Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Sterke & Zwakke werkwoorden
Sterke
en
zwakke
werkwoorden
Lesdoel: aan het einde van de les kunnen we sterke en zwakke werkwoorden aanwijzen in een zin
1 / 25
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1-4
In deze les zitten
25 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Sterke
en
zwakke
werkwoorden
Lesdoel: aan het einde van de les kunnen we sterke en zwakke werkwoorden aanwijzen in een zin
Slide 1 - Tekstslide
Het zwakke werkwoord
verandert
NIET
van klank in de verleden tijd
* fietsen -> fietsten
* rennen -> renden
* maken -> maakten
Slide 2 - Tekstslide
Sterke werkwoorden veranderen
wèl
van klank in de verleden tijd
lopen - liepen
beginnen - begonnen
brengen - brachten
Slide 3 - Tekstslide
Wat is een sterk werkwoord?
Slide 4 - Woordweb
Vertel in je eigen woorden wat het verschil is tussen en sterk werkwoord en een zwak werkwoord...
Slide 5 - Open vraag
Lopen is een
A
sterk werkwoord
B
zwak werkwoord
Slide 6 - Quizvraag
Rennen is
A
een sterk werkwoord
B
een zwak werkwoord
Slide 7 - Quizvraag
Sterk of zwak werkwoord?
Jij fietste
A
sterk
B
zwak
Slide 8 - Quizvraag
Sterk of zwak werkwoord?
Het vliegtuig vloog
A
sterk
B
zwak
Slide 9 - Quizvraag
Sterk of zwak werkwoord?
De hond blafte
A
sterk
B
zwak
Slide 10 - Quizvraag
Sterk of zwak werkwoord?
ik sliep
A
zwak
B
sterk
Slide 11 - Quizvraag
Zet in de verleden tijd:
Jij ..........(bakken) een pannenkoek.
Slide 12 - Open vraag
Zet in de verleden tijd:
Jullie ............... (verven) je haar.
Slide 13 - Open vraag
Zet in de verleden tijd:
Zij .............(antwoorden) op jouw e-mail.
Slide 14 - Open vraag
Wat is de verleden tijd?
Hij ......(snijden) de worst in dunne plakjes.
A
snijdt
B
snijd
C
sneid
D
sneed
Slide 15 - Quizvraag
Wat is de verleden tijd?
Wij ............(houden) het daar niet uit!
A
hielde
B
hielden
C
houdden
D
holden
Slide 16 - Quizvraag
Sterk of zwak?
De hond ........(bijten) mij in mijn been.
A
sterk
B
zwak
Slide 17 - Quizvraag
Hoe spel je in de tegenwoordige tijd...?
Wie .........(hebben) er tegenwoordig geen Ipad?
Slide 18 - Open vraag
Hoe spel je in de tegenwoordige tijd...?
Na zijn vakantie in Spanje .......(willen) Karim Spaans leren.
Slide 19 - Open vraag
Hoe spel je in de tegenwoordige tijd...?
Nadines bankpasje is gevonden, ze ...........(zullen) wel erg opgelucht zijn
Slide 20 - Open vraag
Hoe spel je in de tegenwoordige tijd...?
Ik..........(zijn) hartstikke blij met m'n nieuwe mobiel.
Slide 21 - Open vraag
Hoe spel je in de verleden tijd...?
Vroeger ..........(willen) al mijn vrienden brandweerman worden.
A
wouden
B
wilde
C
woude
D
wilden
Slide 22 - Quizvraag
Hoe spel je in de verleden tijd.....?
We ..........(zullen) toch om 16.00 uur afspreken?
A
zullen
B
zulden
C
zouden
D
zoude
Slide 23 - Quizvraag
Schrijf het werkwoord in de verleden tijd op:
Vannacht (dromen) hij over zijn vakantie.
Slide 24 - Open vraag
Wat gaan we doen?
Nieuw Nederlands, cursus 7 spelling, paragraaf 9 sterke en zwakke werkwoorden.
Maak
alle
opdrachten.
Slide 25 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Sterke & Zwakke werkwoorden
Januari 2024
- Les met
29 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1-4
Sterke & Zwakke werkwoorden
17 dagen geleden
- Les met
29 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1-4
Sterke & Zwakke werkwoorden
18 dagen geleden
- Les met
27 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1-4
Sterke & Zwakke werkwoorden
Juni 2024
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1-4
Sterke & Zwakke werkwoorden
September 2024
- Les met
10 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1-4
Les 1: Spelling - Sterke en zwakke werkwoorden
Juli 2024
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k, g
Leerjaar 1
3.8 Spelling start
Januari 2024
- Les met
11 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k, g
Leerjaar 1
Les 1: Spelling - Sterke en zwakke werkwoorden
Juli 2024
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k, g
Leerjaar 1