Aardrijkskunde H3
1 / 15
Lesduur is: 32 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Waar denk je aan bij het woord 'Stad"
Slide 2 - Woordweb
Een dorp
Een stad
Dichtbevolkt
Centrum
Dunbevolkt
Recreatie
Slide 3 - Sleepvraag
Wat hoort bij recreatie?
Slide 4 - Woordweb
Wat is het spitsuur?
A
De tijd waarop de meeste mensen eten
B
De tijd waarop veel mensen van hun werk reizen
C
De tijd waarop de meeste mensen naar bed gaan
D
De tijd waarop de meeste mensen naar de film gaan
Slide 5 - Quizvraag
Wat is het buitenland
A
Alle provincies in Nederland
B
Alle landen buiten Nederland
Slide 6 - Quizvraag
Wat valt onder openbaar vervoer?
A
De bus
B
De veerpont
C
De trein
D
De auto
Slide 7 - Quizvraag
Wat is een forens?
Slide 8 - Open vraag
Slide 9 - Tekstslide
De koning bepaald welke wetten die er in Nederland gelden
A
Waar
B
Niet waar
Slide 10 - Quizvraag
De tram is openbaar vervoer
A
Waar
B
Niet waar
Slide 11 - Quizvraag
Het ziekenhuis is een voorziening
A
Waar
B
Niet waar
Slide 12 - Quizvraag
Het platteland is dichtbevolkt
A
Waar
B
Niet waar
Slide 13 - Quizvraag
De vier grootste steden liggen in het noorden van Nederland
A
Waar
B
Niet waar
Slide 14 - Quizvraag
Wat heb je van dit hoofdstuk geleerd?
