7.2 Kunnen we vrij handelen? ZNV

7.1. herhaling
Invoer / import
Uitvoer / export
  • Nederland heeft een open economie
  • Tegenovergestelde: gesloten economie

Veel in- en uitvoer in verhouding tot het nationaal inkomen
weinig in- en uitvoer in verhouding tot het nationaal inkomen
Redenen import:
  • ons klimaat niet geschikt voor verbouwen bepaalde landbouwproducten
  • grondstoffen niet of beperkt in ons land aanwezig
  • producten uit het buitenland kunnen goedkoper en/of beter zijn
  • zorgt voor ruimere keuze voor consument
Redenen export:
  • export levert inkomsten
  • zorgt voor werkgelegenheid
  • Nederland zelf is maar kleine afzetmarkt
Vraag 2
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

7.1. herhaling
Invoer / import
Uitvoer / export
  • Nederland heeft een open economie
  • Tegenovergestelde: gesloten economie

Veel in- en uitvoer in verhouding tot het nationaal inkomen
weinig in- en uitvoer in verhouding tot het nationaal inkomen
Redenen import:
  • ons klimaat niet geschikt voor verbouwen bepaalde landbouwproducten
  • grondstoffen niet of beperkt in ons land aanwezig
  • producten uit het buitenland kunnen goedkoper en/of beter zijn
  • zorgt voor ruimere keuze voor consument
Redenen export:
  • export levert inkomsten
  • zorgt voor werkgelegenheid
  • Nederland zelf is maar kleine afzetmarkt
Vraag 2

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Betalingsbalans
Export (inkomsten)
Import (uitgaven)
230.000 euro
210.000 euro

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Betalingsbalans
Export (inkomsten)
Import (uitgaven)
230.000 euro
210.000 euro
Overschot: 20.000 euro

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is wederuitvoer?
A
Goederen die worden verkocht aan NL'se bedrijven
B
Diensten die worden gekocht van buitenlandse bedrijven.
C
Goederen die worden ingevoerd en geëxporteerd aan het buitenland.
D
Goederen die worden uitgevoerd en geëxporteerd aan het buitenland.

Slide 4 - Quizvraag

3. Nagaan of de belangrijkste begrippen of vaardigheden zijn overgekomen/5 min.

- Je richt je op de kern van de informatie
- Je richt je op alle leerlingen
- Je laat zien dat je de begrippen indivuele aanspreekbaarheid, zichtbaarheid denktijd en veiligheid inhoud geeft.

INDIVIDUELE AANSPREEKBAARHEID, ZICHTBAARHEID, VEILIGHEID EN MOTIVATIE STIMULEREN, KENNIS VAN RESULTATEN
Wederuitvoer is 194,5 miljard

Totaal uitvoer goederen is 431,4 miljard

Bereken de wederuitvoer in % van het totaal.
A
45,1%
B
45,10%
C
45,2%
D
45,20%

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De exportquote is:
A
De uitvoerwaarde
B
de uitvoerwaarde als % van net nationaal inkomen
C
de invoerwaarde
D
Geld wat binnenkomt

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bereken de exportquote:

BBP
650 miljard
Export
180 miljard
Import
79 miljard
A
12,2 %
B
39,8%
C
43,9%
D
27,7%

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een gesloten economie heeft een
A
hoge importquote en lage exportquote
B
een lage importquote en hoge exportquote
C
een hoge exportquote en hoge importquote
D
een lage importquote en lage exportquote

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Heeft Nederland een open of gesloten economie
A
Open, maar alleen voor de Europese Unie (EU)
B
Gesloten, maar handelt wel met de (EU)
C
Open, Nederland drijft met bijna de hele wereld handel
D
Gesloten, Nederland maakt alles zelf.

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

7. Nederland handelsland
7.2 Kunnen we vrij handelen?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

7.2 Kunnen we vrij handelen?
  • Ik kan uitleggen wat protectionisme is.
  • Ik kan verklaren waarom er handelsbelemmeringen zijn.
  • Ik kan voorbeelden geven van 4 verschillende handelsbelemmeringen.
  • Ik kan beargumenteren of er in de Europese Unie sprake is van vrijhandel.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

7.2 Kunnen we vrij handelen?
Protectiemaatregelen
Maatregelen waarmee de productie en werkgelegenheid van bedrijven in een land (of bijv. Europa) beschermt worden tegen concurrentie van buitenaf.
  • Invoerrechten: maken de prijs duurder.
  • Contingentering: maken de prijs duurder (door beperkter aanbod)
  • Invoerverbod: schakelen concurrentie uit
  • Exportsubsidie: maken Europese producten goedkoper
  • Exportverbod: verbieden om te handelen (bv. met Rusland).

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een ander woord voor protectionisme?
A
protectiemaatregelen
B
invoerrechten
C
handelsbelemmeringen
D
handelsbevordering

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Betaal je invoerrechten als je kleding bij een bedrijf in Italië koopt?
A
Je betaalt wel invoerrechten
B
Je betaalt geen invoerrechten

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stel een Nederlandse boer krijgt exportsubsidie op basis van de hoeveelheid melk die hij produceert.
Wat gebeurt er met de prijs van melk?

