In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Welkom v5ta!
Slide 1 - Tekstslide
Programma
Huiswerkopdracht bekijken: inleiding
Korte terugblik op vorige les
Kern/middenstuk uiteenzetting
Afsluiting en vooruitblik
Slide 2 - Tekstslide
Bekijk de inleiding van je klasgenoot en geef antwoord op de volgende vragen:
Welke manier van inleiden is gebruikt?
Wordt je aandacht getrokken?
Is het onderwerp duidelijk?
Is de inleiding geschikt voor een uiteenzetting (objectief, informerend, niet betogend/ beschouwend)?
Zet de antwoorden op de vragen onderaan de inleiding net als je eigen naam.
Klaar met nakijken? Geef de inleiding terug aan je klasgenoot.
Heb je je feedback bekeken? Leg dan je inleiding op mijn bureau.
Slide 3 - Tekstslide
Noem een manier van inleiden die geschikt is voor een uiteenzetting.
Slide 4 - Woordweb
Kan dit de inleiding van een uiteenzetting zijn? Leg je antwoord uit.
Bij sommige mensen ligt er al een honkbalknuppel klaar onder hun bed om zich te verdedigen als er een inbreker in je huis staat. Wanneer het moment er is en de dief staat rond te snuffelen door je spullen, vinden veel mensen het gerechtigd om hem een flinke slag te geven met de knuppel. Dit kan je echter veel problemen opleveren bij de rechtbank en de vraag is dan ook: hoeveel geweld mag je tegen een aanvaller gebruiken?
Slide 5 - Open vraag
Kern / middenstuk van een uiteenzetting
Doel: Je leert hoe de kern / het middenstuk van een uiteenzetting eruitziet.
Slide 6 - Tekstslide
Waar of niet waar?
Het middenstuk van een uiteenzetting is afhankelijk van de tekststructuur.
A
waar
B
niet waar
Slide 7 - Quizvraag
Waar of niet waar?
Tussenkopjes zijn passend in een uiteenzetting.
A
waar
B
niet waar
Slide 8 - Quizvraag
Waar of niet waar?
Niet in elke alinea staat een kernzin in een uiteenzetting.
A
waar
B
niet waar
Slide 9 - Quizvraag
Waar of niet waar?
In een uiteenzetting gebruik je veel redengevende signaalwoorden.
A
waar
B
niet waar
Slide 10 - Quizvraag
Lees met je buur de uiteenzetting Hoeveel geweld mag je tegen een aanvaller gebruiken? Bedenk voor elke alinea in het middenstuk een passend tussenkopje.
Slide 11 - Open vraag
Bekijk nog eens de uiteenzetting Hoeveel geweld mag je tegen een aanvaller gebruiken? samen met je buur. Hoe is elke alinea opgebouwd? Maak in je antwoord gebruik van de termen: kernzin, toelichting/voorbeeld, signaalwoord.
Slide 12 - Open vraag
Huiswerkopdracht
Lees (alleen) de uiteenzetting Als je moord, ben je gestoord.
Deze tekst heeft alleen een inleiding en een slot.
Schrijf een middenstuk bij deze tekst van minimaal 4 alinea's.