MP1

• NT2
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Les 1

Alfabet

Dictee

uit het boekje: [pagina 12 tm 18

Alfabet

De docent zegt het alfabet.

De klas zegt het na.

De docent noemt een code van letters op, en de leerlingen moeten de code opschrijven die ze horen. Dit kan in groepjes of individueel. 

Code 1: GXHFBD

Code 2: ILYCAMER

Code 3: VZOUTKIQJ

Voorbeeld:

Leering 1: D

Leerling 2: E

Leerling 3: H

Leerling 4: O

Leerling 5: N

Leerling 6: D

"De hond ... (enzovoort)". 

Spel je eigen naam

* Spel je eigen voornaam

* Gebruik de wiel met namen

Lange- en korte klanken

- Bestudeer in 2-tallen blz. 4 t/m 7 van je boekje en oefen samen de klanken.

- Vraag aan de docent als je twijfelt (doubt)

Zet de timer (5 minuten) op het bord.

Link voor uitspraak: 

https://blogs.transparent.com/dutch/how-to-pronounce-diphthongs-and-vowel-combinations-in-dutch/

dictee 

Luister naar de docent en schrijf de juiste klanken in je boekje (blz. 7-8)

sleutel klanken

A

bal

taal

naam

nam

rat

paal

schaap

al

baan

mat

taak

kat

gas

maand

zak

B

vind

lig

drie

hier

stip

in

diep

fiets

tien

bril

kil

lieg

bier

til

grip

C

beest

been

heel

pet

belt

beer

met

stel

wanneer

les

telefoneer

deel

ver

nek

hel

D

woord

droom

pols

boord

knop

zoon

stoom

kop

proost

stop

ton

goot

door

woon

bos

E

rust

cursus

vuur

druk

muur

buk

huur

munt

uur

kust

mug

stuur

vlug

punt

universiteit (bonus!)

Indien te makkelijk, kan je 2 rijtjes per klank doen en het laatste rijtje door de leerlingen in 2-tallen laten invullen

Zoek de fout(en)

1. Ik been veertien jaar oud.

2. Ik won in Eindhoven.

3. Mijn hobby is veotballen.

4. Ik kom naar school met de feits.

5. De lerling werkt op de computer.

6. Ik schrief in het boek.

Antwoorden

1. Ik ben veertien jaar oud.

2. Ik woon in Eindhoven.

3. Mijn hobby is voetballen.

4. Ik kom naar school met de fiets.

5. De leerling werkt op de computer.

6. Ik schrijf in het boek.

Les 2

Vocabulaire 

Dictee blz. 9 & 10

 luisteroefening

Opdracht

Maak de oefeningen op:

• Pagina 12
• Pagina 14
• Pagina 15
• Pagina 16

Greetings & Goodbyes

Greetings:

Goodbye's:

Hoe gaat het?

How can we respond to this question? ^

-

-

-

How do we say: And you?

Opdracht

Schrijf een dialoog op pagina 18. Eisen (requirements):

• Greetings
  
• Ask how they are doing
  
• Ask a question about them as a person (age, hobby ect.)
  
• Say goodbye
  

Klaar?

Maak de opdrachten af op pagina: 

Les 3

Vocabulaire 

Opdracht

Maak de oefeningen op:

• Pagina 21
• Pagina 22
• Pagina 26

Klaar? Maak pagina 23.

Opdracht

De docent wijst verschillende objecten aan. 

In groepjes, schrijf zo snel mogelijk het Nederlandse woord op!

Gebruik ook: De / het

Het eerste groepje krijgt 1 punt!

Opdracht

Maak de oefening op: 

• pagina 27

Klaar? Join de Blooket!

https://dashboard.blooket.com/set/66c5e216be619b2225618c3b

Tijd over?

Loop door de klas doe de opdracht op pagina 17.

Schrijf de informatie over je klasgenoten op in de tabel.

De docent zal na de opdracht vragen stellen over deze tabel.

To study for the Summative:

• Alfabet (pagina 4)
• Klanken (pagina 5, 6 & 7)
• Groeten, afscheid en "Hoe gaat het?" (aantekeningen)
• Persoonlijke informatie (pagina 12-16)
• Vocabulaire in de klas (pagina 21, 22, 26 & 27)
• Woordenschat (pagina 39, 40 & 41)