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Stel een Nederlandse boer krijgt exportsubsidie op basis van de hoeveelheid melk die hij produceert.
Wat kan een Afrikaanse boer hiervan merken?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurt er met de prijs van een Chinees product, als het aanbod door de EU beperkt wordt terwijl de vraag hoog is?
A
De prijs van het product stijgt.
B
De prijs van het product daalt.
C
De prijs van het product blijft gelijk.

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het voordeel voor een Europees bedrijf als de EU de import van een bepaald product uit China beperkt?

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik kan voorbeelden geven van 5 protectionistische maatregelen!
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

7.2 Hoe vrij is de handel?
WTO (World Trade Organisation)

  • Wereld Handelsorganisatie
  • Helpen landen bij het maken van onderlinge afspraken over het afschaffen van protectiemaatregelen; zij willen méér vrijhandel!
  • Bescherming van ontwikkelingslanden in de handel
  • Controleren het naleven van regels door alle landen die lid zijn

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat hoort bij vrijhandel?
A
Contingentering
B
Exportsubsidie
C
Importheffing
D
Geen belemmeringen

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar staan de letters WTO voor in het Nederlands
A
Wereldorganisatie
B
Wereldhandel
C
Wereldsamenwerkings- organisatie
D
Wereldhandels- organisatie

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Protectiemaatregelen
Importbeperkende maatregelen
Exportbevorderende maatregelen
Invoerverbod
Contigentering
Importheffingen
Exportsubsidie

Slide 27 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het doel van protectiemaatregelen?
A
beschermen van de burgers
B
beschermen van de overheid
C
beschermen van het buitenland
D
beschermen van het bedrijfsleven

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn protectiemaatregelen?
A
Overheid beschermt de eigen economie
B
de overheid beschermt de Economie van een ander land
C
overheid vergoed beschermingsmaatregelen
D
overheid belast beschermingsmaatregelen

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wereldhandelsorganisatie (WTO)
Vicieuze cirkel
Vrijhandel
Buffervoorraden
Een organisatie die ernaar streeft om de vrijhandel in de wereld te bevorderen.
In- en uitvoer van producten zonder handelsbelemmeringen.
Grondstoffen niet verkopen om verkoopprijs stabiel te houden.
De oorzaak van het ene probleem is het gevolg van een ander probleem.

Slide 30 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat doet het WTO?
A
Deze organisatie streeft er naar om vrijhandel in de wereld te bevorderen.
B
Deze organisatie geeft leningen aan ontwikkelingslanden.
C
Deze organisatie streeft er naar dat bedrijven uit ontwikkelingslanden een eerlijke prijs krijgen voor hun producten.
D
Deze organisatie helpt ontwikkelingslanden als er een ramp heeft plaatsgevonden.

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De WTO heeft een akkoord bereikt over meer vrijhandel. De EU gaat daarom de protectiemaatregelen aanpassen. Wat voor maatregelen kan de EU nemen? 
1. De invoerrechten van de EU moeten
2. De importquota van de EU moeten 
3. De exportsubsidies van de EU moeten
Stijgen
Stijgen
Stijgen
Dalen
Dalen
Dalen

Slide 32 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Contingentering =
A
belasting heffen op ingevoerde producten. Deze producten worden daardoor duurder.
B
Bepaalde goederen mogen dan helemaal niet worden ingevoerd.
C
Een maximum stellen aan het aantal producten dat mag worden ingevoerd.
D
De overheid geeft subsidie /geld aan de exporterende bedrijven. Die kunnen hun producten dan goedkoper aan het buitenland verkopen.

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een Nederlandse veevoerhandelaar krijgt geld van de overheid als hij veevoer naar Zuid-Afrika exporteert. Hier is sprake van
A
invoerrechten
B
exportsubsidie
C
contingentering

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een bedrijf in NL dat fietsen uit China importeert, betaalt een importheffing van 18%. Hier is sprake van
A
invoerrechten
B
exportsubsidie
C
contingentering

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Schoenengigant BV. mag geen schoenen uit Vietnam meer kopen omdat dit jaar het Europese maximum bereikt is. Hier is sprake van
A
invoerrechten
B
exportsubsidie
C
contingentering

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Invoerrechten zijn ...
A
een belasting
B
een subsidie

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Contingentering betekent ...
A
beperking van de export van een product tot een bepaalde hoeveelheid.
B
vergroting van de import van een product tot een bepaalde hoeveelheid.
C
beperking van de import van een product tot een bepaalde hoeveelheid.

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Binnen de Europese Unie (EU) is er vrijhandel.
Kies welke invloed vrijhandel heeft op de concurrentie binnen de EU.
A
De concurrentie verandert niet door vrijhandel.
B
Er ontstaat meer concurrentie door vrijhandel.
C
Er ontstaat minder concurrentie door vrijhandel.

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kun je bedenken waarom een toename van concurrentie binnen de EU gunstig kan zijn voor de EU-burgers?

Slide 40 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies