les 2: Hoe maak je iets warm (3.1)

Hoe maak je iets warm 
Bluetooth 
- AAN


Benodigdheden
- Boek en schrift
- Pen, potlood
- iPad

Cijfer
- NEE


Lessonup
- JA
Tassen in
de tassenkast
Telefoons in de telefoontas
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoe maak je iets warm 
Bluetooth 
- AAN


Benodigdheden
- Boek en schrift
- Pen, potlood
- iPad

Cijfer
- NEE


Lessonup
- JA
Tassen in
de tassenkast
Telefoons in de telefoontas

Slide 1 - Tekstslide

Warmte transport
hoe verplaatst de warmte zich?
  • warmtegeleiding
  • warmtestroming
  • warmtestraling

Slide 2 - Tekstslide

Warmtegeleiding
Via een (vaste) stof 
Metalen zijn goede warmtegeleider
Stof beweegt niet maar geeft warmte door naar he volgende deeltje van de stof enz. enz.

Slide 3 - Tekstslide

voorbeeld warmtegeleiding
  • verwarmen van voedsel
     bodem van pan geeft hitte door aan voedsel.
     bodem is van metaal b.v. ijzer, koper of alluminium.

  • Het handvat is een isolator. 
  • Handvat is b.v. hout, kunststof 
Isolator = materiaal wat slecht warmte geleidt

Slide 4 - Tekstslide

Warmtestroming
de vloeistof of het gas verplaatst zich en neemt de warmte mee.
De warme stof gaat omhoog


  • heteluchtoven 
  • warmte gaat van de cv ketel mbv water naar de radiator



Slide 5 - Tekstslide

Warmtestraling

  • warmte wordt zonder tussenstof van het ene naar het ander punt gestraald. 
  • de warmte kan zich over grote afstand verplaatsen (van de zon naar de aarde.

voorbeelden:
  • de zon
  • staan voor open haard 


Slide 6 - Tekstslide

warmtestraling door de zon

Slide 7 - Tekstslide

3

Slide 8 - Video

00:29
Welke drie vormen van warmte transport zijn er

Slide 9 - Woordweb

01:28
Welk metaal geleidt de warmte het beste
A
ijzer
B
messing
C
koper
D
aluminium

Slide 10 - Quizvraag

01:28
Welk metaal geleidt de warmte het slechtste
A
ijzer
B
messing
C
koper
D
aluminium

Slide 11 - Quizvraag

5

Slide 12 - Video

00:24
waar denk je aan bij warmte?

Slide 13 - Woordweb

00:48
Wat is het verschil tussen warmte en temperatuur?

Slide 14 - Open vraag

01:54
Noteer de drie vormen van warmte transport.

Slide 15 - Open vraag

03:53
Welke kleur absorbeert de meeste warmte

Slide 16 - Open vraag

03:53
Welke kleur weerkaatst de meeste warmte

Slide 17 - Open vraag

Isolatie
Het tegenhouden van de warmte noemen we isoleren.
Wol en piepschuim zijn goede isolatoren, omdat er veel stilstaande lucht in zit.

Je kunt isoleren om de warmte ergens binnen te houden (huis, warme kleren) maar ook juist ergens buitenn te houden (koolkast, koelbox)

Slide 18 - Tekstslide

Luchtledige ruimte is de slechste warmte geleider. Daarom een dubbelwandige beker.

Slide 19 - Tekstslide

Absorptie en reflectie:
  • zwart absorbeert het beste.

  • glimmende oppervlakten weerkaatsen 
       warmtestraling en zonlicht
  • wit weerkaatst (ook kleding)
  • brandweer 
      spiegelende aluminium laag op kleding.

Slide 20 - Tekstslide

Witte huizen in zonnige landen zijn ook koeler.

Slide 21 - Tekstslide

Welke stof zorgt voor de warmte transport in de centrale verwarming
A
metaal
B
aluminium
C
water
D
ijzer

Slide 22 - Quizvraag

Waarom zijn radiatoren laag in huizen?
A
Voor circulatie
B
Dat de straling dichterbij mensen is
C
Dat katten er op kunnen liggen
D
Zodat je handdoeken eraan kan drogen

Slide 23 - Quizvraag

Metalen zijn goede warmte geleiders?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quizvraag

Bij warmtegeleiding beweegt alleen de warmte en blijven de metaaldeeltjes op hun plaats.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quizvraag

Hoe gaat de warmte als je een ijsklontje in je hand hebt
A
van het ijsklontje naar je hand
B
van je hand naar het ijsklontje

Slide 26 - Quizvraag

Bij warmtestroming beweegt alleen de warmte en blijft de lucht op zijn plaats.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quizvraag

Alleen straling kan warmte transporteren zonder dat er tussenstof nodig is.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quizvraag

Koude lucht stroomt omlaag.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 29 - Quizvraag

De zon verwarmt de aarde.
A
Straling
B
Stroming
C
Geleiding

Slide 30 - Quizvraag

In een fluitketel gaat de warmte van onder naar boven.
A
Straling
B
Stroming
C
Geleiding

Slide 31 - Quizvraag

De warmte gaat van de CV-ketel naar de radiatoren.
A
Straling
B
Stroming
C
Geleiding

Slide 32 - Quizvraag

In welke toestand kan warmtetransport door stroming het gemakkelijkst plaatsvinden?
A
vast
B
vloeibaar
C
gas

Slide 33 - Quizvraag

In welke toestand is er sprak van alleen warmtegeleiding?
A
vast
B
vloeistof
C
gas

Slide 34 - Quizvraag

huiswerk
  • lees blz 102 t/m 104 goed door
  • maak opdracht 8 t/m 16


Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide