KT1 - Spijsvertering lever, galblaas en alvleesklier

Anatomie, Fysiologie en Pathologie



Les 5
Periode 3
Leerjaar 2
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
Anatomie Fysiologie PathologieMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Anatomie, Fysiologie en Pathologie



Les 5
Periode 3
Leerjaar 2

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesindeling 
  1. Welkom + Osiris 
  2. Vorige les 
  3. Lesindeling en Lesdoelen
  4. Medicatie maagklachten
  5. Anatomie en pathologie van de Lever 
  6. Zelf aan de slag 
  7. Theorie galblaas 
  8. Afsluiting en huiswerk 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Aan het eind van de les kunnen jullie:

  • Verschillend in  medicatie bij maagklachten benoemen
  • Uitleggen hoe de alvleesklier is opgebouwd en welke functies deze heeft.
  • Benoemen op welke manier de lever is opgebouwd en welke functies de lever heeft. 
  • Uitleggen hoe de galblaas is opgebouwd en welke functies deze heeft.
  • Vertellen welke aandoeningen de galblaas kent, welke symptomen hierbij horen en op welke manier deze aandoeningen behandeld kunnen worden.
  • Vertellen welke aandoeningen de alvleesklier kent, welke symptomen hierbij horen en op welke manier deze aandoeningen behandeld kunnen worden.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Vorige les

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het eerste deel van de dunne darm noemen we het
A
Duodenum
B
Ileum
C
Jejunum
D
Caecum

Slide 5 - Quizvraag

12-vingerige darm
Welke aandoening is geen maagaandoening?
A
Gastritis
B
Ulcus pepticum
C
Colitis Ulserosa
D
Dyspepsi

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem een oorzaak van oesofagitis

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet de bacterie die voor een maagzweer kan zorgen

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij een Helicobacter Pylori behandel je met antibiotica
Ja
Nee

Slide 9 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Vul het schema medicijnen bij maagpathologie in
Cum Laude week 48

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Medicatie bij maagpathologie
Bij de maag kennen we de volgende medicijnen:
  1. Antacida
  2. Secretieremmers
  3. Mucosaprotectiva
  4. Combinatiekuur
  5. Anti-emetica

Opdracht: Zoek uit wat deze medicijn doen (werking)


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maagzuur: Antacida
Antacida: Verminderen het zuurgehalte door hiermee te binden (neutraliseert het maagzuur)
  • Moet snel werken: Kauwtablet of suspensie
  • 4-6 keer per dag (een uur na de maaltijd, voor het slapen)
  • Kunnen zich binden aan andere medicijnen
  • Vaak combinatiepreparaat (zouten + algeldraat)
  • Vb. Rennie, Gaviscon, Maalox

Slide 13 - Tekstslide

Gebruiken op het moment dat het meeste maagzuur aanwezig is. 

Er moet een uur tussen het innemen van antacida en andere medicijnen zitten, omdat deze aan elkaar kunnen binden en daardoor niet meer werkzaam zijn.

Slide 14 - Tekstslide

Antacida kunnen leiden tot diarree
Algeldraten zorgen voor verstopping
Secretieremmers
Secretieremmers: Remmen de productie van maagzuur 
  • Werken via de bloedbaan (meer bijwerkingen)
  • Vooral bij patiënten die chronisch NSAIDs gebruiken

1. Protonpompremmers: Omeprazol, Esomeprazol, Pantoprazol etc.
  • Bijwerkingen: Hoofdpijn, duizeligheid, buikpijn en misselijkheid

2. H2-receptorantagonisten:
Ranitidine, Cimetidine
  • Bijwerkingen: Hoofdpijn, moeheid, duizeligheid en spierpijn

Slide 15 - Tekstslide

Door minder maagzuur ben je ook meer vatbaar voor schadelijke micro-organismen!

Eerste keus is protonpompremmers, de H2-receptorantagonisten geven snel interacties met andere medicijnen.
Mucosaprotectiva
Mucosaprotectiva: Maagbeschermer
  • Hecht zich aan slijmvlies en legt een beschermend laagje over het slijmvlies van maag, oesophagus en eerste deel van dunne darm
  • Vooral bij maagzweren en reflux-oesofagitis
  • Naam: sucralfaat

Bijwerkingen: Obstipatie, misselijkheid en droge mond

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Combinatiekuur
Combinatiekuur: Speciaal bij infectie met Helicobacter Pylori
  • Één secretieremmer (protonpompremmer)
  • Twee antibiotica 
  • Kuur van 7 dagen
  • Véél bijwerkingen...

