Thema 5 Herhalen en oefentoets op laptop

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologiePraktijkonderwijsLeerjaar 1,2

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat moet je leren voor de toets?
Leren BS 1 tot en met BS 5 
Leren de vetgedrukte begrippen
Leer de plaatjes heeeeeeel goed!!!
Leer de stukjes 'om te onthouden'

TOETS VOLGENDE LES op laptop

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de Huid

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De opperhuid
De eerste laag van de huid is de opperhuid.

Bestaat uit:
  • Hoornlaag, beschermt tegen beschadiging en uitdroging, ziekteverwekkers
  • Kiemlaag

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De lederhuid
Onder de opperhuid ligt de lederhuid met daarin:
  • haarzakjes
  • talgklieren(talg houdt haar en hoornlaag soepel)
  • zweetklieren
  • warmte-, koude-, druk-, en tastzintuigen
  • pijnpunten, haarspiertjes en bloedvaten


Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Buitenkant oor
Met je oren neem je geluid waar. Geluiden zijn trillingen van de lucht. De oorschelp vangt het geluid op. De geluiden komen dan in de gehoorgang terecht. 
Oorschelp
Oorlelletje
Gehoorgang

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Binnenkant oor
Trilling > gehoorgang > trommelvlies trilt > gehoorbeentjes trillen >  trilling naar slakkenhuis > slakkenhuis geeft impulsen af aan gehoorzenuw > 
gehoorzenuw vervoert 
impulsen naar de hersenen
> je hoort geluid.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

oor
  • Oorsmeerkliertjes
  • Trommelvlies
  • Gehoorbeentjes
  • Slakkenhuis met zintuigcellen
  • Gehoorzenuw naar hersenen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Buis van Eustachius
Luchtdruk van gehoorgang en trommelholte moet gelijk zijn, dan werkt het trommelvlies het beste

  • Bij slikken of gapen, gaat via de buis van Eustachius lucht  van de trommelholte  naar de keelholte of andersom.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Buitenkant oog
  • Ooglid met wimpers: houden stof, vuil en licht uit het oog
  • Wenkbrauwen: houden zweet/vocht uit het oog
  • Harde oogvlies: witte gedeelte in je oog 
  • Iris: gekleurde deel van je oog
  • Pupil: opening in de iris die hoeveelheid licht regelt
  • Over de iris en pupil ligt het hoornvlies, deze is doorzichtig

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Buitenkant oog
Boven de ogen liggen traanklieren:: maken traanvocht.
Tijdens het knipperen 
wordt traanvocht over ogen 
verdeeld zodat deze niet uitdrogen en spoelt het stof weg.
Teveel vocht wordt via traanbuizen 
afgevoerd naar neusholte.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Binnenkant oog
oogspieren: draaien ogen in richting waarin je kijkt
- vast aan harde oogvlies

glasachtig lichaam: oogbol mee gevuld

lens: zorgt ervoor dat je scherp kunt zien 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De binnenkant van het oog
3 lagen:
Harde oogvlies
- bescherming 
Vaatvlies
- bloedvaten + pupil
Netvlies
- zintuigcellen: hierin worden prikkels 
omgezet in impulsen en via oogzenuw naar 
hersenen

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bouw en functie
Gele vlek: hiermee zie je het scherpst (daar waar je naar kijkt, valt op dit gebied van het netvlies)

Blinde vlek: daar verlaten de zenuwcellen het oog. 
In de blinde vlek liggen geen zintuigcellen

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bijziend

Dichtbij goed zien, veraf niet.

Holle lenzen (-lenzen)
Verziend

Veraf goed zien, dichtbij niet

Bolle lenzen (+lenzen)

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gedrag
  • Alles wat mensen en dieren doen is gedrag.
    Bijv. lachen, slapen, eten, dansen, schreeuwen, gewoon stilstaan, enz.

  • Dingen die je doet noem je handelingen. Handelingen hebben samen een doel. Gedrag bestaat uit handelingen.

Slide 16 - Tekstslide

Gedrag is in essentie alles wat dieren en mensen doen. Of het nu dansen is, schreeuwen, eten of slapen. Dit is allemaal gedrag.

En gedrag bestaat uit verschillende handelingen. Denk aan eten, je moet het vinden, voorbereiden op eten en afruimen als je klaar bent.
Reageren
Zintuigen reageren op prikkels door impulsen naar de hersenen te sturen.

Bij het reageren sturen de hersenen een impuls naar de spieren. 

Een bewuste reactie op een prikkel heet een respons.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inwendige prikkel
Uitwendige prikkel

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gedrag is combinatie van aangeboren en aangeleerd gedrag
Maar ook praten, met lepel eten,
lopen en fietsen is aangeleerd.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Normen en waarden
Mensen denken na over hun gedrag en beoordelen dat van zichzelf en anderen.
Afwijkend gedrag wordt afgekeurd (en bestraft). 

Een waarde is wat wij belangrijk vinden (vb. eerlijkheid) en de bijbehorende normen zijn de gedragsregels (vb. niet stelen).

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak oefentoets op laptop
Ga naar Learnbeat
Kopje 5.1 Waarnemen en gedrag (maak deel 1 en 2)
Sla over: hormonen en eilandjes van langerhans

Klaar?-> Vraag docent antwoorden open te zetten
Klaar?-> Lees: 'om te onthouden' in boek
VOLGENDE LES = TOETS OP LAPTOP

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies