In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Politieke stromingen
Politiek
Slide 1 - Tekstslide
Hoofdvragen H5:
Wat betekent populisme?
Welke politieke stromingen heeft Nederland?
Wat zijn de uitgangspunten van de verschillende politieke stromingen?
Begrippen:
Christen-democratie
Sociaal-democratie
Liberalisme
Populisme
Ecologische stroming
Rechts-extremisten
Individuele vrijheid
Bescherming van de rechtsstaat
Actieve overheid
Internationale solidariteit
Rentmeesterschap
Gezamenlijke verantwoordelijkheid
Slide 2 - Tekstslide
H5 Politieke stromingen
Wat leer je deze les?
Je kan de volgende politieke stromingen herkennen:
Liberalisme
Sociaal-democratie
Christen-democratie
Rechts-extremisme
Populisme (geen stroming)
Je kan de uitgangspunten van politieke stromingen en politieke partijen herkennen en benoemen.
Slide 3 - Tekstslide
Welk woord moet op de open plek? De politieke partijen in Nederland kun je verdelen in verschillende.........
A
Christelijke partijen
B
Stromingen
C
Populisme
D
Sociaaldemocratische partijen
Slide 4 - Quizvraag
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Video
Welke uitspraak past bij Populisme?
A
Het Christendom hoort bij Nederland
B
Nederland moet stoppen met de Euro (de gulden moet weer terug)
C
Je hebt een eigen verantwoordelijkheid
D
Nederland moet migranten helpen
Slide 7 - Quizvraag
Wat is geen kenmerk van het populisme?
A
zet zich af tegen de elite
B
zegt de stem van het volk te vertegenwoordigen
C
kan zowel links als rechts zijn
D
zet zich in voor een duurzamere samenleving
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
Liberalisme
Vrijheid voor individu
Vrijheid voor de economie (bedrijven hebben weinig regels en mogen dus veel zelf bepalen)
Particulier initiatief (iedereen mag een bedrijf beginnen)
Kleine overheid
veiligheid: veel geld naar politie en defensie
Partijen: VVD, PVV, FvD, D66
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
Welke waarde vinden de liberalen het belangrijkst?
Slide 12 - Open vraag
Waarbij kun je de liberalen het best plaatsen?
A
Politiek links
B
Politiek midden
C
Politiek rechts
Slide 13 - Quizvraag
Wat is een liberale politieke partij?
A
CDA
B
ChristenUnie
C
SP
D
VVD
Slide 14 - Quizvraag
Wat hoort niet bij het liberalisme?
A
Kleine overheid
B
Harmonie
C
Veel geld naar veiligheid
D
Particulier initiatief
Slide 15 - Quizvraag
Slide 16 - Tekstslide
Sociaal democratie
Gelijkheid en gelijkwaardigheid
Opkomen voor de zwakkeren
Actieve overheid,want overheid moet zorgen voor gelijkheid door bijvoorbeeld uitkeringen en hogere belastingen voor rijkere.
Internationale solidariteit
Partijen: PvdA. SP, GroenLinks
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Video
Wat is een belangrijke kenmerk van sociaal-democraten?
A
Kleine overheid
B
Gelijkheid
C
Opkomen voor de rijkeren
D
één belangrijke leider
Slide 19 - Quizvraag
Welke politieke stroming wil dat de overheid een grote rol speelt?
A
Extreem-rechts
B
Christen-democraten
C
Sociaal-democraten
D
Liberalisme
Slide 20 - Quizvraag
PvdA hoort bij welke stroming?
A
Liberalisme
B
Christen-Democraten
C
Sociaal-democraten
D
Extreem-rechts
Slide 21 - Quizvraag
Slide 22 - Tekstslide
Christen-democraten
Geloof en bijbel zijn belangrijk
Gezin is belangrijk
Rentmeesterschap: wij lenen de aarde van god en moeten dus goed voor de aarde zorgen (milieu is dus belangrijk)
Naastenliefde
Gespreide verantwoordelijkheid: burgers en maatschappelijke instellingen (zoals kerken, scholen) moeten voor elkaar zorgen, als dat niet kan, zorgt de overheid.
Partijen: CDA, ChristenUnie, SGP
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Video
Christen-democratie komt vooral op voor...
A
... gezinnen met kinderen
B
... mensen met weinig geld
C
... werkende burgers
D
... een actieve overheid
Slide 25 - Quizvraag
Welke waarde vinden de christen-democraten belangrijk?
A
Gelijkheid
B
Naastenliefde
C
Vrijheid
D
Duurzaamheid
Slide 26 - Quizvraag
De verantwoordelijkheid ligt bij de burgers en organisaties, als dit niet lukt, helpt de overheid.
A
Liberalisme
B
Sociaal-democraten
C
Christen-democraten
D
Extreem-rechts
Slide 27 - Quizvraag
Rechtsextremisme
Een belangrijke leider (centraal leiderschap)
Eigen volk eerst (nationalisme)
Ongelijkheid met betrekking tot ras, geslacht, afkomst
Geven in tijden van crisis andere groepen de schuld van de crisis
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Video
Wat is geen kenmerk van extreem-rechts ?
A
1 leider
B
eigen volk eerst
C
nationalisme
D
iedereen is gelijk
Slide 30 - Quizvraag
Ecologische stroming
Milieu is belangrijk
Duurzaam produceren
Voorstander van zonne-energie en windenergie
Partijen: PvdD, GroenLinks
Slide 31 - Tekstslide
Een kenmerk van de ecologische stroming is:
A
gelijkheid
B
vrijheid
C
milieubewustzijn
D
solidariteit
Slide 32 - Quizvraag
Slide 33 - Video
Slide 34 - Tekstslide
Slide 35 - Tekstslide
Gecombineerde oefenvragen
Bij de volgende vragen komen alle stromingen aan bod.
Slide 36 - Tekstslide
Lees de tekst.
Welke partij heeft het meest liberale standpunt over het vaderschapsverlof?
A
Partij A
B
Partij B
C
Partij C
D
Partij D
Slide 37 - Quizvraag
Lees de tekst.
Welke politieke stroming past het beste bij de tekst?
A
de christendemocratische stroming
B
de liberale stroming
C
de sociaaldemocratische stroming
D
de rechts-extremistische stroming
Slide 38 - Quizvraag
bedrijven moeten zo min mogelijk last hebben van de overheid, vinden ...
A
de christen-democraten
B
de sociaal-democraten
C
de liberalen
D
alle politieke stromingen
Slide 39 - Quizvraag
Een aantal Europese landen heeft partijen die vaak worden ingedeeld bij rechts-extremistische stroming.
Welke kenmerken passen bij een rechts-extremistische partij?
A
centraal leiderschap en nationalisme
B
individuele vrijheid en rentmeesterschap
C
internationale solidariteit en deregulering
D
verkleinen van verschillen in inkomen en kleine rol van de overheid
Slide 40 - Quizvraag
sociaal-democraten
liberalen
extreem-rechts
christen-democraten
opkomen voor de zwakkeren
willen minder regels
nationalisme
gespreide verantwoordelijkheid
Slide 41 - Sleepvraag
Met het idee van 'gespreide verantwoordelijkheid' bedoelen christendemocraten dat de verantwoordelijkheid
A
gedeeld wordt door overheid, burgers en maatschappelijke organisaties
B
gedeeld wordt door alle politieke partijen
C
bij individuele burgers ligt
D
niet bij de overheid ligt
Slide 42 - Quizvraag
Deze stroming wil een actieve overheid en ongelijkheid tegengaan.
A
Sociaal-democratie
B
Liberalisme
C
Christen-democratie
D
Rechtsextremisme
Slide 43 - Quizvraag
We kennen in Nederland verschillende politieke stromingen. Welke partij hoort bij de ecologische stroming?
A
D66
B
PvdA
C
VVD
D
GroenLinks
Slide 44 - Quizvraag
De overheid beslist om het makkelijker te maken om uitkeringen te krijgen.
Bij welke stroming past dit besluit?
A
Sociaal-democraten
B
Christen-democraten
C
Liberalisme
D
Extreem-rechts
Slide 45 - Quizvraag
Bedrijven die gehandicapten aannemen als werknemers krijgen een vergoeding.
Bij welk uitgangspunt van politieke stromingen past dit?
A
Rentmeesterschap
B
Particulier initiatief
C
Opkomen voor de zwakkeren
D
Gelijkheid
Slide 46 - Quizvraag
''Wij willen armoede bestrijden. We willen een structurele verhoging van tien procent van het wettelijk minimumloon en daaraan gekoppelde uitkeringen. Ook zouden gemeenten meer mogelijkheden moeten krijgen om armoede onder kinderen te bestrijden.'' Waar past deze uitspraak het best bij?