samenstellingen

Nederlands
Samenstellingen 

We starten met lezen. 
timer
10:00
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Nederlands
Samenstellingen 

We starten met lezen. 
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
Je leert wat samenstellingen zijn 
en hoe je deze schrijft. 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Aan elkaar of los?
  1. Als twee of meer woorden samen één begrip vormen, schrijf je ze aan elkaar. inhalen, opdrogen, radarboot en koffiebekerhouder.
  2. De delen van splitsbare werkwoorden schrijf je aan elkaar als ze bij elkaar staan; Heb jij de opdracht voor aardrijkskunde al afgemaakt? 
  3. Samengestelde aardrijkskundige namen schrijf je met hoofdletters en een koppelteken; Noord-Holland
  4. Woorden die bestaan uit er, daar, hier of waar, en een voorzetsel, schrijf je aan elkaar.
  5. Getallen tot en met duizend schrijf je aan elkaar.

Slide 4 - Tekstslide

tussenletter-en- , -s-
Tussenletter –en-
Het eerste deel heeft alleen een meervoud op –en-
krant + jongen = krantenjongen                                                      luis + kam = luizenkam

De tussenletter –s-
Kun je meestal horen: bokser + neus = boksersneus.
Hoor je de extra –s- niet, vervang dan het tweede deel:
damesschoen, vervang schoen door toilet --> damestoilet ( dus bij damesschoen ook een tussen –s-)

Slide 5 - Tekstslide

Tussenletters
Je kunt niet altijd twee woorden aan elkaar plakken, soms heb je een tussenletter nodig. 

Bijvoorbeeld:
paard + stal = paardenstal


Slide 6 - Tekstslide

Tussenletter -e-
- Het eerste deel heeft een meervoud op –en én op –s. -->seconde + wijzer = secondewijzer 
meervoud van seconde is: seconden en secondes


- Het eerste deel heeft géén meervoud. --> rijst + pap = rijstepap
--> rijst heeft geen meervoud.


- Het eerste deel heeft een meervoud op –s --> horloge + maker= horlogemaker
-->het meervoud van horloge is horloges.

Slide 7 - Tekstslide

Tussenletter -e-
- Het eerste deel heeft een versterkende betekenis
 beer + sterk = beresterk --> zo sterk als een beer


- Het eerste deel is geen zelfstandig naamwoord
 lach + bek = lachebek, want lach is hier een vorm van het werkwoord lachen


- Het eerste deel, daar is er maar één van.
zon + bril = zonnebril --> er is maar één zon.

Slide 8 - Tekstslide

Wat is de samenstelling?

mening + verschil

Slide 9 - Open vraag

Wat is de samenstelling?

brood + mes

Slide 10 - Open vraag

Wat is de samenstelling?
Voeg waar nodig de tussenletters -e- of -en- toe.

zon + bloem =

Slide 11 - Open vraag

Wat is de samenstelling?
Voeg waar nodig de tussenletters -e- of -en- toe.

pan + koek =

Slide 12 - Open vraag

Wat is de samenstelling?
Voeg waar nodig de tussenletters -e- of -en- toe.

Druif + sap =

Slide 13 - Open vraag

Wat is de samenstelling?
Voeg waar nodig de tussenletters -e- of -en- toe.

beer + sterk =

Slide 14 - Open vraag

Wat is de samenstelling?

auto + sleutel

Slide 15 - Open vraag

Wat is de samenstelling?
Voeg waar nodig de tussenletters -e- of -en- toe.

kat + bak =

Slide 16 - Open vraag

Maak de opdrachten 1 t/m 6 op bladzijde 136 -137


Maandag bespreken we de werkwoordspelling

Slide 17 - Tekstslide