In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Burgerschap
Uitgaven
Slide 1 - Tekstslide
Nut van deze les
Aan het einde van deze les..
.. weet je wat uitgaven zijn.
.. weet je het verschil tussen vaste en variabele lasten.
... weet je wat abbonnementen zijn.
Slide 2 - Tekstslide
Schuld en rente
Wanneer je geld leent betaal je rente.
Slide 3 - Tekstslide
Welke inkomstenbronnen zijn er?
Slide 4 - Open vraag
Inkomstenbronnen
Stagevergoeding
Studiefinanciering (& lening)
Uitkering
Toeslagen
Baan
Investeringen (dividend)
Slide 5 - Tekstslide
Uitgaven
Alles waar je geld aan uitgeeft noem je uitgaven (of lasten).
En kan je verdelen in vaste lasten en variabele lasten.
Slide 6 - Tekstslide
Vaste lasten
Vaste lasten zijn terugkerende, vaste uitgaven die je meestal maandelijks moet betalen.
Huur
Abonnement
Verzekeringen
Slide 7 - Tekstslide
Variabele uitgaven
Verschillen per week of maand
Boodschappen
Kleding
Hobby's
Vakantie
Huishouden
etc.
Slide 8 - Tekstslide
Besparen op vaste uitgaven
Huur
Verzekeringen
Abonnementen
Slide 9 - Tekstslide
www.pricewise.nl
Slide 10 - Link
Welke abonnementen hebben jullie?
Slide 11 - Open vraag
Abonnementen
Internet Loterijen
Televisie Tijdschriften
Vaste telefoon Sportschool
Mobiele telefoon Openbaar vervoer
Muziekstreaming etc.
Beeldstreaming etc.
Andere online diensten
Slide 12 - Tekstslide
onthatass.com
Slide 13 - Link
swapfiets.nl
Slide 14 - Link
Hoe kan je besparen op variabele uitgaven?
Slide 15 - Open vraag
Doel: Ik heb geld over..
Als je geld over hebt elke maand kan je:
- Schulden aflossen
- Sparen voor ...
- Beleggen
Slide 16 - Tekstslide
langzaamrijker.nl
Slide 17 - Link
Challenge
Zet je maandelijkse uitkomsten op een rij.
Verdeel je uitgaven in je vaste uitgaven en je variabele uitgaven.
Je vaste lasten zijn bijvoorbeeld je woonlasten, energie en abonnementen. Dit zijn uitgaven waar je niet zomaar op kunt bezuinigen en die meestal maandelijks terugkomen. Dagelijkse uitgaven zijn bijvoorbeeld boodschappen, vervoer en uit eten gaan.