Financiering zorg

Financiering van zorg 

1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Financiering van zorg 

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
1. De student kan benoemen waar de kosten in de zorg uit bestaan.
2. De student kan uitleggen hoe de zorg gefinancierd wordt.
3. De student kan samenvatten waar de ondersteuning die valt onder de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 voor zorgvragers uit bestaat.
4. De student begrijpt de moeilijkheden die kunnen optreden bij de verstrekking van zorg via de WMO.
5. De student kan uitleggen wanneer de zorgvrager in aanmerking komt voor persoonsgebonden budget of zorg in natura.

Slide 2 - Tekstslide

Hoeveel denk jij dat de zorg in Nederland per jaar kost?

Slide 3 - Open vraag

Wat spendeert Nederland aan zorg? (2022)
A
1 miljard euro
B
50 miljard euro
C
84,723 miljard euro
D
126 miljard euro

Slide 4 - Quizvraag

In 2018 77,2 miljard
In 2019 80,9 miljard
In 2022 126,2 miljard
Is 10% van het bruto binnenlands product wat aan gezondheidszorg wordt uitgegeven.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Noem de 4 wetten die de financiering van zorg regelen

Slide 7 - Open vraag

Wetten die de financiering van zorg regelen

Zvw - Zorgverzekeringswet
Wmo - Wet maatschappelijke ondersteuning
Wlz  - Wet langdurige zorg
Jeugdwet

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Waarom is het goed om na te gaan of een cliënt een indicatie heeft van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ)?
A
omdat een client dan een behandeling of ondersteuning vergoed kan krijgen
B
omdat de client dan - als hij dat wil - kan kiezen voor een andere zorgverlener
C
omdat de client dan voorrang krijgt bij specifieke zorg
D
omdat de client dan recht heeft op al deze zaken

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Route
Zorg
Profielen

Slide 20 - Tekstslide

Welke zorgprofielen kent de WLZ?

Slide 21 - Tekstslide

Vergelijking met vroeger
De zorgprofielen zijn, anders dan de zorgzwaartepakketten (zzp’s) onder de AWBZ, globaal omschreven en niet langer uitgedrukt in uren zorg per week. 

Concretisering van de benodigde zorg gebeurt in de zorgplanbespreking tussen verzekerde en zorgaanbieder.

Slide 22 - Tekstslide

Stellingen
WAAR (groen) OF NIET WAAR (rood)

Ga allemaal staan

Slide 23 - Tekstslide

1. Waar / Niet waar
De meeste zorgkosten worden betaald uit belastingen en premies voor de ziektekosten

Slide 24 - Tekstslide

Waar
In Nederland wordt de zorg gefinancierd via een stelsel van verplichte ziektekostenverzekeringen en belastingen. Burgers betalen premies voor hun ziektekostenverzekering, die verplicht is voor basiszorg. Daarnaast zijn er inkomensafhankelijke bijdragen en andere belastingen die worden gebruikt om de algemene zorgkosten te dekken. Hierdoor dragen zowel werkenden als niet-werkenden bij aan de financiering van de gezondheidszorg.

Slide 25 - Tekstslide

2. Waar / Niet waar
De inhoud van de basisverzekering staat voor meerdere jaren vast

Slide 26 - Tekstslide

Niet waar
De inhoud van de basisverzekering kan jaarlijks veranderen. De overheid bepaalt welke zorg in de basisverzekering valt en kan deze samenstelling jaarlijks aanpassen. Dit gebeurt op basis van veranderingen in de zorgbehoefte, medische ontwikkelingen en andere factoren. Verzekeraars zijn verplicht om de basisverzekering aan te bieden en de dekking ervan kan van jaar tot jaar wijzigen. Het is daarom belangrijk voor verzekerden om jaarlijks de voorwaarden van hun zorgverzekering te controleren en te overwegen of deze nog steeds aansluit bij hun behoeften.






Slide 27 - Tekstslide

3. Waar / Niet waar
Via de zorgtoeslag krijg je van de zorgverzekeraar een deel van je premie terug

Slide 28 - Tekstslide

Niet waar
De zorgtoeslag is een financiële tegemoetkoming van de overheid voor mensen met een laag inkomen, die bedoeld is om bij te dragen aan de kosten van de zorgverzekering. Het is geen terugbetaling van de premie door de zorgverzekeraar zelf.

Slide 29 - Tekstslide

4. Waar / Niet waar
De opvang van slachtoffers van huiselijk geweld wordt geregeld vanuit de Wmo

Slide 30 - Tekstslide

Waar
 De opvang van slachtoffers van huiselijk geweld wordt in Nederland geregeld vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Ik waardeer je oplettendheid.

De Wmo regelt verschillende vormen van maatschappelijke ondersteuning, waaronder ook de opvang van slachtoffers van huiselijk geweld. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wmo en moeten ervoor zorgen dat er passende opvangvoorzieningen beschikbaar zijn voor mensen die te maken hebben met huiselijk geweld. Dus, in dit geval, is de stelling "Waar" correct.

