1.2 Je kiest zelf

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

	Vak: Biologie Hoofdstuk: 1.2 Je kiest zelf
1.	Lesopening
2.	Terugblik
3.	Lesdoel
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie

1. Lesopening

Open je boek op bladzijde 12 en leg je werkboek dicht op tafel. 

2. Terugblik

Leg eens in eigen woorden uit wat je de vorige les hebt geleerd.

Lion zegt: ‘Uniek betekent: hetzelfde als alle andere
mensen.’
Paul zegt: ‘Uniek betekent: anders dan ieder ander mens.’
Wie heeft gelijk?

1. Lion.
2. Paul.

Iedereen is uniek.
Een gevolg hiervan is dat iedereen eigen keuzes maakt.

1. waar
2. niet waar

2. Je karakter is een kenmerk van je uiterlijk.

1. ja
2. nee

3. Lesdoel

Aan het eind van deze les:

- Kan je uitleggen wat bij je past.

- Kan je uitleggen wat waardevol is.

- Kan je uitleggen wat invloed is.

4. Instructie

Je kiest wat bij je past. Bijvoorbeeld als je een sport kiest.

Je kiest wat je waardevol vindt. Dat betekent: je kiest wat je belangrijk vindt.

Meestal wil je veel dingen doen die je waardevol vindt.

4. Instructie

Soms is het moeilijk kiezen.Jannie wil graag voetballen.

Haar team traint op vrijdag avond.

Maar Jannie wil graag uit met haar vriendinnen.

Haar vriendinnen gaan op vrijdagavond naar de film.Dus Jannie moet kiezen tussen haar voetbal team en haar vriendinnen.

Andere mensen hebben invloed op jou.

Je leeft thuis in een gezin.

Op school ben jij met andere leerlingen.In je vrije tijd ontmoet jij weer andere mensen.Al die mensen hebben invloed op jou.

Als je iets moet kiezen, luister je soms naar anderen. 

BV als jij een jas gaat kopen met je moeder en je broer. Samen zoek je een jas uit. Je luistert naar je moeder en je broer.Je moeder en je broer hebben invloed op jouw keuze.

Sleep de zinnen in de juiste volgorde.

Mijn huisarts heeft invloed op mijn...

Mijn ouders hebben invloed op mijn....

Een verkoper heeft invloed op...

Opvoeding

Gezondheid

Keuze

Tot slot

Iedereen is uniek. Daardoor maakt iedereen een andere keuze.

Kiezen is moeilijk.

Je kiest wat bij je past bv Sport.

Je kiest en doet de dingendie  je waardevol vindt.

Waardevol betekent belangrijk.

Andere mensen hebben invloed op jouw keuzes.

bv Je ouders, vrienden en vriendinnen, mensen om je heen.

6. Zelfstandig werken

Je maakt zelfstandig opdracht 3 en 4 in je werkboek 

op blz 8 en 9.

Ben je klaar?

Dan kijk je de opdrachten na.

Daarna maak je D opdracht 5 uit je map.

7. Evaluatie

Hoe ging de les?

Waren er nog opdrachten waar je moeite mee had?

Huiswerk:

Maandag 27 september

1.2 opdr 3 en 4