P1 WEEK 2 M4 - INFORMATIE TECHNOLOGIE

Week 2 les 1
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
InformaticaMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Week 2 les 1

Slide 1 - Tekstslide

Startklaar zitten.
STARTKLAAR!
Tellie in zakkie

Slide 2 - Tekstslide

Startklaar zitten.
Voorkennis activeren

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

welke thema heb jij gekozen

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

LEERDOELEN
De leerling kan zelfstandig relevante informatie zoeken, beoordelen op betrouwbaarheid en toepassen in een specifieke context.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voor de docent 
Hierbij kan de leerling:


  • Zoekstrategieën toepassen: Het formuleren van gerichte zoekvragen en het gebruik van passende zoekmethoden.
  • Bronnen evalueren: Kritisch beoordelen van informatiebronnen op aspecten zoals auteurschap, actualiteit en objectiviteit.
  • Informatie verwerken: Gevonden informatie analyseren en effectief gebruiken binnen een gegeven opdracht of project.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is zoeken
Betekent het proberen te vinden van 
een voorwerp, situatie, beschrijving 
of oplossing. 





Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stappen om te zoeken
Bepaal je informatiebehoefte
Formuleer zoektermen
Kies geschikte informatiebronnen
Voer de zoekopdracht uit
Beoordeel de gevonden informatie
Verwerk en organiseer de informatie
Evalueer het zoekproces




Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stappen om te zoeken
Bepaal je informatiebehoefte

Definieer duidelijk het onderwerp of de vraag waarover je informatie zoekt.
Identificeer de hoofd- en subonderwerpen.
Stel vast welke specifieke informatie je nodig hebt en in welke mate.
Formuleer zoektermen

Bepaal de belangrijkste termen die je onderwerp beschrijven.
Denk aan synoniemen, afkortingen en vertalingen van deze termen.
Overweeg bredere en specifiekere termen om je zoekopdracht te verfijnen.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stappen om te zoeken
Kies geschikte informatiebronnen

Selecteer bronnen die relevant zijn voor je onderwerp, zoals boeken, wetenschappelijke artikelen, websites of databases.
Overweeg zowel digitale als fysieke bronnen.
Gebruik bibliotheekcatalogi, online databases en zoekmachines om bronnen te vinden.
Voer de zoekopdracht uit

Gebruik de geformuleerde zoektermen in de gekozen informatiebronnen.
Pas zoektechnieken toe, zoals het gebruik van aanhalingstekens voor exacte woordcombinaties of Booleaanse operatoren (AND, OR, NOT) om zoekresultaten te verfijnen.
Maak gebruik van filters en sorteeropties om de meest relevante resultaten te verkrijgen.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stappen om te zoeken
Beoordeel de gevonden informatie

Controleer de betrouwbaarheid van de bron door te kijken naar de auteur, publicatiedatum en de reputatie van de uitgever.
Evalueer de relevantie van de informatie voor je onderwerp.
Let op eventuele vooringenomenheid of belangen van de auteur.
Verwerk en organiseer de informatie

Noteer de belangrijkste punten uit de geselecteerde bronnen.
Organiseer de informatie op een logische manier die aansluit bij je onderzoeksvraag of onderwerp.
Zorg voor correcte bronvermelding om plagiaat te voorkomen.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stappen om te zoeken
Evalueer het zoekproces

Reflecteer op de effectiviteit van je zoekstrategie.
Bepaal of de gevonden informatie voldoet aan je behoeften.
Identificeer mogelijke verbeterpunten voor toekomstige zoekopdrachten.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Betrouwbare informatie
Betrouwbare informatie is informatie die feitelijk 
correct, actueel en afkomstig is van een 
geloofwaardige bron. 


Benoem een situatie kort geleden dat je dacht dat het 
betrouwbare info was terwijl je later achter kwam dat
het niet zo is (5 minuten)




Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stappen tot Betrouwbare informatie komen
Controleer de bron
Evalueer de inhoud
Controleer de actualiteit
Vergelijk met andere bronnen
Let op de presentatie

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is Concept ontwikkeling
Conceptontwikkeling is het proces waarbij 
een idee wordt uitgewerkt tot een duidelijk 
en uitvoerbaar plan.

Het begint dus bij een idee


Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is Concept ontwikkeling
Conceptontwikkeling is het proces waarbij 
een idee wordt uitgewerkt tot een duidelijk 
en uitvoerbaar plan.

