Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
voegwoorden: conjunctions
Conjuctions - Voegwoorden
1 / 18
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
MBO
In deze les zitten
18 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Conjuctions - Voegwoorden
Slide 1 - Tekstslide
Waarom gebruik je voegwoorden?
Om twee dingen aan elkaar te plakken
Kunnen woorden, zinsdelen of zinnen zijn
Je geeft aan wat de relatie is tussen beide delen (opsomming, reden, tegenstelling,.....)
Slide 2 - Tekstslide
Opsomming
and (en) - He likes playing football
and
tennis.
both... and (zowel....als) - He likes playing
both
football
and
tennis.
Slide 3 - Tekstslide
Gevolg
so (dus) - He kissed another girl
so
I broke up with him.
so (zodat) - She was happy,
so
she smiled.
so that (zodat) - She was studying journalism
so that
she could work as a writer.
Slide 4 - Tekstslide
Reden/Oorzaak
because (omdat) - I like to eat chocolate
because
it tastes good.
as (omdat) - I went to bed early
as
I had to get up at 6 AM.
for (want) - I told her to leave,
for
I was very tired.
since (aangezien) - They couldn't deliver the parcel,
since
nobody was home.
Slide 5 - Tekstslide
as
for
since
that
so
and
because
Opsomming
Gevolg
Reden/Oorzaak
Slide 6 - Sleepvraag
Tegenstelling
but (maar) - I don't give money to people
but
I will give you some.
although (alhoewel) - He still failed
although
he studied really hard.
whereas (terwijl) - A square has four sides,
whereas
a triangle only has three sides.
Slide 7 - Tekstslide
Keuze
or (of) - Do you want peanut butter
or
jelly on your sandwich?
either ... or (of...of) - Would you
either
like the peanut butter
or
the jelly?
Slide 8 - Tekstslide
but
although
whereas
though
or
either or
Tegenstellingen
Keuze
Slide 9 - Sleepvraag
I tried to hit the nail, _____ I hit my thumb instead.
A
so
B
whereas
C
but
D
either
Slide 10 - Quizvraag
You can choose. Do you want ice cream ____ a brownie?
A
but
B
and
C
either or
D
or
Slide 11 - Quizvraag
I'd like to thank you ____ the lovely gift.
A
for
B
and
C
whereas
D
or
Slide 12 - Quizvraag
I have two dogs ___ a cat.
A
but
B
or
C
and
D
although
Slide 13 - Quizvraag
Mike went fishing, ____ Sarah went skiing.
A
for
B
whereas
C
although
D
or
Slide 14 - Quizvraag
Tijd
as soon as (zodra) - I'm eating that cake
as soon as
they're out the door.
until (tot, todat) - you are grounded
u
ntil
you start behaving!
when (wanneer) - She was serious
when
she asked him to marry her.
Slide 15 - Tekstslide
Voorwaarde
if (als) - I will call my mum
if
I need help with anything.
unless (tenzij) - Sheryl will go out
unless
her mum stops her.
Slide 16 - Tekstslide
Nog even alle voegwoorden op een rijtje (1)
and
both....and
because
so
but
although
or
Slide 17 - Tekstslide
Nog even alle voegwoorden op een rijtje (2)
either...or
as soon as
until
when
if
unless
Slide 18 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
voegwoorden: conjunctions
Januari 2023
- Les met
17 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
voegwoorden: conjunctions
Augustus 2023
- Les met
12 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
voegwoorden: conjunctions
Oktober 2023
- Les met
15 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
voegwoorden: conjunctions
26 dagen geleden
- Les met
14 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
voegwoorden: conjunctions Schrijfopdracht jaar 1
Januari 2024
- Les met
15 slides
Engels
MBO
Studiejaar 1
20-10 3TH
Oktober 2021
- Les met
27 slides
Engels
Middelbare school
vmbo g, t, havo
Leerjaar 3
Conjunctions
Oktober 2023
- Les met
11 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
4BK grammar conjunctions compound and complex sentences
November 2023
- Les met
12 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4