Les 1. Lichaamshygiëne + deeltoets

Les 1. Lichaamshygiëne
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
D&ZVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Les 1. Lichaamshygiëne

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je nog over de vorige periode?

Slide 2 - Woordweb

Na deze les weet ik 
- hoe ik mijn lichaam verzorg
- welke verzorgingsproducten ik kan kiezen
- wat kwetsbare plekken op het lichaam zijn

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Ochtend rituelen 
- Wakker worden
- Opstaan
- Tanden poetsen
- Douchen 

Slide 5 - Tekstslide

Lichaamshygiëne
Je huid wordt vuil. Bijvoorbeeld door stof en ander vuil. Maar ook door zweet, huidschilfers en huidvet. Huidschilfers zijn stukjes oude huid die van je lichaam afvallen. Huidvet is een dun laagje vet dat op je huid zit. Omdat je huid vuil wordt, moet je, je lichaam goed schoonhouden. Het schoonhouden van het lichaam noemen we lichaamshygiëne.

Slide 6 - Tekstslide

Hoe pak je dat aan?
Was je lichaam elke dag met een schone washand, zeep en water. 
--> een schone washand betekend hier; schoon uit de was.
Je kunt je wassen bij de wastafel of onder de douche. Zeep je lichaam goed in. De zeep maak de bacteriën dood. Spoel je daarna af met water, droog je af met een schone handdoek.
--> een schone handdoek betekend hier; schoon uit de was.

Slide 7 - Tekstslide

Verzorgingsproducten kiezen
Er zijn veel verschillende soorten verzorgingsproducten voor de huid. Bijvoorbeeld zeep, wasgel of douche crème. Maar ook deodorant. Bodylotion of olie om je hui mee in te smeren. Niet iedereen verdraagt alle producten. Sommige mensen zijn overgevoelig voor een bepaald producten. Dan krijg je bijvoorbeeld bultjes op je huid, of je huid gaat jeuken. Dan kan je beter een ander verzorgingsproduct uitproberen.
Je kiest voor verzorgingsproducten die;
- je goed kan verdragen en waar je niet overgevoelig voor bent
- prettig aanvoelen op de huid
- lekker ruiken

Slide 8 - Tekstslide

Geurtjes
Je wast je lichaam om het schoon te houden en je wilt fris ruiken. Dat is fijn voor jezelf en het is prettig voor anderen. Soms is wassen alleen niet genoeg om nare geurtjes te voorkomen. Bijvoorbeeld als je veel zweet. Je kunt dan deodorant onder je oksels doen. Daardoor ga je wat minder snel zweten. En als je toch aan het zweten bent? Dan ruikt het fris naar deodorant. Voor zweetvoeten zijn er ook speciale producten. Als je die op je voeten doet, dan zweten je voeten minder. Ook ruikt het frisser.

Slide 9 - Tekstslide

Kwetsbare plekken
De ene plek op het lichaam wordt sneller vuil dan de andere. Dat komt omdat bacteriën zich daar sneller verzamelen. Bacteriën zijn piepkleine beestjes die je niet kunt zien. Sommige bacteriën kunnen je ziek maken. Bacteriën verzamelen zich snel op de handen en de voeten. Je pikt de bacteriën op als je dingen aanraakt of als je met blote voeten loopt. Bacteriën vermenigvuldigen zich snel op warme en vochtige plekken. Bacteriën moet je wegwassen, anders gaan ze vies ruiken of je krijgt er ontstekingen van.

Slide 10 - Tekstslide

Je moet je lichaam goed insmeren met __________________? (1p)
A
water
B
zeep

Slide 11 - Quizvraag

De zeep maakt de ____________________ dood. (1p)
A
Bacteriën
B
huidschilfers

Slide 12 - Quizvraag

Spoel je lichaam af met ___________. (1p)
A
vet
B
water

Slide 13 - Quizvraag

Waarom gebruik je deodorant? (1p)
A
ziet er zo leuk uit
B
helpt tegen het zweten en zweetlucht
C
helpt tegen etenslucht
D
dan hoef ik mijn kleren niet te wassen

Slide 14 - Quizvraag

Wat zijn bacteriën? (1p)
A
piepkleine deeltjes
B
piepkleine kruimels
C
piepkleine beestjes
D
piepkleine pluizen

Slide 15 - Quizvraag

Waar vermenigvuldigen bacteriën zich snel? (1p)
A
warme en vochtige plekken
B
koude en natte plekken
C
warme en koude plekken
D
warme en droge plekken

Slide 16 - Quizvraag

Wat kan er met de huid gebeuren als je overgevoelig bent voor een verzorgingsproduct. (1p)
A
kriebelen en vlekken
B
jeuken en vlekken
C
kriebelen en bultjes
D
jeuken en bultjes

Slide 17 - Quizvraag

Waarom moet je bacteriën wegwassen? (2p)
A
Anders gaan ze vies ruiken en schimmelen
B
Anders gaan ze vies ruiken en onsteken
C
anders gaan ze schimmelen en ontsteken

Slide 18 - Quizvraag

Benoem twee verzorgingsproducten die je kunt gebruiken (1p)

Slide 19 - Open vraag