1. Antwoord altijd in volledige zinnen (ook bij gesloten vragen).
''Dus op zaterdag ga je verhuizen?''
''Je hebt dus een broer en een zus?''2. Denk aan je voegwoorden (kruisje op je hand).
3. Het is oké om voor herhaling te vragen (Kunt u de vraag nog eens herhalen?)