Les 3, H5 & H6 berekeningen & gedrag

• Algemene assistentie
• MBO
• Studiejaar 2

Vorige week
Wanneer laat je een dier NIET vasten?

Welke manieren van dwangvoeren ken je?

Vandaag

Hoofdstuk 5 berekeningen

Hoofdstuk 6 gedrag

Programma:

Hoofdstuk 5 opdrachten oefenen

Hoofdstuk 6 theorie & opdracht

Berekeningen

Zware stof als eerste

Als je het niet kan volgen, laat het weten!

Je mag altijd een rekenmachine gebruiken.

In de praktijk komen deze berekeningen ook terug!

Herhaling

Vorige week al infusen berekend

Onderhoud = normale vochtopname per dag

Bij dieren die niet kunnen eten/drinken (bijv door langdurige narcose)

Hond: 50-60 ml/kg/24 uur

Kat: 40-50 ml/kg/24 uur

Infusen

Bij uitdroging

50-60 ml/kg/24uur hond

40-50 ml/kg/24 uur kat
Bij shock  

100 ml/kg/ uur hond

60 ml/kg/ uur kat

Meestal 30min, maar maximaal 1 uur op deze snelheid!

Een kat van 4,5 kilo is opgenomen in de praktijk. De kat is aangereden en heeft veel pijn. De kat wil niet drinken.
Hoeveel infuus moet de kat dagelijks worden toegediend?

Berekeningen met medicijnen

Medicijnen hebben een dosering per mg/kg

Per dier belangrijk om te weten hoeveel je moet geven

Anders overdosering!

Of dier krijgt te weinig.

Overdoseren

Wat kan er dan gebeuren?

Wat moet je dan doen?

Oefenen

Maak de opdracht met de rekensommen

Mag in groepjes

Probeer elkaar te helpen 

over 20 min. bespreken

Ik heb genoeg geoefend, ik begrijp de berekeningen

Eens

Oneens

Twijfel

We gaan verder met...

Gedrag!

Wie heeft hier al mee te maken gehad tijdens stage?

Bijzondere situatie mee gemaakt?

Gedrag in de praktijk

Je zit achter de balie van de praktijk. De telefoon gaat. De eigenaar van een kat vertelt dat het dier constant de bank kapot krabt. De eigenaar vindt dit abnormaal gedrag en wil graag van de kat af……

Wat is jouw reactie?

Doelen

1. Wat is gedrag?

2. Hoe ontstaat gedrag?

3. Manieren van leren

4. Probleemgedrag

Waarom leren we dit?

∞Gedrag is een oorzaak waardoor een eigenaar van zijn dier af wil.

∞Gedrag is een onderwerp waar je als para veel vragen over krijgt.

Gedrag

Het doel van gedrag is overleven. Om te kunnen overleven als individu en als groep moet je je aanpassen aan de omgeving.

In hoeverre een dier zich kan aanpassen, is afhankelijk van erfelijke aanleg en mogelijkheden om te kunnen leren.

Gedrag

Gedrag is een opeenvolging van handelingen, uitgevoerd door een organisme als reactie op een inwendige of uitwendige prikkel.

Dieren en gedrag

Soms afwijkend gedrag

In de natuur meestal een functie

Jullie eigen huisdier

Vertoont die wel eens raar gedrag?

Wat/wanneer/hoe?

Hoe ontstaat gedrag?

Ontstaan gedrag

Om gedrag te kunnen vertonen, moet een aantal voorwaarden aanwezig zijn. Een dier dat geen honger heeft, vertoont geen eetgedrag. Honger is de motivatie. Het dier kan geen eetgedrag vertonen als er geen voedsel is.

Motivatie is een inwendige factor; een prikkel is een uitwendige factor. Samen veroorzaken ze een bepaald gedragssysteem.

Meerdere prikkels

1 prikkel zorgt voor een bepaald gedrag

soms meerdere prikkels tegelijk

zorgt voor meerdere gedragingen

Conflictgedrag

Ontstaan als 2 gedragssystemen ongeveer gelijk geactiveerd raken --> besluiteloosheid

Voorbeeld: erfelijk gedrag
Aangeleerd gedrag?

Inprenting

∞Een dier kan alleen iets leren tijdens de eerste fase van zijn leven.

Eendjes die uit het ei komen, zien als eerste hun moeder en lopen daar direct achteraan. Als ze echter als eerste rode laarsjes zien, worden ze daarop ingeprent en lopen ze daar achteraan.

Gedrag om te overleven

Helpen elkaar in een roedel

Om een prooi te vangen

= wolven jagen samen

of te overleven

= beschermen elkaar

Latent leren

Latent leren betekent dat het dier leert zonder dat hij er een duidelijke beloning voor krijgt.

Ieder dier zal de omgeving waarin hij leeft zo exact mogelijk leren kennen. Het dier vormt een soort ‘landkaart’ van de leefomgeving in de hersenen.

Habituatie of gewenning

Habituatie is een vorm van leren waardoor een bepaald gedrag bij een dier als het ware ‘uitdooft’.

Een dier komt steeds bloot te staan aan een bepaalde prikkel. Maar door het ontbreken van een bestraffing of beloning, gaat het dier steeds minder op de prikkel reageren.

Imiteren

= nadoen

Voorbeeld?

Trial & error

Proefondervindelijk

Leren

Voorbeeld?

Probleemgedrag

We spreken van gedragsproblemen wanneer het dier gedrag laat zien op ongewenste momenten of locaties.

Opdracht

∞In groepjes

∞Bedenk 3 verschillende soorten probleemgedrag die je tegen kunt komen in de praktijk.

∞Mag bij verschillende diersoorten.

∞Bedenk wat voor advies je een eigenaar kan geven over dit probleemgedrag.

∞Na 20min bespreken

Probleemgedrag in de praktijk

∞In huis plassen

∞Sloopgedrag

∞Blaffen

∞Agressie naar eigenaar/kind

∞Dominantie

∞Voedselnijd

∞Weg lopen

Dieren & gedrag

Soms vertonen dieren afwijkend gedrag

Niet altijd een functie..

Vragen?

Nog tijd over?
Gedrag observeren honden op school