Gebruik
minimaal vijf van de volgende begrippen correct in een kort verhaaltje: afkickkliniek, impulsief, destructief, gewelddadig, concentratie, campagne, concurrent, mediatheek, ingenieus, detective. Voor jouw verhaal kies je één van de onderstaande ideeën of beginzinnen.
Schrijf een verhaal dat begint met: ‘Na vier jaar kwam hij eindelijk uit het keukenkastje.’
Schrijf een verhaal waarin jouw hoofdpersoon jaloers is op iedereen die hij tegenkomt.
Schrijf een verhaal dat begint met: ‘Niemand had het zien aankomen.’
Als je één minuut gratis mocht winkelen in een winkel naar keuze, wat zou je dan meenemen? Beschrijf hoe je te werk zou gaan.
Het verhaal mag je in de volgende dia typen (open vraag) of als foto inleveren.