Het begint dus bij een idee


Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stappen concept ontwikkeling
Ideeën genereren: Het verzamelen van creatieve ideeën die aansluiten bij de behoeften van de doelgroep.
Onderzoek en analyse: Het evalueren van de haalbaarheid en potentie van deze ideeën door middel van marktonderzoek en concurrentieanalyse.
Conceptdefinitie: Het formuleren van een helder concept dat richting geeft aan de verdere ontwikkeling en uitvoering.
Prototyping en testen: Het creëren van prototypes om het concept te visualiseren en te testen bij de doelgroep.
Evaluatie en bijstelling: Op basis van feedback het concept verfijnen en optimaliseren voor implementatie.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag  gaan jullie aan de slag met
  • Ideeën genereren: Het verzamelen van creatieve ideeën die aansluiten bij de behoeften van de doelgroep.
  • Onderzoek en analyse: Het evalueren van de haalbaarheid en potentie van deze ideeën
  • Conceptdefinitie: Het formuleren van een helder concept dat richting geeft aan de verdere ontwikkeling en uitvoering.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik weet nu wat betrouwbare informatie is
Ja
Deels
Nee

Slide 19 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Geef de stappen die nodig zijn om tot betrouwbare informatie te komen.

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting
- Klassikaal doornemen

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Week 2 les 2

Slide 22 - Tekstslide

Startklaar zitten.
STARTKLAAR!
Tellie in zakkie

Slide 23 - Tekstslide

Startklaar zitten.
Voorkennis activeren

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kleur kan de .... van de mens beinvloeden

Slide 25 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is het verstandig om rekening te houden met marges bij het maken van een poster?
A
Om de variatie in lettertypes te maximaliseren
B
Om een nette en gebalanceerde uitstraling te creëren
C
Om de poster zo vol mogelijk te maken
D
Om de boodschap krachtiger over te brengen

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het doel van het gebruik van marges bij een poster?
A
Het verminderen van de leesbaarheid
B
Het maximaliseren van de ruimte
C
Het creëren van een visueel evenwicht
D
Het verbergen van relevante informatie

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
De leerling kan verschillende posterformaten herkennen en toepassen bij het ontwerpen van een poster.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voor de docent
Hierbij kan de leerling:

  • Uitleggen wat de meest gebruikte posterformaten zijn, zoals A4, A3, A2, en A1, en het verschil tussen deze formaten beschrijven.
  • Een passend formaat kiezen op basis van het doel en de context van de poster (bijvoorbeeld: A4 voor kleine presentaties, A1 voor grote evenementen).
  • Het gekozen posterformaat op de juiste manier toepassen in het ontwerp, rekening houdend met verhoudingen, leesbaarheid van de tekst, en de indeling van afbeeldingen en tekst.
  • Controleren of de lay-out, marges en teksten goed zichtbaar en leesbaar zijn binnen het gekozen formaat, en het ontwerp zo nodig aanpassen.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De A, B en C papierformaten
  • "A" staat voor de eerste serie papierformaten in deze ISO 216-norm
  • Je bent ook de B en C serie
  • ISO 216-norm is een standaard voor papier formaten
  • ISO 216-norm is een internationaal afspraak


Waarom is het belangrijk dat er internationale afspraken hierover worden gemaakt?

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toepassing van de A, B en C formaten
  • A-serie => documenten, brieven, posters
  • B-Serie => Poster, grotere documenten, boeken, publicaties
  • C-Serie => Enveloppen (gemaakt zodat A-serie er makkelijk in past)

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De A formaten
  • A0, A1, A2, A3, A4, A5 enz.

A4 is het formaat die iedereen wel kent. Bijvoorbeeld de brieven van de school.


Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoek uit wat is de afmeting van een A4 formaat en een A3 formaat en typ dat hieronder

Slide 33 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

In welke formaat zou jij jouw poster ontwerpen?

Slide 34 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Kijk hoe groot jouw poster nu is in photopea in mm. Ga naar afbeelding -> canvasgrootte

Slide 35 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Verander het formaat van jouw poster
Jij mag zelf kiezen welke formaat uit hieronder en wijzig dit voor jouw huidige poster in photopea

A0 = 841 mm x 1189 mm
A1  = 594 mm x 841 mm
A2 = 420 mm x  594 mm
A3 = 297 mm x 420 mm


valt jullie iets op in de afmetingen?



Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ga verder aan de slag met jouw poster
Ga aan de slag met jouw poster en verbeter het aan de hand van de feedback van de docent

Lever eind van de les in via teams voor feedback.

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik weet nu welke series aan papierformaten zijn
Ja
Deels
Nee

Slide 38 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Welke series aan papierformaten hebben wij?

Slide 39 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting
Klasikaal doornemen

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies