2. Macht en machtsverdeling

Verhoudingen
Piter Jelles !mpulse

@MixedSignalSociety
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Verhoudingen
Piter Jelles !mpulse

@MixedSignalSociety

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Macht:
Macht is het vermogen om hulpbronnen in te zetten om bepaalde doelstellingen te bereiken en de handelingsmogelijkheden van anderen te beperken of vergroten.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Macht?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Definitie: MACHT
Macht is het vermogen om hulpbronnen in te zetten om bepaalde doelstellingen te bereiken en de handelingsmogelijkheden van anderen te beperken of vergroten.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Macht op niveau
Macht is een relationeel begrip en komt op meerdere niveaus voor:
  • Micro niveau (individueel)
  • Meso niveau (groep)
  • Macro niveau (samenleving, nationaal of internationaal)

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Formele & Informele macht
Formele macht 
  • Macht die iemand heeft op grond van zijn positie én is vastgelegd.
  • Bijvoorbeeld: in wetboek, schoolregels, vanuit een beroep.

Informele macht
  • Macht die iemand krijgt door uitstraling, kennis of charisma.
  • Bijvoorbeeld: Charisma, superieure denkvaardigheden/kennis of traditie.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Formeel of informeel?
Formeel of informeel?

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een docent heeft ...
A
Informele macht
B
Formele macht

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer iemand je kan dwingen om iets te doen omdat hun macht is vastgelegd in wetten of reglementen spreek je van:
A
Informele macht
B
Formele macht

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat klopt niet?
A
Macht kun je op formele en informele basis hebben
B
Macht is altijd vastgelegd in de wet
C
Vrienden hebben ook een vorm van macht
D
Macht gaat niet altijd gepaard met geweld

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Machtsbronnen
Er zijn vier type machtsbronnen:
  • Economische bronnen
  • Cognitieve bronnen
  • Affectieve bronnen
  • Politieke bronnen
invloed op basis van geld of het bezit van schaarse goederen.
invloed op grond van gevoel of emoties.
bijv. angst
invloed op basis van kennis.
kennis is macht!
het vermogen om de politieke besluitvorming te beïnvloeden.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verhouding
2.3 Gezag 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Gezag
Macht die als legitiem wordt gezien.

Legitiem:
- Als juist beoordeeld
- Aanvaardbaar volgens de wet

>> Geaccepteerde macht

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gezag
' Macht die als legitiem beschouwd wordt' 
  • Gezag kan ontleend worden aan: persoonlijke kwaliteiten, positie of prestaties van een persoon/groep
  • Gezag kan snel weer verdwijnen en mensen moeten voortdurend overtuigd worden

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Wat is het verschil tussen macht en gezag?
Wat is het verschil tussen macht en gezag? 

Slide 18 - Open vraag

Gezaghebbende instanties hebben wel macht, want mensen doen wat zij willen, maar deze macht is niet gebaseerd op dwang. Macht kan bestaan zonder gezag, maar gezag kan niet bestaan zonder macht. Gezag is macht die als legitiem wordt ervaren.
Hoe krijg je gezag?
Gezag kan een persoon ontlenen aan:
  1. Persoonlijke kwaliteiten
  2. Maatschappelijke positie
  3. Prestaties

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gezag ontwikkelen
Het opbouwen van gezag is een langzaam proces. Verliezen van gezag gaat echter vaak erg snel.

Politici hebben veel belang bij gezag. Politiek gezag betekent dat mensen accepteren wat er door de politiek besloten is.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verhouding
2.3 Macht en gezag in theorieën

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kijken aanhangers van het functionalisme paradigma naar macht?

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kijken aanhangers van het conflict-paradigma naar macht?

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kijken aanhangers van het rationele-actor paradigma naar macht?

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kijken aanhangers van het sociaal-constructivisme paradigma naar macht?

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Meten van macht
  1. Besluitvormingsmethode
  2. Positiemethode
  3. Inventariseren van machtsbronnen

Macht is relatief en dynamisch
'Law of anticipated reactions' 

Slide 26 - Tekstslide

1. Besluitvormingsmethode: ziet macht als invloed hebben op besluitvormingsprocessen
2. De focus ligt op verschillende posities die staten hebben bij internationale organisaties.
3. Inventariseren van machtsbronnen waarover staten beschikken. 

Law of anticipated reactions: mensen passen hun gedrag aan op de voorkeuren van anderen. Macht is dus niet transparant.
Leg in je eigen woorden uit wat we bedoelen met: "law of anticipated reactions"

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Leg uit dat macht niet statisch is en bespreek welke methode in de bron wordt gebruikt
Leg uit dat macht niet statisch is en bespreek welke meetmethode in de bron wordt gebruikt

Slide 29 - Open vraag

Macht is niet statisch, omdat landen zich ontwikkelen. Zo heeft China meer macht verworven ten opzichte van het Westen. Het is wisselend hoeveel geld landen inzetten aan bijvoorbeeld defensie en daarmee verschuiven ook de machtsverhoudingen. 

De meetmethode die hier wordt gebruikt is het inventariseren van machtsbronnen. 


Hoe probeert China haar machtspositie te versterken?
Hoe probeert China haar machtspositie te versterken? 

Slide 30 - Open vraag

China zet vooral in op economische macht. Door haar vermogen in het Westen te vergroten, hoopt zij meer invloed uit te kunnen oefenen. Meer bezit in het westen vergroot ook haar politieke macht, omdat China op deze manier dwang kan uitoefenen over Westerse landen. Er is sprake van sociale ongelijkheid in de vorm van ongelijk 'bezit'. 
Opdracht  - Militaire uitgaven
Het Stockholm International Peace Research Institute (SIPRI) doet wereldwijd onderzoek naar geweld, bewapening en ontwapening. Jaarlijks wordt bijgehouden hoeveel geld landen besteden aan militaire uitgaven, zoals wapens, en wordt alle informatie omtrent VN vredesoperaties en wapenembargo’s in kaart gebracht. Macht wordt vaak uitgedrukt in militaire cijfers. In 2016 waren de totale militaire uitgaven wereldwijd rond de 1700 miljard dollar (1500 miljard euro), aldus SIPRI. Hierbij gaat het om zaken als wapens, uitrusting, lonen van militairen enzovoort. De Verenigde Staten en China geven het meeste uit aan militaire zaken. In de top tien waren geen nieuwkomers, Rusland en Saudi-Arabië hebben stuivertje gewisseld, Frankrijk zakte een paar plaatsen. De plaats van Saudi-Arabië was opvallend, omdat het qua inwoneraantal niet een groot land is. Wel is het een rijk land dat zich met militaire middelen wil beschermen tegen dreigingen van buitenaf.

Slide 31 - Tekstslide

Pagina 126 in het boek
Leg uit dat macht niet statisch is en bespreek welke methode in de bron wordt gebruikt
Leg uit dat macht niet statisch is en bespreek welke meetmethode in de bron wordt gebruikt

Slide 32 - Open vraag

Macht is niet statisch, omdat landen zich ontwikkelen. Zo heeft China meer macht verworven ten opzichte van het Westen. Het is wisselend hoeveel geld landen inzetten aan bijvoorbeeld defensie en daarmee verschuiven ook de machtsverhoudingen. 

De meetmethode die hier wordt gebruikt is het inventariseren van machtsbronnen. 
Huiswerk
Maken alle opdrachten (1 t/m 21) bij paragraaf 2.1, 2.2 en 2.3

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies