Week 2, fase 2

Groeten en gedag zeggen

Wat zeg je als je komt?


Wat zeg je als je weggaat?



1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Groeten en gedag zeggen

Wat zeg je als je komt?


Wat zeg je als je weggaat?



Slide 1 - Tekstslide

De leerlingen schrijven zoveel mogelijk woorden op die horen bij komen of gaan.
Week 2
Groeten 
Korte klanken, lange klanken, dubbelklanken
open en gesloten lettergrepen 

Slide 2 - Tekstslide

uit het boekje: [pagina 12 tm 18
Kort herhalen
Schrijf het woord op dat je hoort...

Slide 3 - Tekstslide

De docent spelt een woord. De leerlingen schrijven het woord in hun schrift/op het wisbordje.
- goedemiddag
- alfabet
- lettergreep
Spel je eigen naam
* Spel je eigen voor- en achternaam
* De anderen van je groepje schrijven het op
* Controleer de spelling

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Vul de woorden in je schema aan.

Slide 6 - Tekstslide

De leerlingen die ze geleerd hebben van het filmpje vullen ze aan in hun schema.
Sleep de geluiden naar de juiste situatie
You enter the classroom in the morning 
You arrive at your friends parents place for dinner. 
You enter the school directors office at lunch time. 
You pass a peer in the hallway of the school. . 
you say goodbye to your friend after school. 

Slide 7 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aantekeningen maken
Bekijk het filmpje. Maak twee kolommen. Links schrijf je de gesprekjes met een positief antwoord. Rechts de gesprekjes met een negatief antwoord. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen hoe het gaat 
Loop rond in klas. Wanneer de docent stop zegt, vraag je hoe gaat aan de dichtstbijzijnde persoon. De ene keer antwoord je positief, de andere keer negatief. 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Maak nu blz. 20 t/m 23 uit je boekje

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen vandaag?
* Nieuwe plaatsen
* Korte- en lange klanken
* running dictee
* Over jezelf schrijven

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

korte klanken en lange klanken 
Kijk en luister naar de volgende filmpjes. Probeer het verschil te  horen tussen lange- en korte klanken.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lange- en korte klanken
- Bestudeer in 2-tallen blz. 4 t/m 7 van je boekje en oefen samen de klanken.
- Vraag aan de docent als je twijfelt (doubt)



timer
5:00

Slide 13 - Tekstslide

Zet de timer (5 minuten) op het bord.

Link voor uitspraak: 
https://blogs.transparent.com/dutch/how-to-pronounce-diphthongs-and-vowel-combinations-in-dutch/
dictee 
Luister naar de docent en schrijf de juiste klanken in je boekje (blz. 7-8)

Slide 14 - Tekstslide

sleutel klanken
A
bal
taal
naam
nam
rat
paal
schaap
al
baan
mat
taak
kat
gas
maand
zak
B
vind
lig
drie
hier
stip
in
diep
fiets
tien
bril
kil
lieg
bier
til
grip
C
beest
been
heel
pet
belt
beer
met
stel
wanneer
les
telefoneer
deel
ver
nek
hel
D
woord
droom
pols
boord
knop
zoon
stoom
kop
proost
stop
ton
goot
door
woon
bos
E
rust
cursus
vuur
druk
muur
buk
huur
munt
uur
kust
mug
stuur
vlug
punt
universiteit (bonus!)
Indien te makkelijk, kan je 2 rijtjes per klank doen en het laatste rijtje door de leerlingen in 2-tallen laten invullen

Running dictee
- maak 2-tallen (1 schrijver + 1 renner)
- de schrijver maakt 3 kolommen (lange klank/korte klank/tweeteken klank)
- de renner loopt door de klas en vertelt de woorden die hij/zij ziet aan de schrijver
- de schrijver schrijft de (17) woorden in de juiste kolom

Slide 15 - Tekstslide

Lange klanken:
vlees
woord
vuur
kraan
Korte klanken
test
trap
vlug
bril
bord
Tweeteken klanken
auto
mevrouw
eikel
blijf
kleur
friet
broek
fruit

Antwoorden
lange klank
korte klank
Twee tekens

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antwoorden
lange klank
korte klank
Twee tekens
vlees
bord
mevrouw
woord
bril
auto
kraan
trap
fruit
vuur
test
broek
vlug
friet
kleur
blijf
eikel

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf over jezelf
Maak nu de oefeningen op blz. 12-14-15-16
* Klaar? Maak af blz. 20 t/m 23

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag
* Zoek de fout
* Dictee
* Open- en gesloten lettergrepen

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoek de fout(en)
1. Ik ben viertien jaar oud.
2. Ik woont in eindhoven.
3. Mijn hobby is voetbal spelen en lezen.
4. Ik kom naar school met fiets.
5. De leeling werkt op het computer.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antwoorden
1. Ik ben veertien jaar oud.
2. Ik woon in Eindhoven.
3. Mijn hobby's zijn voetbal spelen en lezen.
4. Ik kom naar school met de fiets.
5. De leerling werkt op de computer.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dictee blz. 10
 luisteroefening

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2-tallen
- Interview een klasgenoot (blz. 17)
-Schrijf een dialoog (blz. 18)

Klaar?
Maak af blz. 20 t/m 23

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lettergrepen: open of gesloten
Open lettergrepen: lettergrepen die eindigen op een klinker 

vla, ta-fel, be-ren 

Gesloten lettergrepen: lettergrepen die eindigen op een medeklinker 

tak-ken, man-nen, maan, kan



Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woorden met een lange & korte klank

-weet je het nog?
- lange klank = klinkerdief & 
- korte klank = dubbel-/letterzetter

Lange klanken hebben pech, ik haal gewoon een letter weg. 
Bij een korte klank de dubbelzetter dus een tweelingletter.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden
je hoort                             je schrijft
draa-ven           =                  draven
moo- gen         =                  mogen
roo-zen             =                     rozen
poo-ten            =                     poten

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden
je hoort                             je schrijft
bu-sen              =                  bussen
sto-pen            =                stoppen
ma-nen            =                mannen
ta-ken               =                   takken

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


ramen
rammen

Slide 28 - Poll

Deze slide heeft geen instructies


messen
mesen

Slide 29 - Poll

Deze slide heeft geen instructies


meester
mester

Slide 30 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

extra: dubbelklanken
ui ei eu oe au ou

Slide 32 - Tekstslide

oefenen met verschillende woorden, studenten woorden laten uitspreken. 

Link voor uitspraak: https://blogs.transparent.com/dutch/how-to-pronounce-diphthongs-and-vowel-combinations-in-dutch/
Vandaag
* moeilijke klanken
* hh alfabet uitspraak
* eigen alfabet filmen

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

klanken 
Klanken in je eigen taal, die moeilijk zijn. 

Leer je buurman een moeilijk uit te spreken woord. 

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Goedemiddag
Ga zitten op de plaats waar je boekje ligt :)

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eigen alfabet filmen
- Maak nu jullie eigen alfabet, thema 'In en rondom school'
- Zoek bij iedere letter van het alfabet een woord
- Maak er een leuk filmpje van en upload deze op Toddle

Let op! De uitspraak moet perfect zijn!

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies