaardig worden, maar die rechtvaardigheid wordt je door God gegeven! Door wat Jezus heeft gedaan.

Bespreek in tweetallen:

Waarom schreef Luther de 95 stellingen?

Herhaling

Wat is de reformatie?

Hoe belangrijk is deze man voor de kerk geweest?

Innerlijke mens: Een christen is een vrij heer over alle dingen, aan niemand onderworpen.

Een christen is aan niemand onderworpen. Hij kan doen wat hij wil.

Uiterlijke mens: Een christen is een dienstvaardig knecht van allen , onderworpen aan allen

Een christen is aan elk ander mens onderworpen. Hij staat volledig in dienst van de ander. 

2.C Genade alleen

Blz. 9

Aan de slag!

Maak opdracht 2.2

Maak opdracht 2.3

Maak opdracht 2.7

Lees paragraaf 2.D (blz. 11)

Maak keuzeopdracht 2.9

Nakijken:

Opdracht 2.2: 

a) Bijv. tijdens spelletjes: je roept 'genade' als je wilt dat iemand stopt

b) Genade betekent: je krijgt iets wat je niet verdient.

Nakijken:

Opdracht 2.3:

a) Briefje waardoor je eerder in de hemel komt

b) Jij kunt jezelf niet in de hemel krijgen, ook niet met aflaten. Je komt alleen in de hemel door het geloof in Jezus Christus. 

Nakijken:

Opdracht 2.7:

a) Relatie herstellen en samen verder leven

b) Complete betaling van schulden

c) Onze straf op de zonden moest worden betaald. Daarna konden wij ons verzoenen met God: we weten dat alles weer goed zit tussen ons. We hoeven niets extra's te doen.

Nakijken:

Opdracht 2.7:

a) Relatie herstellen en samen verder leven

b) Complete betaling van schulden

c) Onze straf op de zonden moest worden betaald. Daarna konden wij ons verzoenen met God: we weten dat alles weer goed zit tussen ons. We hoeven niets extra's te doen.

Nakijken:

Keuzeopdracht 2.9:

a) voldoening

b) verzoening

c) voldoening

d) voldoening

Dus:

1. Hoe kunnen wij bij God komen? 

2. Helpen goede werken daarbij?

Terug naar de leerdoelen:

2.A - Leg het begrip reformatie uit. 

2.B - Noem twee argumenten die Luther tegen de aflaten had.

2.C - Wat was het doel van de 95 stellingen?

2.D - Waarom is Luther zo belangrijk voor de kerk?

2.E - Waarom was het lijden en sterven van Jezus Christus zwaar?

2.F - Wat is de kern van het evangelie?

2.G - Wat betekenen de begrippen genade, voldoening en verzoening?

H3 - Geloof en navolging

Blz. 13

Leerdoelen - H3

3.A - Je kunt een omschrijving geven van het Bijbelse woord 'geloven';

3.B - Je kunt uitleggen wat de vrolijke ruil van Luther inhoudt;

3.C - Je kunt uitleggen wat de begrippen heiliging, navolging en bekering betekenen;

3.D - Je kunt een voorbeeld geven van groeien in geloof;

3.E - Je kunt verwoorden wat wordt bedoeld met goedkope genade.

Bespreek: met welke stelling ben jij het eens?

Een christen is volledig vrij. Hij kan doen wat hij wil.

-of-

Een christen staat volledig in dienst van de ander. 

Antwoord van Luther:

Ze zijn allebei waar! 

Als je gelooft in Gods beloften van vergeving ben je volledig vrij.

Maar kun je dan maar doen wat je wil?

Nee, je gebruikt je vrijheid om de ander lief te hebben en voor te zorgen

Geloven = 

Vertrouwen

Doen

Groeien

Geloven = doen:

Maak groepjes van max. 4 personen

Ga naar buiten

Doe iets met je geloof

Maak hier een foto van

Aan de slag!

Lees paragraaf 3.B (blz. 14)

Maak opdracht 3.4 

Lees paragraaf 3.C (blz. 14)

Maak opdracht 3.6

Lees paragraaf 3.D (blz. 15)

Maak opdracht 3.8

Maak opdracht 3.9

Bekijk de plaatjes op de volgende slide:

Welk plaatje legt volgens jou 'geloven' uit?

Mosterdzaadje

Mosterdboom

Samenvatting: geloof is...

• vertrouwen -> relatie -> rechtvaardiging nodig 
  
• doen -> navolging -> heiliging nodig 
  
• groeien -> in relatie en navolging -> bekering
  

Fijn weekend!