12.4 + 12.5 Afronding hormonen

Nectar H12 Hormonen
Deze les:
  • Nabespreking 12.4 Regeling glucoseconcentratie
  • Nabespreking 12.5 Reageren met behulp van hormonen


1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Nectar H12 Hormonen
Deze les:
  • Nabespreking 12.4 Regeling glucoseconcentratie
  • Nabespreking 12.5 Reageren met behulp van hormonen


Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke hormonen horen bij welke klier?
Groeihormoon
Schildklierhormoon
Adrenaline
Insuline
Glucagon
Testosteron
Oestrogeen

Slide 2 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

De hypothalamus produceert...
(blauwe pijl)
A
Releasing hormonen (RH)
B
Inhibiting hormonen (IH)
C
Zowel RH als IH
D
Geen van beide

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noemen we het fenomeen dat een hormoon zijn eigen aanmaak remt?
timer
0:15

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waardoor reageren alleen doelwitcellen op hormonen, en niet alle andere cellen ook?
timer
0:30

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

(naar) binnen =
(naar) buiten =
gelijk blijven =
afgeven =
toestand = 
temperatuur =
andere = 
homo(ios)
endo
crien
exo
stasis
therm
hetero

Slide 6 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de hormonen op de juiste plek
FSH and LH
testosteron
groeihormoon
oxytocine
oestrogenen
thyroxine
antidiuretisch hormoon
TSH

Slide 7 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Doel en begrippen 12.4
Je leert hoe de regeling van het glucosegehalte in je bloed verloopt. -> presentatie insuline/glucagon!

glycogeen, insuline, eilandjes van Langerhans, halfwaardetijd, diabetes type 1, diabetes type 2, adrenaline

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lever & Spieren
Darmen
Glucosespiegel bloed stijgt
Poortader
Glucosespiegel bloed daalt
Vorming glycogeen
Verbranding glycogeen

Slide 9 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Insuline: opname glucose cellen
1. insuline bindt aan receptoren
2. In cel hechten fosfaatgroepen aan receptor
3. cascade can reacties
4. blaasjes met glucosepoortjes versmelten met celmembraan
5. Glucosemoleculen stromen de cel in.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De opslag en afgifte van glucose luistert nauw, wat is een gevolg van te veel glucose opslag?
A
De vetcellen slaan vetten op
B
De nieren scheiden glucose uit
C
De (hersen)cellen zitten zonder energie
D
De bloedsuikerspiegel stijgt

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

En bij te weinig glucose opslag?
A
De vetcellen slaan vetten op
B
Nieren scheiden glucose uit
C
De (hersen)cellen zitten zonder energie
D
De bloedsuikerspiegel daalt

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij diabetes type 1 maakt de alvleesklier weinig of geen insuline, wat is daarvan het effect?

Slide 15 - Open vraag

Cellen kunnen te weinig of geen glucose opnemen
Wat gebeurt er bij te veel glucose in het bloed?

Slide 16 - Open vraag

Uitscheiding via de urine
Doel en begrippen 12.5
  • Reactie op kou (bron 18) -> presentatie thyroxine!
  • Reactie op watertekort (bron 19)
  • Reactie op energietekort (bron 20)
  • Reactie op zuurstoftekort (bron 21) -> presentatie EPO

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hormonen - Bloeddruk
Renine en ADH zijn ook betrokken bij het regelen van de bloeddruk. Veel water vasthouden betekent een hogere bloeddruk. 
Veel water verliezen betekent een lagere bloeddruk -> plaspillen



Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De reactie op kou: 
 TSH-regelkring
(bron 18)

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reactie op watertekort (bron 19)

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hormonen - Renine 
- Er is een te laag zoutgehalte in het bloed (te lage osmotische waarde).
- Hierdoor verlaagt de bloeddruk en verhoogt de afgifte van renine 
- angiotensinogeen wordt omgezet tot angiotensine I en II
- Dit verhoogt de afgifte van Aldosteron in de bijnierschors.
- Reabsorptie van Na+ neemt toe 

Zie BINAS 89A, 89C en 85D


Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tweede gekronkelde nierbuisje
Aldosteron bevordert de werking van de Na/K pompen in het tweede gekronkelde nierbuisje.

Hoe meer Aldosteron hoe meer zout er uit de voorurine wordt gehaald en terug naar het bloed wordt gepomt.








Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hormonen - ADH
Antidiuretisch Hormoon (= anti plas hormoon)

Wordt afgegeven door de hypofyse als er een watertekort in het bloed is (te hoge osmotische waarde)

Zie BINAS 89A en 89D


Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verzamelbuisje
Waterkanalen zorgen voor terugstromen water in het bloed.

ADH zorgt voor toename van het aantal waterkanalen in de celmembranen van de cellen in het verzamelbuisje.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ACE remmers; Longcellen maken angiotensine conferting enzyme ACE dat angiotensine 1 omzet in angiotensine II (bron 19).
ACE gaat de vorming van bradykinine tegen, een stof die tot vaatverwijding leidt.
Bij hoge bloeddruk krijgen patiënten soms ACE-remmers voorgeschreven.

Leg uit op welke twee manieren ACE remmers de bloeddruk kunnen verlagen?

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Een 48-jarige vrouw heeft een te hoge bloeddruk door het eten van zoute drop. Haar kalium is 3.1 mmol/L. Zij gebruikt geen medicatie. Er wordt aanvullend onderzoek gedaan, waaronder een aldosteron- en reninebepaling. Geef van beide hormonen aan of de concentratie toe- of afneemt door het eten van drop. Leg uit aan de hand van BINAS 85D

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bezoek Ambulance
Geef kort je mening, wat je hebt geleerd, voor herhaling vatbaar? Was het nuttig enz... tips en tops over de presentatie ook welkom!

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

prednison remt dus ontstekingen

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leg uit waarom vaak plassen een bijwerking is van prednison.

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Een andere bijwerking van prednison is dat mensen opzwellen. Waarom houden mensen die prednison gebruiken toch vocht vast?

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Reactie op energietekort
(bron 20)

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reacties op zuurstoftekort
(bron 21)

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regelkring - Thyroxine
1. hypothalamus (regelcentrum)
2. productie TRH
3. TRH stimuleert hypofyse
4. productie TSH
5a. TSH stimuleert schildklier
6. schildklier maakt Thyroxine
7a. Thyroxine veroorzaakt reactie bij doelwitorganen.

(negatieve) Terugkoppeling:
5b en 7b. hormonen remmen opdrachtgever

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1: Welke problemen krijgen mensen met een tekort aan jood in hun dieet?
2: Mensen met traag werkende schildklier hebben vaak overgewicht hoe komt dit?

Slide 36 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

antwoorden werkboek
Tussendoor in de lessen beantwoorden jullie een heleboel werkboekopgave. 
Nakijken kan via werkboek antwoorden op classroom. 

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Link

Deze slide heeft geen instructies