M2d - Herhaling jaartoets

M2d - laatste keer oefenen
Natuurkunde!
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

M2d - laatste keer oefenen
Natuurkunde!

Slide 1 - Tekstslide

Volume is een .... ?
A
Grootheid
B
Eenheid

Slide 2 - Quizvraag

Seconden is een ... ?
A
Grootheid
B
Eenheid

Slide 3 - Quizvraag

Watt is een ... ?
A
Grootheid
B
Eenheid

Slide 4 - Quizvraag

Het symbool van de grootheid massa is ... ?

Slide 5 - Open vraag

Het symbool van de grootheid vermogen is ... ?

Slide 6 - Open vraag

Het symbool van de eenheid gram is ... ?

Slide 7 - Open vraag

Je moet de dichtheid van verschillende stoffen voor de toets uit je hoofd leren.
A
Ja, dat is belangrijk om te leren.
B
Nee, je krijgt de tabel op de toets gegeven.

Slide 8 - Quizvraag

Het volume van een onregelmatig voorwerp bepaal je door de .... methode.
A
Maatcilinder
B
Dip
C
Onderwater
D
Onderdompel

Slide 9 - Quizvraag

De dichtheid van een voorwerp bereken je door de formule

ρ=Vm
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Ik heb een blokje met een volume van 5 cm3 en een massa van 20g. De dichtheid is ............. g/cm3.

Slide 11 - Open vraag

Een vaatje keukenzout (2,2 g/cm3) bevat een volume van 24,2 cm3. Het keukenzout weegt ....... g?

Slide 12 - Open vraag

25A
2,5A

52A
0,52A
2500 mA
520 mA
25000 mA
52000 mA

Slide 13 - Sleepvraag

De formule van vermogen is:
P=UI
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quizvraag

De netspanning is .......V

Slide 15 - Open vraag

De telefoon laad op bij een spanning van 5 V en een stroomsterkte van 2 A.
Het vermogen van de oplader is ..... W
A
2.5
B
100
C
10
D
25

Slide 16 - Quizvraag

Ee
Een lampje werkt bij een spanning van 2,5V en een stroomsterkte van 500 mA. Het vermogen is .......W

Slide 17 - Open vraag

Klaas gaat wandelen. Hij loopt 2 en 30 minuten. Hoe noteer je deze tijd als je er mee wilt rekenen?
A
3 uur
B
2,3 uur
C
2,5 uur
D
2,6 uur

Slide 18 - Quizvraag

Een discuswerper gooit met een snelheid van 108 km/h, 60 meter ver. Hoe lang is de discus in de lucht.
A
2 seconde
B
3 seconde
C
300 seconde
D
20 seconde

Slide 19 - Quizvraag

De belangrijkste regel uit hoofdstuk 6 is dat de hoek van inval ALTIJD twee keer zo groot is als de hoek van terugkaatsing.
A
Waar!
B
Niet waar!

Slide 20 - Quizvraag

Heb je vertrouwen in de toets
A
Gaat zeker goedkomen
B
Met leren moet het goedkomen
C
Ik ga waarschijnlijk geen voldoende scoren.
D
Ik kan doen wat ik wil, ik haal toch geen voldoen

Slide 21 - Quizvraag