Enkele bijwerkingen: Smaakstoornis, buikpijn, dyspepsie, misselijkheid, braken, diarree, obstipatie, winderigheid etc.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Anti-emetica
Anti-emetica: Onderdrukken de neiging tot overgeven
  • Door vertraagde maaglediging: Domperidon en Metoclopramide
  • Door prikkeling braakcentrum: Cinnarizine (reisziekte/migraine)
  • Cinnarizine is zonder recept verkrijgbaar 

Bij chemotherapie/bestraling: Granisetron en Ondansetron
  • Veel krachtiger, alleen op recept

Slide 18 - Tekstslide

Je kunt door verschillende oorzaken misselijk worden en braken. Bijvoorbeeld doordat je maag niet snel genoeg geleegd wordt, of doordat het braakcentrum in de hersenen geprikkeld wordt.

Bijwerking domperidon: droge mond
Bijwerking cinnarizine: sufheid, vermoeidheid
Alvleesklier
Alvleesklier: Pancreas
  • 12-15 cm lang
  • Ligt deels achter de maag
  • Maakt verteringssappen

De alvleesklierbuis mondt uit
in de Papil van Vater in de 
twaalfvingerige darm (duodenum).

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Alvleesklier
Interne secretie:
glucagon en insuline wordt afgegeven aan het bloed

Externe secretie:
pancreassappen, spijsverteringssappen, 
worden aan de darm afgegeven via een 
afvoerbuis. 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ziekten van de pancreas
Acute pancreatitis: het gedeelte dat spijsverteringssappen maakt is ontstoken. 
oorzaak: vaak galstenen of alcoholmisbruik, soms  virus
Chronische pancreatitis: vaak alcoholmisbruik, soms onbekend
wisselend pijn in buik of rug. vettige ontlasting door tekort aan spijsverteringssappen. 
Pancreascarcinoom: zeer ernstig (overlevingsduur 6-9 maanden) Wordt vaak laat ontdekt (icterus doordat galwegen worden dichtgedrukt) 

Slide 21 - Tekstslide

Pancreatitis: het gedeelte van de alvleesklier dat spijsverteringssappen maakt is ontstoken. Vele mogelijk oorzaken, bijv. een virus of een geneesmiddel. Vaak complicatie van galstenen of van alcoholmisbruik.
Typerend voor de pijn is dat de patiënt rechtop zit en voorovergebogen, hij voelt zich ziek en misselijk en moet braken.
Chronische pancreatitis: meestal is de oorzaak alcoholmisbruik, oorzaak is niet altijd bekend. Alvleesklier is min of meer blijvend ontstoken. Wisselde pijn in de buik of rug, deze kan afnemen als patiënt rechtop voorovergebogen zit. Door tekort aan spijsverteringssappen kan er vettige ontlasting zijn.
Pandreascarcinoom: Zeer ernstige vorm van kanker, oorzaak niet precies bekend. De ziekte komt vaak pas aan het licht als het te laat is, eerste verschijnsel is vaak icterus, doordat de galwegen worden dichtgedrukt

De Lever
De lever (hepar): Roodbruin orgaan
  • 1.5 kilo (!)
  • Rechtsboven in de buik
  • Tegen het diafragma (middenrif)
  • Bestaat uit veel leverkwabjes

De lever is de 'pitstop' van het lichaam
  • Bijna alle voedingsstoffen gaan langs de lever

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

75% van het bloed komt via de poortader
  • Bevat alle suikers, eiwitten, mineralen, vitaminen, kleine vetdeeltjes, medicijnen en water vanuit darmen en maag
25% van het bloed komt via de leverslagader
Bloedtoevoer van Lever 
zuurstofrijkbloed via de leverslagader (arteria hepatica)
aftakking van aorta om de leverkwabjes te voeden met zuurstof zodat deze kan werken

voedselrijkbloed via de poortader (vena portea)
vanuit de darmen waar het bloed voedsel heeft opgenomen


Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bloedtoevoer van Lever
Dus: de belangrijkste ader van jouw spijsverteringsstelsel is de poortader.

De poortader:
  • Voert 75% van het bloed aan naar de lever
  • Bevat aminozuren, mineralen, vitaminen, medicijnen, suikers, kleine vetten en water

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Functies lever
  • suiker omzetten in glycogeen
  • vetten opbouwen en afbreken
  • eiwitten opbouwen en afbreken
  • vitaminen opslaan 
  • mineralen opslaan (ijzer,koper)
  • stollingsfactoren vormen
    (fibrinogeen, protrombine)
  • gal vormen (bilirubine en zouten)
  • giftige stoffen onschadelijk maken 

Slide 27 - Tekstslide

mineralen zoals ijzer en koper 
Afvoer van bloed
Het bloed uit de leverslagader en de poortader stroomt naar een vaatje in het midden van het leverkwabje.
En vervolgens vanuit de leverader (vena hepatica) naar de onderste holle ader (vena cava inferior)

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pathologie Lever
Hepatitis: Ontsteking van de lever (door virussen en alcoholmisbruik)
  • Meer dan 6 maanden: chronische hepatitis

Symptomen: Lever kan afvalstoffen niet goed verwerken 
  • Er ontstaat icterus (geelzucht)
  • Patiënten hebben 'stopverf-ontlasting'
  • Donkere urine
  • Er is sprake van vermoeidheid
  • Jeuk, vermoeidheid


Slide 29 - Tekstslide

Bilirubine hoopt zich op in het bloed, omdat de lever dit dus niet meer eruit kan filteren
Complicaties...
Levercirrose: Leverweefsel verandert in bindweefsel (littekens)
  • Door bijvoorbeeld hepatitis
  • Ook door chronisch alcoholmisbruik of auto-immuunziekte
  • Lever werkt steeds minder -> uiteindelijk transplantatie

Lever wordt eerst groter om verlies aan functie te compenseren...
  • Als er op tijd wordt behandeld, kan leverfalen voorkomen worden
  • Anders levertransplantatie

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hepatitis A
Hepatitis A: Vooral bij kinderen
  • Middellandse zee (Turkije/Marokko)
  • Besmetting via ontlasting of rauwe/besmette voeding
  • Kinderen hebben vaak geen/weinig klachten
  • Duurt enkele weken tot 3 maanden

Geen behandeling noodzakelijk (wél alcohol vermijden!)

Inenting mogelijk voor reizen naar landen met risico op besmetting.

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hepatitis B en C
Hepatitis B en C: Overdracht via bloed-bloed of onveilige seks
  • Vooral bij prostituees, drugsgebruikers en homoseksuele mannen
  • Én mensen die werken in de gezondheidszorg!
  • Incubatietijd maximaal 6 maanden

Inenting tegen Hepatitis B is mogelijk (in Rijksvaccinatieprogramma)

Inenting tegen Hepatitis C is niet mogelijk!

Slide 34 - Tekstslide

Ook overdracht tijdens de bevalling van moeder op kind.

Vooral in de gezondheidszorg bij prikaccidenten. 

Slide 35 - Video

Deze slide heeft geen instructies


Maar zeg je lever...

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dan zeg je galblaas!

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De galblaas
Galblaas:
  • Ligt nét onder de lever
  • Opslagplaats voor gal uit de lever
  • Bevat 30-50 ml gal

Gal: Zorgt voor de vertering van vetten
  • Geelgroene vloeistof, gemaakt door de lever
  • Galzuren binden aan vetten voor betere opname

Slide 38 - Tekstslide

Een deel van de gal wordt weer opgenomen een deel wordt ook met de ontlasting uitgescheiden.
Galstenen
Galstenen: Ontstaan door ingedikte gal
  • Let op de 5 F's (female, fat, forty, fair and fertile)

Symptomen:
  • Koliekpijn met bewegingsdrang
  • Misselijkheid, braken
  • Geelzucht, ontkleurde ontlasting

Complicatie: Ontsteking galblaas of pancreas

Slide 39 - Tekstslide

Oorzaak is onbekend. Vaak zonder pijn (mensen hebben het meestal niet door)

Koliekpijn: het lichaam probeert de galsteen kwijt te raken door het spierweefsel samen te laten trekken.

Als het gal niet meer verder kan, dan hoopt dit zich op in de lever en komt uiteindelijk in het bloed terecht. Door stuwing kan er echter ook een ontsteking van de galblaas en alvleesklier ontstaan.

Behandeling: NSAIDs tegen de pijn, eventueel operatie. Diagnostiek door echografie.

Slide 40 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Buikpijnpatronen
Ontstekingspijn
Koliek
Perforatiepijn

Slide 41 - Tekstslide

Ontstekingspijn patroon: komt langzaam opzetten, koorts, pijn (soms vast aan beweging) algemene malaise
Koliek pijn patroon: patiënt ‘moet’ bewegen, kan niet stil zitten of liggen
Perforatiepijn: patiënt licht doodstil. Beweging doet pijn (bijv. meer maagzuur die uit de maag kan lopen of gevoelig buikvlies dat wordt geprikkeld door bewegen.

Huiswerk
  • Verder gaan met een samenvatting/lijst met moeilijke woorden bij het spijsverteringsstelsel
  • Expertcollege: 
Galblaasontsteking 
Galstenen
  • Boek mee: GENEESMIDDELENKENNIS DA

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies