AVR P3 L2 Artikelkennis & Verkoopgesprek

Assistent Verkoop & Logistiek
Periode 03 
Assisteren bij verkoop

Les 02
Artikelkennis & Verkoopgesprek



1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
WerknemersvaardighedenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Assistent Verkoop & Logistiek
Periode 03 
Assisteren bij verkoop

Les 02
Artikelkennis & Verkoopgesprek



Slide 1 - Tekstslide


1: Respect
2: Kom op tijd
3: Laptop, boeken en pen mee
4:  Alleen flesje water (geen eten/drinken in lokaal)
5: Geen petten, mutsen en capuchons
6: Telefoon



Afspraken/regels in de klas
Is de les al begonnen? Wacht dan VOOR het lokaal in het zicht van de docent. Zodra de docent het aangeeft mag je naar binnen. 
Gebruik mobiele apparaten alleen wanneer de docent dit aangeeft. 

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet jij nog van de vorige les?

Slide 3 - Woordweb

Vorige les

Les01 Klanttypen & Communicatie

Lesdoelen
  • Student kan verschillende soorten klanttypen benoemen
  • Student kan uitleggen hoe communicatie tussen klant en verkoper werkt


Klanten kunnen onderverdeeld worden in funshoppers en runshoppers

Naast de funshopper en de runshopper kan je klanten ook nog onderverdelen in:
  • Dominante klant
  • Afstandelijke klant
  • Sociale klant



Communicatie verloopt altijd tussen twee of meer personen.

De zender brengt een boodschap over naar de ontvanger
De ontvanger is de persoon waar de boodschap voor bedoeld is en geeft een terugkoppeling
De boodschap is de informatie die de zender wil overbrengen.

Medium

Visuele media (kranten, tijdschriften, direct mail, buitenreclame, etc.);
Auditieve media (radio, geluidsinstallaties, telefoon, sms);
Audiovisuele media (tv, bioscoop en video)
Interactieve media (internet, sociale media, mobiele telefoon, tablet).

Ruis: 
Interne ruis en externe ruis



Slide 4 - Tekstslide

Lesdoel

Student kan uitleggen wat artikelinformatie is en kan alle drie onderdelen daarvan benoemen

Studenten kan de vier stappen van het verkoopgesprek benoemen in de juiste volgorde


Slide 5 - Tekstslide

Verkopen & Communiceren
Als je iets wilt verkopen dan moet je weten wat de behoefte is van de klant.

Hoe kom je erachter wat de behoefte is van de klant?

Dat doe je door vragen te stellen en actief te luisteren

Slide 6 - Tekstslide

Behoefte
Een behoefte is iets wat de klant nodig heeft of naar op zoek is.

Als verkoper ga je met de klant in gesprek om er achter te komen wat de behoefte van de klant is.

Slide 7 - Tekstslide

Open vragen
Door open vragen te stellen geef je de klant de mogelijkheid om veel informatie te geven.

Een open vraag begint met vraagwoorden zoals: Wie, Wat, Waar, Wanneer, Waarom, Welke, Hoe of Hoeveel.

Je stelt deze ragen aan het begin van een verkoopgesprek

Slide 8 - Tekstslide

Gesloten vragen
Gesloten vragen zijn vragen waarop je alleen de informatie krijgt die jij van iemand vraagt.

Je krijgt meestal alleen ja of nee als antwoord.

Gesloten vragen stel je meestal aan het eind van het verkoopgesprek.

Slide 9 - Tekstslide

Open- en gesloten vragen stellen

Slide 10 - Tekstslide

Actief luisteren
Je weet hoe je vragen kunt stellen in een verkoopgesprek

Door goed te luisteren naar het antwoord, kun je de klant echt verder helpen

Een methode (manier) om goed te luisteren is de 'LSD-methode'


Slide 11 - Tekstslide

Bij actief luisteren let je verder op:

Slide 12 - Tekstslide

Opdrachtenblad
Maak opdracht 1 t/m 8


timer
15:00

Slide 13 - Tekstslide

Artikelkennis
Als verkoper is het belangrijk dat je kennis hebt van de artikelen die je verkoopt.

Dit wordt artikelkennis genoemd.

Wanneer een klant naar je toe komt met een vraag, verwacht de klant dat jij de vraag kan beantwoorden.

Slide 14 - Tekstslide

Artikelkennis

Artikelkennis bestaat uit:
  1. Weten welke artikelen verkocht worden.
  2. Weten waar de artikelen liggen.
  3. Weten hoe de artikelen werken of waar ze voor bedoeld zijn.


Slide 15 - Tekstslide

Welke artikelen worden er verkocht?


Als verkoper moet je goed weten welke artikelen je verkoopt. 

Alle artikelen die je verkoopt noemen we het assortiment
Assortiment: aanbod, 
collectie, 
keuze, verzameling, verscheidenheid

Slide 16 - Tekstslide

Waar liggen de artikelen?
Klanten vragen in de winkel waar een artikel ligt.

Jij helpt de klant met zoeken.

De meeste klanten vinden het fijn als je meeloopt naar de locatie van het artikel.

Slide 17 - Tekstslide

Vakken vullen

Slide 18 - Tekstslide

Hoe werken de artikelen of waarvoor zijn ze bedoeld?
Jij hebt kennis nodig om de klant te adviseren of te informeren over de producten die je verkoopt

De kennis die je nodig hebt verschilt per winkel

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Wat als je het niet weet?
Als een klant vragen stelt die jij niet kunt beantwoorden, vraag je een collega of leidinggevende om hulp. 

Je probeert op die manier de klant verder te helpen.

Zorg dat jij ook altijd naar het antwoord luistert, zo leer je elke dag meer over de artikelen die je verkoopt

Slide 22 - Tekstslide

Opdrachtenblad
Maak opdracht 9 t/m 15


timer
15:00

Slide 23 - Tekstslide

Waar denk jij aan bij een 'verkoopgesprek'?

Slide 24 - Woordweb

Verkoopgesprek
Een verkoopgesprek is het gesprek dat je als verkoper met een klant hebt om een of meerdere artikelen te verkopen.

Een verkoopgesprek bestaat uit verschillende fasen (stappen)

Slide 25 - Tekstslide

Verkoopgesprek

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Bijverkoop
Een verkoper wil zoveel mogelijk artikelen verkopen

In de afsluitfase kijk je of je nog iets extra's kunt verkopen.

Het artikel moet passen bij het eerste artikel dat de klant wilt kopen

Slide 31 - Tekstslide

Opdrachtenblad
Maak opdracht 16 t/m 26



timer
30:00

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

Slide 34 - Video

Slide 35 - Video

Slide 36 - Video