werkwoordspelling les 2: persoonsvorm tegenwoordige tijd

WERKWOORDSPELLING
LES 2: persoonsvorm tegenwoordige tijd
Nederlands
 
 VWO 1 P1 2021-2022
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

WERKWOORDSPELLING
LES 2: persoonsvorm tegenwoordige tijd
Nederlands
 
 VWO 1 P1 2021-2022

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik

Vorige les heb je geleerd ...:

... hoe de spellingcontrole werkt.
... wat de spellingcontrole wel/niet uit teksten haalt. 


Slide 2 - Tekstslide

Vooruitblik
Aan het einde van deze les ...:

... weet je hoe de persoonsvorm in een zin kunt vinden.
... weet je hoe je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd op de juiste manier kunt vervoegen. 

Slide 3 - Tekstslide

timer
1:00
Wat weet je nog over werkwoordspelling op de basisschool?

Slide 4 - Woordweb

Hoe vind je de persoonsvorm in een zin? Er zijn meerdere antwoorden mogelijk.

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Op de volgende slides volgt een aantal meerkeuzevragen. 

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag!
Schrijf van de werkwoorden op slide 15 t/m 26
de stam en de ik-vorm op.

Slide 14 - Tekstslide

beklimmen

Slide 15 - Open vraag

mixen

Slide 16 - Open vraag

blazen

Slide 17 - Open vraag

saven

Slide 18 - Open vraag

zich afvragen

Slide 19 - Open vraag

flossen

Slide 20 - Open vraag

overgeven

Slide 21 - Open vraag

zich schamen

Slide 22 - Open vraag

afblijven

Slide 23 - Open vraag

scrubben

Slide 24 - Open vraag

zich ergeren

Slide 25 - Open vraag

fronzen

Slide 26 - Open vraag

Aan de slag met de PVTT!
Op de volgende slides volgt een aantal meerkeuzevragen over de persoonsvorm tegenwoordige tijd

  • Kies steeds de juiste letter.
  • Controleer je antwoord.
  • Begrijp je waarom je antwoord goed/fout is?
  • Zo nee: vraag de docent om hulp.

Slide 27 - Tekstslide

PVTT
Hoe lang .... hij het ... (uithouden)?
timer
0:10
A
houd...uit
B
hout...uit
C
houdt...uit

Slide 28 - Quizvraag

PVTT
Zij beoordeel.... de gebeurtenis
niet erg objectief.
timer
0:10
A
beoordeeld
B
beoordeelt
C
beoordeeldt

Slide 29 - Quizvraag

PVTT
Wor... je nog opgenomen in
de selectie van het eerste elftal?
timer
0:10
A
Word
B
Wort
C
Wordt

Slide 30 - Quizvraag

PVTT
Beantwoor.... hij de post altijd
zo laat?
timer
0:10
A
Beantwoord
B
Beantwoordt
C
Beantwoort

Slide 31 - Quizvraag

PVTT
Het gebeur... de laatste tijd
steeds meer.
timer
0:10
A
gebeurd
B
gebeurt
C
gebeurdt

Slide 32 - Quizvraag

PVTT
Bran.... je handen niet aan die
hete pan!
timer
0:10
A
brand
B
brant
C
brandt

Slide 33 - Quizvraag

PVTT
Vin... je leraar het goed dat je
met je iPhone speelt tijdens de les?
timer
0:10
A
Vind
B
Vint
C
Vindt

Slide 34 - Quizvraag

PVTT
Hij geloof... niet dat dat mogelijk
is met dat toestel.
timer
0:10
A
geloofd
B
gelooft
C
geloofdt

Slide 35 - Quizvraag

PVTT
Als je hem ondervraag..., moet je
hem recht aankijken.
timer
0:10
A
ondervraagd
B
ondervraagt
C
ondervraagdt

Slide 36 - Quizvraag

PVTT
Weet je wel wat het beteken.... als
je werkwoordspelling echt beheerst!
timer
0:10
A
betekend
B
betekent
C
betekende
D
betekente

Slide 37 - Quizvraag

Aan de slag met Engelse ww PVTT!
Op de volgende slides volgt een aantal meerkeuzevragen over Engelse werkwoorden in de persoonsvorm tegenwoordige tijd

  • Kies steeds de juiste letter.
  • Controleer je antwoord.
  • Begrijp je waarom je antwoord goed/fout is?
  • Zo nee: vraag de docent om hulp.

Slide 38 - Tekstslide

Engelse werkwoorden
Vervoeg op de juiste manier in de persoonsvorm tegenwoordige tijd. Mijn vader (downloaden)
A
download
B
downloat
C
downloadt
D
downloadde

Slide 39 - Quizvraag

Engelse werkwoorden
Vervoeg op de juiste manier in de persoonsvorm tegenwoordige tijd. Jason (barbecueën)
A
barbecued
B
barbecuedt
C
barbecuet
D
barbecuette

Slide 40 - Quizvraag

Engelse werkwoorden
Vervoeg op de juiste manier in de persoonsvorm tegenwoordige tijd. Mijn vriendje (skaten)
A
skatet
B
skate
C
skated

Slide 41 - Quizvraag

Aan de slag met de PVTT!

Op de volgende slides volgt een aantal opdrachten over (Engelse werkwoorden in) de persoonsvorm tegenwoordige tijd

De onderstrepingen zijn linkjes. Klik hierop om bij de opdrachten te komen.

Slide 42 - Tekstslide

Aan de slag met de PV TT
Maak: opdracht 1          

Klik op de linkjes om bij de opdrachten te komen.

Slide 43 - Tekstslide

Aan de slag met de PV TT
Klik op de linkjes om bij de opdrachten te komen.

Slide 44 - Tekstslide

Aan de slag met Engelse werkwoorden PVTT
Klik op de linkjes om bij de opdrachten te komen.

Slide 45 - Tekstslide