Oud- en Middelnederlands

Noteer de eerste drie woorden van het beroemde begin van de Nederlandse literatuur.
1 / 17
volgende
Slide 1: Open vraag
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Noteer de eerste drie woorden van het beroemde begin van de Nederlandse literatuur.

Slide 1 - Open vraag

Slide 2 - Tekstslide

Oudnederlands: een kennisquiz
Je krijgt zo zes Oudnederlandse woorden te zien, namelijk hengist, fadaer, knîf, skelo, nagal en akrabrasta. Selecteer steeds de juiste betekenis. 

Slide 3 - Tekstslide

hengist
A
paard
B
wapen

Slide 4 - Quizvraag

fadaer
A
veer
B
vader

Slide 5 - Quizvraag

knîf
A
knijp
B
mes

Slide 6 - Quizvraag

nagal
A
spijker
B
nacht

Slide 7 - Quizvraag

skelo
A
geraamte
B
scheel

Slide 8 - Quizvraag

akrabrasta
A
iets met akker, namelijk...
B
een toverspreuk om...

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Middelnederlandse literatuur
ca. 1150-1500

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Middelnederlands
  • Verdoffing van heldere uitgangen 
  • Naamvallen
  • Dubbele ontkenning
  • Inclinatie: proclisis en enclisis
  • du en ghi
  • Bijv. nw. voor, maar ook achter het zelfst. nw.

Geen vaste spellingregels!

Slide 13 - Tekstslide

Der dieren palleys
Je krijgt zo de beschrijvingen van twee dieren uit 
Der dieren palleys (1520) te lezen. De naam van het dier is steeds weggehaald. Probeer de tekst zo goed mogelijk te ontcijferen en bepaal om welke twee dieren het gaat.

Slide 14 - Tekstslide

Wat is volgens jou het eerste dier dat beschreven wordt?

Slide 15 - Open vraag

Wat is volgens jou het tweede dier dat beschreven wordt?

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Tekstslide