3H Overal Natuurkunde Hfst 2
1 / 44
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Welke soort straling gebruiken ze om deze foto te maken?
Slide 2 - Woordweb
De radiator van een cv zendt straling uit.
Wat voor straling is dat?
Wat voor straling is dat?
A
infrarode straling
B
microgolven
C
röntgenstraling
D
ultraviolette straling
Slide 3 - Quizvraag
Het elektromagnetisch spectrum bestaat uit verschillende soorten straling. Zet De straling in de juiste volgorde.
Het spectrum :
röntgenstraling
zichtbaar licht
IR-straling
Gammastraling
UV straling
Microgolven
radiogolven
Slide 4 - Sleepvraag
Natuurlijke bronnen
Kunstmatige bronnen
kernwapens
bouwmaterialen met klein
bestralingsapparaat in ziekenhuis
zon en andere sterren
gesteentes (uranium)
rookmelders
Slide 5 - Sleepvraag
Infra-rood-straling is warmte straling
A
waar
B
niet waar
Slide 6 - Quizvraag
Een zonnebank zendt straling uit.
Wat voor straling is dat?
Wat voor straling is dat?
A
gamma straling
B
infrarode straling
C
röntgenstraling
D
ultraviolette straling
Slide 7 - Quizvraag
Slide 8 - Tekstslide
Uit welke drie kleine deeltjes bestaat een atoom?
Slide 9 - Open vraag
alfa deeltje
bèta deeltje
gamma straling
twee protonen en twee neutronen
elektron
elektro-magnetische straling
Slide 10 - Sleepvraag
Straling die bestaat uit elektronen noemen we bèta-straling
A
juist
B
onjuist
Slide 11 - Quizvraag
Straling
A
Elektromagnetische straling is altijd gevaarlijk
B
Elektromagnetische straling is altijd ongevaarlijk
C
een radioactieve stof kan alfadeeltjes uitzenden
D
Alfastraling is radioactief
Slide 12 - Quizvraag
Onder de halveringstijd van een stof wordt verstaan:
A
De tijd waarin gemiddeld een atoom halveert.
B
De tijd waarna de stof stabiel wordt.
C
De tijd waarin het aantal radioactieve kernen halveert.
D
Het goede antwoord staat er niet bij.
Slide 13 - Quizvraag
WAAR
NIET WAAR
De halveringstijd van een radioactieve stof is de tijd waarin het aantal
stabiele atoomkernen met de helft afneemt
Slide 14 - Sleepvraag
Wat is de halveringstijd van deze stof?
A
10 jaar
B
14 jaar
C
20 jaar
D
27 jaar
Slide 15 - Quizvraag
De halveringstijd van deze stof is ...
A
5 uur
B
10 uur
C
20 uur
D
60 uur
Slide 16 - Quizvraag
Welke stof heeft de grootste halveringstijd?
A
A
B
B
C
C
D
D
Slide 17 - Quizvraag
Na 2 halveringstijden
A
Is 100% van de atomen vervallen
B
Is 25% van de atomen vervallen
C
Is 75% van de atomen vervallen
D
Is 50% van de atomen vervallen
Slide 18 - Quizvraag
Slide 19 - Tekstslide
Radioactieve straling is een speciaal soort straling. Radioactieve straling kun je:
A
Horen
B
Voelen
C
Zien
D
Alleen met instrumenten waarnemen
Slide 20 - Quizvraag
Het doordringen vermogen van
γ-straling is groter dan dat van
β-straling
γ-straling is groter dan dat van
β-straling
A
waar
B
niet waar
Slide 21 - Quizvraag
groot doordringend vermogen
middel doordringend vermogen
klein doordringend vermogen
alfa (2 protonen en 2 neutronen
Slide 22 - Sleepvraag
Straling
A
Gammastraling heeft de grootste indringdiepte
B
Gammastraling gaat net zo makkelijk door lood als door ijzer
C
Je kunt gammastraling nooit 100% tegenhouden
D
gammastraling heeft het grootste ioniserend vermogen
Slide 23 - Quizvraag
Doordringend vermogen
Gamma-straling
Alfa-straling
Beta-straling
Slide 24 - Sleepvraag
mobiele telefoon
magnetron
zonlicht
UV straling
Rontgenstraling
Gammastraling
Alpha straling
Beta straling
Slide 25 - Sleepvraag
met een dosismeter meet je de dosislimiet
A
waar
B
niet waar
Slide 26 - Quizvraag
Een hartonderzoek met radioactieve beeldvorming bezorgt de patiënt ongeveer 8x de gemiddelde jaarlijkse dosis van 2,5 mSv. Welke dosis geeft het hartonderzoek je?
A
20 Sv
B
0,02 Sv
C
0,3 Sv
D
3,2 Sv
Slide 27 - Quizvraag
Welke eenheid gebruik je bij dosis?
A
Bq
B
(m)Sv
C
licht
D
straling
Slide 28 - Quizvraag
Achtergrondstraling
A
Bestraling
B
Besmetting
Slide 29 - Quizvraag
Röntgenfoto laten maken
A
Bestraling
B
Besmetting
Slide 30 - Quizvraag
Radioactieve jodium pillen slikken
A
Bestraling
B
Besmetting
Slide 31 - Quizvraag
In de buurt van Tsjernobyl lopen
A
Bestraling
B
Besmetting
Slide 32 - Quizvraag
Groenten eten verbouwd in de buurt van Tsjernobyl
A
Bestraling
B
Besmetting
Slide 33 - Quizvraag
Radioactief buisje bij tumor (alfa straling)
A
Bestraling
B
Besmetting
Slide 34 - Quizvraag
Slide 35 - Tekstslide
Van wat voor soort straling maakt gps gebruik
A
radiogolven
B
microgolven
C
infrarood
D
róntgenstraling
Slide 36 - Quizvraag
Van wat voor soort straling maakt een CT-scan gebruik
A
radiogolven
B
microgolven
C
infrarood
D
röntgenstraling
Slide 37 - Quizvraag
Van wat voor soort straling maakt bluetooth gebruik
A
radiogolven
B
microgolven
C
infrarood
D
röntgenstraling
Slide 38 - Quizvraag
Van wat voor soort straling maakt een afstandsbediening gebruik
A
radiogolven
B
microgolven
C
infrarood
D
röntgenstraling
Slide 39 - Quizvraag
Een radioactief staafje naast een tumor inbrengen is een vorm van..
A
inwendige bestraling
B
uitwendige bestraling
Slide 40 - Quizvraag
Hoe heet de radioactieve stof, die artsen in je bloedbaan kunnen brengen?
A
gammacamera
B
tracer
C
gammastraling
D
CT-scan
Slide 41 - Quizvraag
Slide 42 - Video
Wat voor soort straling zendt de tracer uit?
Slide 43 - Open vraag
Deze foto hiernaast is een voorbeeld van
A
één röntgenfoto
B
CT-scan
C
gammacamera
D
tracer
