week 13

• Duits
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2

Du hast 2 Minuten für:

Je hebt 2 min om: 

• mobiel in de wandtas
• oortjes uit
  
• je zit op je vaste plek

Voordat de docent begint met de les heb je op tafel: 

• werkboek + schrift + planagenda + etui

Wie is aanwezig?

Huiswerk niet af of geen spullen bij?  Geef dit aan als ik je naam roep!

Wat gaan wij vandaag doen?

- planagenda

- herhalen fahren

- werkwoord wollen

Planagenda:

huiswerk af volgende les: 

eerst blz. 112 opdr. 9 en 10 afmaken

+ blz. 113 opdr. 1 / 2 / 3  /5 

maak

werkwoord: fahren

ben je klaar met je aantekening? --> maak dan opdr. 8

op blz. 105

Er ................... (fahren)nach Amerika.

Anna .................... (fahren) mit dem Bus.

Wann ............... (fahren) du in den Urlaub?

Herr Müller, ___________ Sie mit dem Auto?

1. fahr
2. fahren
3. fährst
4. fährt

Ulrike, Semih und ich ..................... ins Kino.

1. fährt
2. fahren
3. fahre
4. fährst

vandaag Groep 1 --> naar plein

werkwoord wollen (willen)

Klaar met je aantekening?--> blz. 111 opdr. 8 maken

zelfstandig werken:

maken:

blz. 112 opdr. 9 / 10 

Klaar?-->  huiswerk maken in de les, zie planagenda