Wat is het verschil in betekenis tussen de onderstreepte woorden in de zinnen a en b?
1a Onze tuinman is een beer van een kerel.
1b Charly vond de bruine beer in het wildpark het mooist.
3a Omdat de gasten niet kwamen opdagen, zat de kok met de gebakken peren die hij had bereid als dessert.
3b Na de overstroming zaten de boeren met de gebakken peren.