gedicht/ poezie

gedicht/ poezie
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2ISK

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

gedicht/ poezie

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Video

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Gepaard rijm

Slide 8 - Tekstslide

Gekruist rijm

Slide 9 - Tekstslide

  • Het gedicht is tussen de acht en twaalf regels. 
  • Er moet rijm in je gedicht zitten.
  • Zorg dat de rijmwoorden steeds aan het einde van de regel staan (opmaak)
  • Voorbeeld voor onderwerp is je hobby's, wie ben jij? school, werk, familie, vrienden, de liefde, het leven, ...
  • - gebruik eventueel je blaadjes in de bak waarop tegenstellingen en rijmen staan.
  • Geef je gedicht een titel en maak er eventueel een tekening bij.

Slide 10 - Tekstslide

Poema
  1. El poema tiene entre 8 y 12 versos.
  2. El poema debe contener rima.
  3. Asegúrate de que las palabras que rimen estén siempre al final de cada verso.
  4. Ejemplo de temas: tu pasatiempo, tu amor, tu mascota, tus vacaciones, tu familia, tu madre, etc.
  5. Ponle un título a tu poema y haz un dibujo bonito que lo acompañe.




Slide 11 - Tekstslide

Poema
Puedes elegir en qué idioma escribir tu poema.
Si eliges escribir en español, quiero que durante la presentación expliques de qué trata tu poema. Por lo tanto, deberás traducirlo lo mejor posible al neerlandés o al inglés.

Slide 12 - Tekstslide

Samen
Laat je gedicht lezen door een klasgenoot . Jij leest zijn/haar gedicht.
  • Heeft het gedicht tussen de acht en twaalf regels?
  • Gaat het gedicht over een gevoel?
  • Is er een titel?
  • Is er rijm? 
  • Heb je nog een tip voor de ander?

Slide 13 - Tekstslide

Alleen
  • Wil je nog iets veranderen of verbeteren?
  • Schrijf het gedicht in het net (A4)
  • Maak een tekening / sierlijst die past bij je gedicht.
  • Maak er een foto van en stuur het naar juffrouw Sadie

Slide 14 - Tekstslide

Presenteren aan de klas
Op het bord staat je gedicht.
Lees je gedicht voor aan de klas.
Praat hard op en probeer je gevoel erin te leggen.

Slide 15 - Tekstslide