§ 5 Bacteriën

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Een van de vier rijken is het rijk van de Bacteriën

Bacteriën zijn eencellig, hebben geen celwanden en geen bladgroenkorrels.

Ze planten zich voort door deling.

Bacteriën kunnen nuttig en schadelijk zijn voor de mens.

Na deze pargaraaf ken je manier van voortplanten en  de kenmerken van een bacterie.

Ook ken je de nuttige en schadelijke eigenschappen van een bacterie.

Op de vorige dia zie je bacterie, je kunt ze niet met het blote oog zien. Daar heb je een speciale microscoop voor nodig.

Je ziet een bacterie met zweepharen. Deze zweepharen zorgen ervoor dat een bacterie zich kan voortbewegen.

- Bacteriën zijn eencellig.

- Ze planten zich voort door deling.

Uit een bacterie ontstaan 2 nieuwe bacteriën, uit 2 weer 4, uit 4 weer , uit 8 weer 16 etc. Kijk naar het filmpje op de volgende dia.

Nuttige eigenschappen Bacteriën;

Bacteriën komen overal voor.

Ze voeden zich met dode resten van organismen, bijv. in de natuur. (dieren, bomen, bladeren)

Speciale bacteriën worden gebruikt bij het maken van voedingsmiddelen.

Voorbeelden; yoghurt, zuurkool.

Schadelijke eigenschappen Bacteriën

Bacteriën leven van dode resten van organismen. Ons voedsel bestaat ook uit resten van organismen. (groente, vlees, vis, fruit)

Hierdoor zorgen bacteriën  voor voedselbederf. Door het eten van bedorven voedsel kunnen mensen ziek worden.

Bacteriën kunnen ook infecties veroorzaken.

Voorbeelden; oorontsteking, longontsteking.

Kijk naar het filmpje op de volgende dia.

Handen wassen!

Bacteriën komen overal voor. Dus ook op je handen.

Ze kunnen infecties en dus ziektes veroorzaken.

Vandaar dat het belangrijk is dat je je handen goed wast!

Wat is juist?
Bacteriën hebben;

1. Geen celkern, geen bladgroenkorrels, geen celwand.
2. Wel een celwand, wel een celkern, wel bladgroenkorrels..
3. Wel een celwand, geen celkern, geen bladgroenkorrels.
4. Geen celwand, geen celkern, wel bladgroenkorrels.

Wat is juist?
Bacteriën hebben;

1. Geen celkern, geen bladgroenkorrels, geen celwand.
2. Wel een celwand, wel een celkern, wel bladgroenkorrels..
3. Wel een celwand, geen celkern, geen bladgroenkorrels.
4. Geen celwand, geen celkern, wel bladgroenkorrels.

Je kunt bacteriën zien met:

1. Een speciale microscoop.
2. Een school microscoop.
3. het blote oog.
4. Een bril op de juiste sterkte.

Voortplanting bij de bacteriën gebeurt door middel van;

1. Sporen
2. Bevruchting
3. Bestuiving
4. Deling

Bacteriën kunnen nuttig zijn voor de mens.
Voorbeelden hiervan zij;

1. Medicijnen ervan maken, er voedingsmiddelen mee maken,
2. Ruimen dode resten in de natuur op, gebruikt men bij het maken van voedingsmiddelen
3. Ruimen dode resten in de natuur op.
4. Maken er medicijnen van.

Bacteriën kunnen schadelijk zijn voor de mens.
Voorbeelden hiervan zijn;

1. Ze zorgen voor voedselbederf.
2. Zorgen voor voedselbederf, kunnen ontstekingen veroorzaken.
3. Ze zorgen voor voedselbederf, er bestaan geen medicijnen tegen.

Salmonella is een:

1. Bacterie
2. Schimmel

Om ervoor te zorgen dat Bacteriën niet schadelijk kunnen worden voor de mens kun je een aantal dingen doen.
Welke zijn juist?

1. Handen wassen, groeten en fruit altijd koken.
2. Handen wassen, groente en fruit wassen, rauw vlees goed bakken en braden.
3. Handen wassen.
4. De keuken goed schoonmaken.

Bacteriën bewegen zich voort met behulp van
zweepharen.

1. Juist
2. Onjuist

Huiswerk

BK: Lezen 160 maken opdracht 1  t/m 4

KGT: Lezen blz 184 en 185 en maken opdracht; 1 t/m 5

Succes!

KGT Opdracht 4