In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 90 min
Onderdelen in deze les
Psychofarmaca
Slide 1 - Tekstslide
Wat zijn psychofarmaca?
Slide 2 - Woordweb
Welke aandoening wordt behandeld met psychofarmaca?
A
gedragsstoornis
B
hersentumor
C
auto-immuunziekte
D
herseninfarct
Slide 3 - Quizvraag
Waarom is het van belang dat jij als verzorgende kennis hebt over het gebruik van psychofarmaca?
Slide 4 - Open vraag
Slide 5 - Video
Wat voor soort effect hebben psychofarmaca op probleemgedrag?
A
geen effect
B
tijdelijk effect
C
oneindig effect
Slide 6 - Quizvraag
Een patiënt met een verstandelijke beperking heeft steeds meer last van gedragsproblemen. De oorzaak is niet duidelijk. In het verleden heeft de patiënt al psychofarmaca gebruikt en er wordt nu weer met psychofarmaca gestart. Wat pleit tegen het voorschrijven van psychofarmaca bij deze patiënt?
A
psychofarmaca gebruik in het verleden.
B
verergering van de gedragsproblemen
C
het ontbreken van een diagnose
D
verstandelijke beperking
Slide 7 - Quizvraag
Wanneer worden psychofarmaca gebruikt bij mensen met een verstandelijke beperking?
Slide 8 - Open vraag
Opdracht
Ga via de volgende dia naar de internetsite, kennispleingehandicaptensector en bekijk de lijst van psychofarmaca en benoem in de volgende dia de medicatie die je kent vanuit de praktijk
Slide 9 - Tekstslide
www.kennispleingehandicaptensector.nl
Slide 10 - Link
Benoem hier de medicatie die je kent uit de lijst
Slide 11 - Woordweb
Je kunt psychofarmaca indelen naar de aandoening waarvoor ze gebruikt worden. Welke indeling kan je maken?
Slide 12 - Open vraag
Psychofarmaca beïnvloeden de stofwisseling van één of meer neurotransmitters. Wat zijn neurotransmitters en benoem 4 soorten neurotransmitters
Slide 13 - Open vraag
Welke nadelige gevolgen kunnen het gebruik van psychofarmaca hebben bij ouderen?
Slide 14 - Open vraag
Welke neurotransmitter speelt een rol bij welke psychiatrisch ziektebeeld
Slide 15 - Open vraag
Met welke 3 doelen kunnen benzodiazepinen ingezet worden?
Slide 16 - Open vraag
Waar eindigen qua stofnaam de meeste benzodiazepinen op?
Slide 17 - Open vraag
Noem voorbeelden van benzodiazepinen
Slide 18 - Woordweb
Welke benzodiazepinen worden voorgeschreven als slaapmiddel?
Slide 19 - Open vraag
Waarom moet de dosis van benzodiazepinen vaak worden verhoogd en waarom wordt het bij voorkeur niet langer dan 2 weken voorgeschreven?
Slide 20 - Open vraag
Welke bijwerkingen hebben benzodiazepinen?
Slide 21 - Woordweb
Hoe werkt melatonine?
Slide 22 - Open vraag
Leg de werking van klassieke antipsychotica uit
Slide 23 - Open vraag
Waarom geven het gebruik van klassieke antipsychotica bijwerkingen die lijken op de symptomen van de ziekte van Parkinson?
Slide 24 - Open vraag
Benoem de stofnamen/merknamen van antipsychotica die je kent vanuit je werk
Slide 25 - Open vraag
Welke ondersteuning moet een cliënt krijgen met gebruik van psychofarmaca en waarom?
Slide 26 - Open vraag
Welke bijwerkingen geven antidepressiva?
Slide 27 - Open vraag
Waarom wordt in het begin bij gebruik van stemmingsstabilisatoren frequent de bloedspiegel bepaald en naar welke stof wordt er qua spiegel in het bloed gekeken?
Slide 28 - Open vraag
Waarom dient bij het gebruik van stemmingsstabilisatoren regelmatig de nierfunctie en schildklierfunctie te worden gecontroleerd?
Slide 29 - Open vraag
Geef aan welke middelen worden voorgeschreven bij dementie en leg de werking van de middelen uit.
Slide 30 - Open vraag
Welke bijwerkingen geeft het gebruik van antipsychotica bij dementerenden?
Slide 31 - Open vraag
Is psychofarmaca onvrijwillige zorg?
A
Ja
B
Nee
C
Soms wel / Soms niet
Slide 32 - Quizvraag
Wat kan je vertellen over het gebruik van psychofarmaca en de wet Zorg en Dwang?
Slide 33 - Open vraag
www.zorgvoorbeter.nl
Slide 34 - Link
Slide 35 - Video
Benoem 5 alternatieven die je in kan zetten om het gebruik van psychofarmaca terug te dringen
Slide 36 - Open vraag
Benoem 5 uitgangspunten voor gebruik van psychofarmaca bij probleemgedrag