Slide 31 - Tekstslide

5. Waar / Niet waar
Als een zorgvrager een scootmobiel nodig heeft, is de gemeente vanuit de Wlz verplicht dit te regelen

Slide 32 - Tekstslide

Niet waar
De Wet langdurige zorg (Wlz) is niet verantwoordelijk voor het verstrekken van scootmobielen. De Wlz is bedoeld voor mensen die blijvend 24 uur per dag intensieve zorg en/of toezicht nodig hebben. De financiering van hulpmiddelen zoals scootmobielen valt over het algemeen onder de verantwoordelijkheid van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) of de Zorgverzekeringswet (Zvw), afhankelijk van de situatie.

Slide 33 - Tekstslide

6. Waar / Niet waar
Een zorgvrager die gebruik wil maken van de Wlz, moet een indicatie aanvragen bij het CIZ

Slide 34 - Tekstslide

Waar
 Als een zorgvrager gebruik wil maken van zorg die valt onder de Wet langdurige zorg (Wlz) in Nederland, moet er inderdaad een indicatie worden aangevraagd bij het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). Het CIZ beoordeelt of iemand voldoet aan de criteria voor langdurige zorg en welke zorgzwaarte-indicatie passend is. Op basis van deze indicatie wordt bepaald welke zorg en ondersteuning de zorgvrager nodig heeft en recht op heeft binnen de Wlz.

Slide 35 - Tekstslide

7. Waar / Niet waar
De Jeugdwet geldt voor kinderen en jongeren tot 21 jaar

Slide 36 - Tekstslide

Niet waar
De Jeugdwet geldt voor kinderen en jongeren tot 18 jaar. De Jeugdwet regelt de verantwoordelijkheden van gemeenten op het gebied van jeugdhulp, jeugdbescherming, en jeugdreclassering. De wet is van kracht voor jongeren tot 18 jaar. Vanaf 18 jaar vallen zij onder het volwassenenrechtssysteem en kunnen ze gebruikmaken van de reguliere volwassenenzorg. Er zijn wel uitzonderingen voor jongeren tussen 18 en 23 jaar in bepaalde situaties, zoals verlengde jeugdhulp in sommige gevallen.

Slide 37 - Tekstslide

8. Waar / Niet waar 
Zorg in natura is zorg in de vorm van hulp- en ondersteuningsmiddelen

Slide 38 - Tekstslide

Niet waar
Zorg in natura verwijst naar zorg die in feitelijke, concrete vorm wordt geleverd in plaats van in de vorm van een financiële vergoeding waarmee iemand zelf zorg kan inkopen. Het gaat om zorgdiensten die direct door zorgaanbieders worden geleverd, zoals thuiszorg, verpleging, persoonlijke verzorging of begeleiding.

Hulp- en ondersteuningsmiddelen vallen meestal onder de term "maatwerkvoorzieningen" en kunnen onderdeel zijn van zorg in natura, maar ze worden vaak ook afzonderlijk verstrekt. Bijvoorbeeld, een rollator of een traplift kunnen als hulpmiddelen worden verstrekt, maar ze worden niet direct beschouwd als zorgdiensten.

Slide 39 - Tekstslide

9. Waar / Niet waar
Met een pgb kan een zorgvrager zelf zorgverleners inhuren

Slide 40 - Tekstslide

Waar
Met een persoonsgebonden budget (pgb) kan een zorgvrager zelf zorgverleners inhuren. Een pgb is een geldbedrag waarmee iemand zelf zorg en ondersteuning kan inkopen, in plaats van dat de zorg in natura wordt geleverd door gecontracteerde zorgaanbieders. Met een pgb heeft de zorgvrager meer vrijheid en regie over de eigen zorg, inclusief de keuze van zorgverleners, de planning van zorgmomenten en de invulling van de ondersteuning.

Slide 41 - Tekstslide

10. Waar / niet waar
Een zorgvrager moet een keuze maken tussen een pgb en zorg in natura

Slide 42 - Tekstslide

Waar
In veel gevallen moet een zorgvrager inderdaad een keuze maken tussen een persoonsgebonden budget (pgb) en zorg in natura. Dit hangt af van de wet- en regelgeving in het betreffende land en het type zorg dat de zorgvrager nodig heeft.

Bij zorg in natura ontvangt de zorgvrager de zorg en ondersteuning direct van gecontracteerde zorgaanbieders. Het budget wordt door de instantie (zoals de zorgverzekeraar of gemeente) besteed aan de zorgverlening.
Met een pgb krijgt de zorgvrager een geldbedrag waarmee hij zelf zorgverleners kan inhuren of andere zorggerelateerde kosten kan betalen. Dit geeft de zorgvrager meer flexibiliteit en keuzevrijheid, maar brengt ook meer eigen verantwoordelijkheid met zich mee.

Slide 43 - Tekstslide

Wat neem je mee uit deze les?

Slide 44 - Open vraag

Slide 45 - Tekstslide