5.4 De Ogen




    Het oog 
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les




    Het oog 

Slide 1 - Tekstslide

Gebruik het model van het oog.
Leg uit:
Licht valt op je oog. Er zijn delen in je oog die doorzichtig zijn. Het licht gaat daar doorheen. Licht valt op het netvlies, de lens zorgt voor een scherp beeld.
Wisbordje
Schrijf zoveel mogelijk onderdelen van het oog op

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Je knippert per dag 10000 keer met je ogen
  • Je kunt je ogen niet open houden als je moet niezen ( reflex)
  • babies zijn kleurenblind

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De reuzenpijlinktvis heeft de grootste ogen ( 25 cm)

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ogen liggen goed beschermd in de oogkassen van onze schedel

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Buitenkant van het oog.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bescherming van het oog

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat beschermt onze ogen tegen vliegjes?
A
wenkbrauwen
B
oogleden
C
wimpers

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het Oog

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Iris is het gekleude deel van het oog

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

10000 jaar geleden had iedereen bruine ogen.
Door een mutatie ( foutje in een gen) kreeg iemand blauwe ogen. Die gaf dit door aan de nakomelingen.
Dit is de voorouder van alle mensen met blauwe ogen.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De kleur van je iris wordt veroorzaakt door veel/weinig melanine
Je kunt 2 verschillende kleuren ogen hebben ( is zeldzaam)

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oogspieren


Draaien de ogen in je juiste richting.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werking oog

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het beeld dat je opvangt wordt omgekeerd op je netvlies geprojecteerd. De hersenen draaien het beeld weer goed.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bijziend en verziend
Bij sommige mensen werkt de ooglens niet goed of is de oogbol te lang of te kort. Het beeld (het licht) komt dan niet precies op het netvlies terecht. Iemand ziet dan niet scherp.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Iemand die verziend is, kan alles in de verte goed zien. Maar kijkt hij naar iets wat dichtbij is, dan komt het beeld achter het netvlies.  Een bril met bolle lenzen zorgt ervoor dat het beeld wel precies op het netvlies komt.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Iemand die bijziend is, kan alleen dichtbij scherp zien. Kijkt hij in de verte, dan komt het beeld vóór het netvlies terecht.

Bijziendheid kan worden gecorrigeerd met een bril (of contactlenzen) met holle lenzen. Het beeld komt daardoor weer precies op het netvlies.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Gele vlek en blinde vlek
In de gele vlek zitten heel veel kegeltjes (kleuren).
Rondom de gele vlek zitten vooral staafjes (licht).

Op de blinde vlek zitten geen staafjes of kegeltjes --> hier verlaat de oogzenuw het oog

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Pupilreflex

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

gele vlele vlek 
lens 
hoornvlies
glasachtig lichaam 
blinde vlek 
oogzenuw

Slide 25 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Langs welke onderdelen schijnt het licht als het in het oog valt?  Zet ze in  de goede volgorde.
glasachtig lichaam 
lens  
hoornvlies
netvlies 

Slide 26 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies


Hoeveel zwarte bolletjes zie je hier?
A
28
B
14
C
7
D
geen

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke lijn is het langst?
Onder of boven
A
Boven
B
Onder
C
Geen van beide

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies



Zijn de lijnen in dit figuur evenwijdig(recht) of krom?
A
Evenwijdig
B
Krom
C
Geen van beide

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Is het middelste rondje links groter dan het rechter middelste rondje?
A
ja
B
nee

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat zie je op de afbeelding?
A
Oude vrouw
B
Jonge vrouw
C
Oude en Jonge vrouw
D
Ik zie geen vrouw

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies



Hoeveel poten heeft deze olifant?
A
4
B
5
C
1
D
8

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies



Wat zie je in deze tekening?
A
Een man en een vrouw
B
Een man met een saxofoon
C
Een vrouwengezicht
D
Ik zie alleen vlekken

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Op welke prikkel reageert het oog?

Slide 34 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Niet alle mensen hebben dezelfde kleur ogen, welk deel van het oog bepaalt de kleur?
A
netvlies
B
kleurbandjes
C
pupil
D
iris

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de pupil?
A
Een zwart deel in je oog
B
Een opening in je iris
C
een opening in je hoornvlies
D
een opening in je lens

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Met welk deel van het oog zie je het meest scherp?

Slide 37 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waardoor zien we op de blinde vlek niets?
A
omdat die plek blind is
B
omdat daar geen zintuigcellen zitten

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdrachten
Opdracht 7 doen we samen.

Maak de opdrachten van 5.4

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies