18/9 2ha Spelling §4 koppelteken en weglatingsstreepje

  • Neem plaats volgens de plattegrond.
  • Open je boek alvast op blz. 252-253.
  • Log in op LessonUp (de code staat linksonder in beeld!) 
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

  • Neem plaats volgens de plattegrond.
  • Open je boek alvast op blz. 252-253.
  • Log in op LessonUp (de code staat linksonder in beeld!) 

Slide 1 - Tekstslide

1. Het huiswerk nakijken en bespreken.
2. Cursus 7: Spelling, paragraaf 3 afmaken.
3. Uitleg paragraaf 4.
4. Oefenen.
5. Vooruitblikken en afronden.


Wat gaan we vandaag doen?

Slide 2 - Tekstslide

  • Je weet hoe je Engelse en Franse leenwoorden op de juiste manier moet spellen.
  • Je weet waarom we koppeltekens en weglatingsstreepjes gebruiken.
  • Je weet wanneer we koppeltekens en weglatingsstreepjes gebruiken.
Lesdoelen

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Wat zijn leenwoorden ook alweer?
A
Woorden die alleen in het Nederlands voorkomen.
B
Woorden uit andere talen die in het Nederlands worden gebruikt.
C
Woorden die in het Nederlands zijn verzonnen.
D
Woorden die uit het Nederlands zijn geleend door andere talen.

Slide 5 - Quizvraag

Leenwoorden
Zijn woorden die uit een andere taal in het Nederlands terecht zijn gekomen. Deze leenwoorden komen op heel veel gebieden voor. 

We maken samen opdracht 4 en 5.

Slide 6 - Tekstslide

  • Een samenstelling van Engelse leenwoorden schrijf je in het Nederlands als één woord. 
    eyecatcher, multiplechoicevraag, skatebaan

  • Als het rechter deel van de samenstelling een Engels voorzetsel is, plaats je een koppelteken.
    stand-by, back-up,  shout-out

  • Sommige combinaties worden gezien als een woordgroep. Dan schrijf je die delen los:
    compact disc, first lady, make up  

Engelse leenwoorden

Slide 7 - Tekstslide

  • Veel franse woorden schrijf je in het Nederlands zonder accenttekens
    compact, hotel, ragout

  • De accenten op de -e blijven behouden als dat nodig is voor de uitspraak
    Accent aigu
    Accent grave
    Accent circonflexe
Franse leenwoorden

Slide 8 - Tekstslide

Uitlegfilmpje!

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Link

Koppelteken?
A
drieëndertig
B
drie en dertig
C
drie-en-dertig

Slide 11 - Quizvraag

Koppelteken of geen koppelteken?
A
Astma-aanval
B
Astmaaanval

Slide 12 - Quizvraag

Waar is het weglatingsstreepje correct gebruikt?
A
in voor- en tegenspoed
B
bestuurs- en strafrecht
C
in voorspoed en tegen-
D
straf- en bestuursrecht

Slide 13 - Quizvraag

waar is het weglatingsstreepje correct gebruikt
A
voor- en nadelen
B
voor en na-delen
C
voor en -nadelen
D
voor en nadelen

Slide 14 - Quizvraag

waar is het weglatingsstreepje correct gebruikt
A
binnen en buitenkant
B
binnen- en buitenkant

Slide 15 - Quizvraag

Hoe is het weglatingsstreepje goed gebruikt?
A
waak- en zorgzaam
B
waakzaam en zorg-
C
waak en -zorgzaam

Slide 16 - Quizvraag

Wat?
Cursus 7 Spelling, paragraaf 4 Koppelteken en 'weglatingsstreepje'.
Opdracht 1 t/m 4 en 6 (bladzijde 254-255).
Hoe?
Zelfstandig of in tweetallen.
Hulp
De theorie op blz. 254 (groene blokje).
Tijd
Tien minuten.
Waarom?
Om te oefenen met het gebruik van
koppeltekens en weglatingsstreepjes.
Klaar?
Onderzoek alvast wat voor soort boek je wil lezen.
Maken
timer
10:00

Slide 17 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen rodewijnglazen en rode wijnglazen?

Slide 18 - Open vraag

Wat is het verschil tussen een zwarteverfpot en een zwarte verfpot?

Slide 19 - Open vraag

Fictie
Voor woensdag 20 september:
  • Kies een boek uit in de mediatheek, bibliotheek of bij jouw thuis.
  • Neem dit boek mee naar de volgende les. 


Slide 20 - Tekstslide

  • Je weet hoe je Engelse en Franse leenwoorden op de juiste manier moet spellen.
  • Je weet waarom we koppeltekens en weglatingsstreepjes gebruiken.
  • Je weet wanneer we koppeltekens en weglatingsstreepjes gebruiken.
Lesdoelen

Slide 21 - Tekstslide