BS 6 Hart- & vaatziekten

TH3 BLOEDSOMLOOP
Telefoons in de telefoontas
Zitten in de klassenopstelling
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

TH3 BLOEDSOMLOOP
Telefoons in de telefoontas
Zitten in de klassenopstelling

Slide 1 - Tekstslide

WELKOM
Telefoons in de telefoontas
Plenda op tafel
Absentiecheck
3pD 

Slide 2 - Tekstslide

3pE 

Slide 3 - Tekstslide

PLENDA: HUISWERK 3PE
11-06 : Mk BS 6: 1, 2, 5, 8, 10 & Lr LD 8 & 9
14-06 : Mk BS 6: 3, 4, 5, 7, 9, 11 & Lr LD 10 + LAPTOP MEE

Alles opgeschreven? Beantwoord de volgende vragen:
  • Hoe weet jouw lichaam dat sprake is van een infectie? 
  • Wat is immuniteit? 
  • Wat is het verschil tussen natuurlijke en kunstmatige immuniteit?

Slide 4 - Tekstslide

PLENDA: HUISWERK 3PD
13-06 : Mk BS 6: 1, 2, 5, 8, 10 & Lr LD 8 & 9
14-06 : Mk BS 6: 3, 4, 5, 7, 9, 11 & Lr LD 10 + LAPTOP MEE

Alles opgeschreven? Beantwoord de volgende vragen:
  • Hoe weet jouw lichaam dat sprake is van een infectie?
  • Wat is immuniteit?
  • Wat is het verschil tussen natuurlijke en kunstmatige immuniteit?

Slide 5 - Tekstslide

LEERDOELEN. Ik kan ...
7. de werking van het afweersysteem beschrijven
7.1 twee soorten ziekteverwekkers benoemen.
7.2 uitleggen & afleiden wanneer sprake is van een infectie.
7.3 kan uitleggen hoe witte bloedcellen weten wat ze moeten bestrijden
7.4 kan uitleggen hoe en wanneer antistoffen ontstaan, wat ze doen en wat het gevolg hiervan is
7.5 aan de hand van twee criteria verschillende vormen van immuniteit kan benoemen en uitleggen
7.6 kan uitleggen waar een vaccin uit bestaat en hoe het werkt

Slide 6 - Tekstslide

VERWERKINGSVRAAG
Kijk eens goed naar je aantekening en beantwoord de vragen: 
  1. Welke witte bloedcel wordt geactiveerd wanneer je een vaccinatie krijgt? Waarom juist die? 
  2. Wat moet er in een vaccin zitten om ervoor te zorgen dat je niet meer ziek wordt van de ziekte waarvoor je een vaccin krijgt? 


Slide 7 - Tekstslide

LEERDOELEN. Ik kan ...
8. beschrijven wat bloeddruk is
8.1 uitleggen wat het verschil is tussen een te hoge- en een lage bloeddruk
8.2 uitleggen en afleiden welke risico er is bij een te hoge- bloeddruk

9. uitleggen wat hart- en vaatziekten zijn
9.1 de twee meest voorkomende vorm van hart- en vaatziekten kan benoemen en kan uitleggen hoe dit ontstaat
9.2 minimaal vier adviezen kan geven om de kans op hart- en vaatziekten te verkleinen

Slide 8 - Tekstslide

BLOEDDRUK =  
Tijdens welke fase van de hartcyclus
is de bloeddruk het hoogste?



Slide 9 - Tekstslide

AANTEKENING BS 6. HART- & VAATZIEKTEN 

Slide 10 - Tekstslide

HART- & VAATZIEKTEN
Welke afbeelding hoort bij een hartinfarct?
Afbeelding A of B? Leg uit waarom! 

Wat zou op de andere plek gebeuren? 

Slide 11 - Tekstslide

HART- & VAATZIEKTEN VOORKOMEN
Wat kun je doen om te voorkomen dat je hart- en vaatziekten krijgt? 
  • Niet roken
  • Geen alcohol drinken 
  • Gezond eten (weinig verzadigd vet & weinig zout)
  • Genoeg bewegen (min. 30 minuten per dag)
  • Stress voorkomen (genoeg ontspannen)

Slide 12 - Tekstslide

LEERDOELEN. Ik kan ...
8. beschrijven wat bloeddruk is
8.1 uitleggen wat het verschil is tussen een te hoge- en een lage bloeddruk
8.2 uitleggen en afleiden welke risico er is bij een te hoge- bloeddruk

9. uitleggen wat hart- en vaatziekten zijn
9.1 de twee meest voorkomende vorm van hart- en vaatziekten kan benoemen en kan uitleggen hoe dit ontstaat
9.2 minimaal vier adviezen kan geven om de kans op hart- en vaatziekten te verkleinen

Slide 13 - Tekstslide

AAN DE SLAG 
Mk BS 6: 1, 2, 5, 8, 10 & Lr LD 8 & 9


Slide 14 - Tekstslide