2023_2024_3HV_Stunde33hv

Schön, dass du da bist!
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Schön, dass du da bist!

Slide 1 - Tekstslide

Schön. dass du das bist!
Alles in Ordnung ?
kein Kaugummi, keine Jacke ?
Bücher, Heft, Kuli dabei?
Und ein bisschen gute Laune ?

Slide 2 - Tekstslide

Denkvraagje vooraf: richtig oder falsch ?
Ohne mein Vater kann ich nicht leben.

Slide 3 - Tekstslide

die Stunde heute
- der- & ein-Gruppe, hoe zit het ook al weer?

- Herhalen en oefenen:
= huiswerk nakijken
= oefenzin schrijven in 2-tallen
= oefentoets maken
= wir hören ein Lied pm

Slide 4 - Tekstslide

Oefenvraag
Schrijf in 2-tallen een correcte zin met 3 verschillende naamvallen: 1-3-4
Gebruik eventueel je HB # 12

Slide 5 - Tekstslide

Rammstein
Höre das Lied und vor allem dar Refrain.

Versuche den Text auf zu schreiben.
-erst du
-dann austauschen

Slide 6 - Tekstslide

Hausaufgaben
Immer dabei:
Buch-Handbuch-Heft

- Dienstag:
SO Vokabeln 
+ FT Modalverben & Fälle (1-3-4)= siehe Magister

Slide 7 - Tekstslide

1-3-4 Fall: 3 factoren 


De vorm van woorden die bij der-groep of de ein-groep behoren verandert afhankelijk van 3 factoren

Welke zijn dat?

Slide 8 - Tekstslide

1-3-4 Fall: Factor 1
De uitgang verandert afhankelijk van het voorzetsel dat ervoor staat:

Der Mann geht mit dem Hund nach Hause.
Der Mann geht mit der Katze nach Hause.

Slide 9 - Tekstslide

Denkvraagje tussendoor
De voorzetsels hiernaast gaan altijd met de 3e naamval.

Er zijn 5 voorzetsels met de 4e naamval die je moet kennen.
Welke zijn dat?

Slide 10 - Tekstslide

Voorzetsels 3 & 4
HB 12
durch
für
gegen
ohne 
um

Slide 11 - Tekstslide

1-3-4 Fall: Factor 2
De uitgang verandert afhankelijk van het werkwoord dat ervoor staat: 
Ich glaube dem Lehrer (=hem/haar-proef)
Ich frage mal den Lehrer.


3e naamval
danken gefallen, gehören, gelingen, glauben, gratulieren, helfen, passen, schmecken).
4e naamval
fragen bitten es gibt, kosten, interessieren.

Slide 12 - Tekstslide

1-3-4 Fall: Factor 3
De uitgang verandert afhankelijk van de functie van het zelfstandig naamwoord in de zin:

Der Mann sucht den Hund.
Die Frau sucht den Hund.

Slide 13 - Tekstslide