Grammatica H3

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Grammatica H3

Wat gaan we doen?

-Uitleg H3: wederkerend/wederkerig voornaamwoord

doelen H3

-Ik kan het verschil tussen een wederkerend en een wederkerig voornaamwoord uitleggen.

-Ik kan wederkerende en wederkerige voornaamwoorden in een zin herkennen en benoemen.

terugblik: persoonlijk voornaamwoord

-verwijst naar een persoon of een groep personen, zonder ze 

   bij naam te noemen:

   ik, jij, je, jou hij, zij, ze wij,  we, jullie, het, hen, hun, etc.

-is altijd te vervangen door een naam/namen

terugblik: persoonlijk voornaamwoord

-Ga je met mij mee naar het park?

  ->Gaat Marc met Rosa mee naar het park?

-Mag ik het boek van jou lenen?

  -> Mag Marc het boek van Rosa lenen?

vergelijk

1. Hij bezeert zich    -    Hij bezeert ...

2. Wij haasten ons   -    Wij haasten ...

wederkerend voornaamwoord

1. Hij bezeert zich    

2. Wij haasten ons   

3. Zij amuseren zich

        

      ->  werkwoorden met 'zich'

verplicht wederkerend

-Ik vergis me

-Jij schaamt je

-Hij verslaapt zich

-Wij haasten ons

toevallig wederkerend

-Ik bezeer me

-Jij scheert je

-Hij verwondt zich

-Wij vermaken ons

wederkerig voornaamwoord

-elkaar

-elkander

-(mekaar)

Benoem de voornaamwoorden 'wij', 'ons' en 'niets' in onderstaande zin.

Wij herinneren ons niets van de vorige les.

-persoonlijk voornaamwoord

-aanwijzend voornaamwoord

-bezittelijk voornaamwoord

-betrekkelijk voornaamwoord

-onbepaald voornaamwoord

-wederkerend voornaamwoord

-wederkerig voornaamwoord

En nu?

Grammatica H3: wederkerend/wederkerig vnw (blz. 98, 99)

1) Maak opdr. 1

2) Maak opdr. 2

     Let op: benoem alleen de voornaamwoorden bij opdr. 2.