Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
EXAMEN KB oefenen
Wat voor soort hulp wordt er verleend wanneer er in een land een aardbeving heeft plaatsgevonden?
A
Noodhulp
B
Structurele hulp
C
bileterale hulp
D
frictie hulp
1 / 22
volgende
Slide 1:
Quizvraag
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
In deze les zitten
22 slides
, met
interactieve quizzen
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Wat voor soort hulp wordt er verleend wanneer er in een land een aardbeving heeft plaatsgevonden?
A
Noodhulp
B
Structurele hulp
C
bileterale hulp
D
frictie hulp
Slide 1 - Quizvraag
Verbetering van onderwijs is een voorbeeld van
A
noodhulp
B
structurele hulp
Slide 2 - Quizvraag
Hoe noemen wij de hulp waar voorwaarden aan gesteld worden?
A
Ongebonden hulp
B
Gebonden hulp
C
structurele hulp
D
noodhulp
Slide 3 - Quizvraag
Wat voor soort hulp wordt er verleend wanneer er men in een land een de vicieuze cirkel wil doorbreken?
A
Noodhulp
B
Structurele hulp
Slide 4 - Quizvraag
Wat is de arbeidstijdenwet?
A
Wet met regels voor werk- en rusttijden.
B
Wet met regels voor veilige en gezonde arbeidsomstandigheden.
C
Tijd tussen het moment waarop je ontslag neemt of krijgt en de einddatum van je baan.
D
Het juiste antwoord staat er NIET bij
Slide 5 - Quizvraag
In een land met een gesloten economie zorgt de export voor veel werkgelegenheid.
A
juist
B
onjuist
Slide 6 - Quizvraag
In een land met een open economie hebben consumenten een ruime keuze uit producten.
A
juist
B
onjuist
Slide 7 - Quizvraag
Geef een voorbeeld van een sociaal gevolg van werkloosheid.
Slide 8 - Open vraag
Hoe noem je de werkloosheid die daalt doordat consumenten meer besteden?
A
frictiewerkloosheid
B
conjuncturele werkloosheid
C
structurele werkloosheid
D
flexibele werkloosheid
Slide 9 - Quizvraag
Bij vrijhandel heb je te maken met protectiemaatregelen.
A
Juist
B
onjuist
Slide 10 - Quizvraag
“Het aanbod van arbeid is groter dan de vraag ernaar ” .
A
werkgelegenheid
B
werkloosheid
C
arbeidsmarkt
D
beroepsbevolking
Slide 11 - Quizvraag
“Een overzicht van alle betalingen aan het buitenland en alle ontvangsten uit het buitenland”
A
internationale balans
B
exportbalans
C
betalingsbalans
D
begroting
Slide 12 - Quizvraag
In de EU zijn geen invoerrechten.
Wat zijn invoerrechten
A
belasting over spullen uit het buitenland
B
belasting over spullen naar het buitenland
C
een soort BTW
D
Exportbelastingen
Slide 13 - Quizvraag
Een voorbeeld van een protectiemaatregel is contingentering. Wat is contingentering?
A
Het heffen van extra belastingen op invoerproducten
B
Het stellen van een beperkte hoeveelheid van invoerproducten
C
Het stellen van extra strenge regels op invoerproducten
D
Het verbieden van invoer van bepaalde producten
Slide 14 - Quizvraag
Wat is Fairtrade?
A
Eerlijke handel: de boer krijgt een eerlijke prijs voor het product.
B
Eerlijk spel: iedereen houdt zich aan de spelregels.
C
Producten die kleinschalig worden verbouwd, kleine akkers en kleine stallen.
D
Producten die zijn verbouwd zonder het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen of kunstmest.
Slide 15 - Quizvraag
Wat is de Europese Unie?
A
een samenwerkings verband van staten
B
Landen waar de Euro het betaalmiddel is
C
Het continent Europa
D
Een Staat
Slide 16 - Quizvraag
Aantal inwoners: 1.967.709
Nationaal inkomen: $3.270 miljoen
Inkomen per hoofd?
A
$1662
B
$6018
C
$11.902
D
$15.602
Slide 17 - Quizvraag
Welke inkomensvorm hoort niet in het rijtje thuis van belangrijkste inkomensvormen?
A
Inkomen uit arbeid
B
Inkomen uit directe ruil
C
Inkomen uit bezit
D
Overdrachtsinkomen
Slide 18 - Quizvraag
Kruis de spaarmotieven aan.
A
Sparen voor een doel
B
Sparen voor rente
C
Sparen voor inkomstendaling
D
Sparen uit voorzorg
Slide 19 - Quizvraag
Wat zijn spaarmotieven?
A
Voorzorg
B
Doel
C
Vakantie
D
Rente
Slide 20 - Quizvraag
Een prijs van een RedBull was eerst €1,29 en nu €1,49. Bereken de procentuele prijsverandering.
(nieuw - oud) : oud x 100%
A
12,5%
B
15,5%
C
16,5%
D
13,5%
Slide 21 - Quizvraag
Als de importwaarde €239 miljard is en de exportwaarde €360 miljard. Wat is dan het handelssaldo?
A
Tekort van €121 miljard
B
Tekort van €599 miljard
C
Overschot van €599 miljard
D
Overschot van €121 miljard
Slide 22 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Leerjaar 4 Economie hst 5 Quizzzzz
Februari 2021
- Les met
18 slides
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
hoofdstuk5kader4
December 2021
- Les met
28 slides
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
Paragraaf 7 De Europese Unie en de rest van de wereld
Januari 2021
- Les met
11 slides
Economie
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 4
7.2 Kunnen we vrij handelen? ZNV
Maart 2023
- Les met
40 slides
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
klas 3 hoofdstuk 8
Maart 2022
- Les met
19 slides
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
8.3 Vrijhandel of niet?
Mei 2020
- Les met
17 slides
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3
7.2 Kunnen we vrij handelen?
Januari 2024
- Les met
19 slides
Economie
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 4
8.3 Vrijhandel of niet?
Februari 2018
- Les met
38 slides
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3