Instructie 1.6 + LO1.3
1 / 32
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
In welke volgorde doe je na de probeemstelling een
biologisch onderzoek?
Onderzoeksvraag
Hypothese
Werkwijze
Uitvoering
Resultaten
Conclusie
Discussie
Slide 18 - Sleepvraag
De vraag waarmee je een onderzoek start noemen we een...
A
conclusie
B
werkplan
C
probleemstelling
D
onderzoeksvraag
Slide 19 - Quizvraag
Het antwoord dat je denkt te krijgen op de onderzoeksvraag.
A
conclusie
B
werkplan
C
probleemstelling
D
hypothese
Slide 20 - Quizvraag
Hierin staat beschreven welke proef je bij het onderzoek wilt uitvoeren en hoe je dat gaat doen.
A
conclusie
B
werkplan
C
probleemstelling
D
hypothese
Slide 21 - Quizvraag
Probleemstelling
Hypothese
Het experiment
Groeien tuinkerszaadjes sneller in het licht of in het donker?
Tuinkerszaadjes groeien sneller in het licht dan in het donker.
Op 2 schoteltjes leg ik watjes met 10 zaadjes erop. Deze geef ik elke dag water. Een schoteltje staat onder een doos, waardoor er geen licht bij komt.
Slide 22 - Sleepvraag
Er vindt celdeling plaats om zaadcellen te maken. Is dit mitose of meiose.
A
Mitose
B
Meiose
Slide 23 - Quizvraag
Wat is het verschil tussen mitose en meiose?
A
Bij mitose worden geslachtscellen gemaakt
B
Bij meiose worden geslachtscellen gemaakt
Slide 24 - Quizvraag
Door welke celdeling is de eicel ontstaan?
A
Mitose
B
Meiose
C
Gewone celdeling
Slide 25 - Quizvraag
Voortplanting waarbij twee geslachtscellen samenkomen, noemen we.....
A
Mitose
B
Meisose
C
Geslachtelijke voortplanting
D
Ongeslachtelijke voortplanting
Slide 26 - Quizvraag
Deze zaadcel bevat 23 chromosomen.
Bij welke deling is deze zaadcel ontstaan?
Bij welke deling is deze zaadcel ontstaan?
A
Mitose
B
Meiose
Slide 27 - Quizvraag
Waar vindt de mitose plaats in ons lichaam?
A
Alleen in de huid
B
Overal in het lichaam
C
Overal in het lichaam, niet in eierstok en teelbal
D
In de eierstokken en in de teelballen
Slide 28 - Quizvraag
Is de deling van een bevruchte eicel een gewone celdeling of een reductiedeling?
A
gewone celdeling
B
reductiedeling
Slide 29 - Quizvraag
Mitose
Meiose
Slide 30 - Sleepvraag
Zie je hier een chromosomen portret van een man of een vrouw?
A
Man
B
Vrouw
C
Kun je niet zeggen
Slide 31 - Quizvraag
Dit karyogram is:
A
Van een lichaamscel, want chromosomen in paren
B
Van een lichaamscel, want chromosomen zijn enkelvoudig aanwezig
C
Van een geslachtscel, want chromosomen in paren
D
Van een geslachtscel, want chromosomen zijn enkelvoudig aanwezig
