Les 34 - verwijswoorden

Les 34 - verwijswoorden
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSecundair onderwijs

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 25 min

Onderdelen in deze les

Les 34 - verwijswoorden

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Als je tanden wisselen, waar blijft dan de tandwortel? Die lost op in je kaak.

Slide 3 - Open vraag

Als je tanden wisselen, waar blijft dan de tandwortel? Die lost op in je kaak. Of in wetenschappelijke taal: hij resorbeert.

Slide 4 - Open vraag

Rond je zesde jaar ontstaan onder de melktanden je permanente tanden. Die groeien langzaam omhoog en drukken tegen de wortel van de melktand.

Slide 5 - Open vraag

De druk zorgt ervoor dat het lichaam speciale cellen aanmaakt die de wortel oplossen.

Slide 6 - Open vraag

De druk zorgt ervoor dat het lichaam speciale cellen aanmaakt die de wortel oplossen. Zodra hij weg is, valt de melktand uit en ontstaat er plaats voor de permanente tand.

Slide 7 - Open vraag

Maak zelf een zin met een verwijswoord.
  • Bekijk de woorden / woordgroepen op de volgende slide. 
  • Kies een woord / woordgroep.
  • Noteer een zin met dit woord / deze woordgroep. 
  • Noteer een zin eronder waarbij je verwijst naar het woord / de woordgroep.

Slide 8 - Tekstslide

Maak een keuze uit volgende woorden / woordgroepen
in de badkamer
piercing
mevrouw Heinze
speelgoed
bibliotheek
laptop
pannenkoek
strand
tandpasta
het schilderij 'Mona Lisa'
meneer Ceyssens
op het strand
de app TikTok
de leerlingen van 2A
in de frituur
wafels verkopen
tankstation
in de dierentuin

Slide 9 - Tekstslide

Vul hier je zinnen in.

Slide 10 - Open vraag