Kritisch denken les 1

Kritisch denken
Hoe doe je dat?

Jezelf een cijfer geven van 0-10: hoe kritisch ben jij?
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Kritisch denken
Hoe doe je dat?

Jezelf een cijfer geven van 0-10: hoe kritisch ben jij?

Slide 1 - Tekstslide

Let op!
- iedereen kan informatie/nieuws op internet zetten
- via social media wordt dit snel verspreid
- het kan grote groepen mensen beïnvloeden (verkiezing VS)
- het kan een reclamestunt zijn

Slide 2 - Tekstslide

Kritisch denken:
Stel jezelf vragen:
Is dit waar?
Waarom is dat zo? Is dat een feit of een mening? Waarom is dit belangrijk? Hoe werkt dat dan? Komt deze informatie van een betrouwbare bron? Wat zeggen andere bronnen over dit onderwerp? 

--> het is geen discussie wie gelijk heeft! 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Kritisch zijn!
Reacties?

Slide 5 - Tekstslide

Thema:      waarom zijn Afrikanen goede                      hardlopers?

Kritisch denken -> wat valt je nu al op?

Slide 6 - Tekstslide

Waarom zijn Afrikanen goede hardlopers?

In groepjes vraag beantwoorden:
  • Iedere leerling zegt om de beurt een antwoord op de vraag. 
  • Dit doe je één rondje. 
  • Daarna stel je elkaar de vraag waarom jouw antwoord klopt. 
  • Je mag tot slot je antwoord veranderen als je vindt dat  iemand anders gelijk heeft. Iedereen heeft nu een antwoord. 

Slide 7 - Tekstslide

Antwoorden bespreken
Per groepje verdedigt één persoon zijn/haar mening.

Rest mag vragen stellen! Wees kritisch.

Slide 8 - Tekstslide

Antwoordmogelijkheden:
  1. Ga naar het raam: = omdat ze lenig worden geboren
  2. Gangkant:  = omdat ze minder snoepen dan mensen in Europa
  3. Bordkant = omdat ze meer tijd hebben om te oefenen

Kies je antwoord!

Slide 9 - Tekstslide

Leg uit...
vragen stellen: waarom heb je voor dit antwoord gekozen?

Slide 10 - Tekstslide

Kloppen deze antwoorden wel?

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Link

economische redenen een belangrijke factor. Er heerst nog steeds veel armoede in Kenia en Ethiopië. Van de toplopers uit deze landen geeft 33 procent aan dat ze zijn gaan lopen vanwege de gunstige financiële vooruitzichten. Het is niet bekend hoe hoog dit percentage is bij andere landen, maar het percentage lijkt erg hoog, zeker als het wordt afgezet tegen de veertien procent die aangeeft voor de olympische roem te lopen.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Link


Je moet tenger gebouwd zijn maar wel een goede spiermassa hebben. Ik vergelijk het wel eens met een auto. Een goede marathonloper heeft een lichte carosserie, lichte botten dus, met een goede motor, de spiermassa en een goede pomp, het hart. Ethiopiërs en Kenianen hebben vaker van nature de goede bouw."Jzerman gelooft ook dat de maatschappelijke omstandigheden de sleutel zijn tot het Afrikaanse loopsucces. "Ze zijn gewend af te zien. Je moet mentaal heel sterk zijn voor de marathon. En er is natuurlijk het verschil in aantallen atleten. Hier in Europa heb je veel meer keuze, jongeren kiezen minder vaak voor atletiek. Als je ziet hoeveel goede Kenianen zich per jaar aanmelden bij de diverse trainingscentra, dat is enorm. 

Slide 15 - Tekstslide

Denk eens kritisch na...
Is dit waar? Waarom is dat zo? Is dat een feit of een mening? Waarom is dit belangrijk? Hoe werkt dat dan? Komt deze informatie van een betrouwbare bron? Wat zeggen andere bronnen over dit onderwerp? 

Slide 16 - Tekstslide

Evalueren
- wat heb je geleerd?

- waar ga je op letten? was dit een zinvolle les?

Cijfer betreft jouw kritisch houding: veranderen of laten staan?

Slide 17 - Tekstslide