1.4 Weet wat je koopt!

1.4 Weet wat je koopt!
H1 Economie is meer dan geld
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

1.4 Weet wat je koopt!
H1 Economie is meer dan geld

Slide 1 - Tekstslide

Wat weten we nog/al?

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen 1.3
  • Je kunt uitleggen wat voor behoeften je kunt hebben.
  • Je kunt met voorbeelden uitleggen waardoor mensen verschillende behoeften hebben.
  • Je kunt het verschil tussen goederen en diensten uitleggen.
  • Je kunt uitleggen hoe je in je behoeften kunt voorzien.
  • Je kunt met een percentage een getal uitrekenen. 

Slide 3 - Tekstslide

Begrippen paragraaf 1.3
  • Basisbehoeften
  • Diensten
  • Goederen
  • Zelfvoorziening 

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen 1.4
  • Je kunt voorbeelden geven hoe je aan productinformatie komt.
  • Je kunt uitleggen hoe consumentenorganisaties jou kunnen helpen.
  • Je kunt voorbeelden geven hoe de overheid jou als consument helpt.
  • Je kunt uitleggen wat je aan garantie hebt.
  • Je kunt een gemiddelde berekenen. 

Slide 5 - Tekstslide

Informatie over producten
  • Als je een aankoop wilt gaan doen is het soms best lastig om een goede keuze te maken.
  • Je krijgt hierbij veel invloeden, zoals reclame, winkelmedewerkers en vrienden.
  • Er zijn website waar je onafhankelijk informatie over producten kan vinden.
  • Zoals: consumentenbond.nl, kieskeurig.nl of tweakers.net 
  • Ook kun je de reviews van andere consumenten lezen, let er wel op of deze betrouwbaar zijn!

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Consumentenorganisaties
Consumentenorganisaties zijn organisaties die de consument steunen
  • Ze geven betrouwbare informatie over producten
  • Ze geven uitleg over de rechten die je hebt

Een belangrijke consumentenorganisatie is de consumentenbond

Slide 8 - Tekstslide

Vergelijkend warenonderzoek
Consumentenorganisaties testen producten van verschillende merken. Zo’n test heet een vergelijkend warenonderzoek.
  • Ze vergelijken de prijs van een product
  • Ze vergelijken de kwaliteit van een product
  • Ze kijken naar de gevolgen voor het Milieu
 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Tekstslide

Wetgeving
In de wet staat dat je als consument recht hebt op een deugdelijk product. Dat betekent dat het bij normaal gebruik een redelijke tijd moet meegaan.

Als dat niet het geval is, moet de winkelier het product repareren of omruilen. Of je moet je geld terug krijgen

Slide 12 - Tekstslide

Warenwet
Je wilt geen bedorven voedsel kopen. Daarom staat in de Warenwet dat een product niet schadelijk mag zijn voor je gezondheid.

De NVWA (Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit) controleert of iedereen zich aan de Warenwet houdt

Slide 13 - Tekstslide

Garantie
Op veel producten krijg je garantie. Dat betekent dat je ermee terug kunt gaan als iets mis mee is.

Wel moet je voldoen aan de garantievoorwaarden zoals:
  • Leeftijd product
  • Eigen schuld
  • Garantie op het juiste onderdeel

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Begrippen paragraaf 1.4
  • Consumentenbond
  • Deugdelijk product
  • Garantie
  • Vergelijkend warenonderzoek 

Slide 18 - Tekstslide

Je kunt nu
  • Je kunt voorbeelden geven hoe je aan productinformatie komt.
  • Je kunt uitleggen hoe consumentenorganisaties jou kunnen helpen.
  • Je kunt voorbeelden geven hoe de overheid jou als consument helpt.
  • Je kunt uitleggen wat je aan garantie hebt.
  • Je kunt een gemiddelde berekenen. 

Slide 19 - Tekstslide

Aan het werk!

Maken opdrachten 1.4:  1(k), 2, 5, 6(k), 8, 10, 11(k), 12, 13(k) en 14
Klaar?
Laten controleren bij de docent, bij goedkeuring nakijken.
Klaar?  
Laten aftekenen bij de docent, bij goedkeuring:
  • Bezig met een ander vak
  • Lezen


 

timer
25:00

Slide 20 - Tekstslide